Met een ferme knipoog naar het werk van Pascal Rabaté nemen in Krasse Knarren enkele levendige oudjes de hoofdrol op. Met een aanstekelijke levenslust rakelen ze enkele oude problemen op en willen ze vooral in het reine komen met hun eigen fouten.
In 2006 verbaasde Pascal Rabaté met Een Tweede Jeugd, een warm verhaal over een oude man die weigert zich over te geven aan het uitblussen van zijn levenslust. Na het donkere Ibicus was een grotere ommekeer voor Rabaté nauwelijks mogelijk. Ondertussen maakte hij van Een Tweede Jeugd overigens ook al een gesmaakte film. Het verbaasde ons dan ook dat het tot nu geduurd heeft voor er nog eens een stripmaker op het idee kwam om senioren als personages te gebruiken. Wilfrid Lupano introduceert drie knarren: Antoine, Emile en Paul. Bij het overlijden van Antoines vrouw Lucette, komen de drie oude vrienden nog eens samen. Hun ontmoeting brengt echter onbekende verhalen naar boven, waardoor ze een tocht moeten aanvatten in de beste traditie van de Amerikaanse road movie.
Lupano combineert de ongedwongenheid van de dynamische oudjes met subtiele humor over de nadelen van het ouder worden. De laatste jaren is de Franse scenarist bezig aan een stevige opmars. Hij viel voor het eerst op in het Nederlands met het vierluik Alim de Leerlooier (met Virginie Augustin). Recent werden ook Azimut (met Jean-Baptiste Andréae) en De Engelsman die niet van Vuurwapens houdt (met Paul Salomoné) vertaald en bovendien positief onthaald. Krasse Knarren gaat nu verder op die weg en zorgt ervoor dat Wilfrid Lupano een van de meest gewilde scenaristen van het moment is in het Franse beeldverhaal. Doodgaan kan altijd nog heeft fijne dialogen en een stevig tempo. Hier en daar gaat Lupano over een aantal zaken wel erg snel heen, zoals de invloed van het farmaceutische bedrijf Garan-Servier op het dorp en de inwoners. Lupano legt de focus sterk op het heden en beperkt zijn flashbacks tot het noodzakelijke. Hierdoor komt de achtergrond van de drie hoofdpersonages nog niet helemaal tot ontplooiing.
Met Paul Cauuet heeft Lupano de perfecte tekenaar voor dit verhaal onder de arm genomen. Deze volgeling van RégisLoisel maakte eerder al enkele kortere reeksen in het genre van de fantasy en de sciencefiction. Nu lijkt zijn tekenwerk helemaal volgroeid te zijn, met een fijne mix van het cartooneske en het realistische. Krasse Knarren komt voor hem op het juiste moment, zodat hij nu kan doorgroeien naar de top van de Europese tekenaars. Het is wonderbaarlijk hoeveel nuance Cauuet kan leggen in de gezichten en lichamen van zijn personages. Zo is hij een perfecte partner voor het uitbeelden van Lupano’s zachte humor.
Een tweede deel van Krasse Knarren wordt ondertussen al voor dit najaar aangekondigd in het Frans. Gezien de warme ontvangst van dit eerste vertaalde deel door de pers én het publiek, zal het vervolg wellicht ook in het Nederlands niet lang op zich laten wachten.