Een maand geleden zagen wij een artikel op het internet opduiken waarin een tiental nieuwe, in de gaten te houden garagebands werden aangekondigd. Een lijstje waarin eveneens het door ons hoog ingeschatte Human Eye voorkwam. De aandacht voor Paint Fumes delen wij met net iets minder enthousiasme, hoewel wij wel perfect begrijpen hoe de groep erin slaagt liefhebbers van het rock-‘n-roll-genre te bekoren.
Aan referenties naar andere noemenswaardige garagebands heeft Paint Fumes in ieder geval geen gebrek. Met “Space Cadet” trapt Uck Life namelijk meteen af met een heel aanstekelijk riffje, terwijl het indianengeluid aan het Canadese Demon’s Claws doet denken, een combo dat op zijn beurt nauw verbonden is met het überbekende Black Lips. De flowerpunkreferenties naar Black Lips liggen er bij Paint Fumes weliswaar minder dik op, maar wie het hoesje even opent, merkt wel een foto op van een groepslid dat staat te kotsen, terwijl de andere groepsleden hem hierin aanmoedigen. Iets dat wél aan de fratsen van het ongegeneerde Black Lips doet denken. Wie muzikaal iets van Black Lips in Paint Fumes wil horen, moet echter wachten op “Sewercide”, de afsluiter van het album dat een Black Lips-melodie als dertien in een dozijn blijkt te hebben.
Als derde kroonreferentie ligt Ty Segall voor de hand. Al van bij “Space Cadet” lijkt Eliah Von Cramons zang namelijk als twee druppels water op Segalls stemgeluid en bovendien is er in Paint Fumes’ rommelige rock-‘n-roll eveneens een grunge-inslag merkbaar, een effect dat ook Segalls garagerock kenmerkt. Bij “Walking Song” mag het op zijn beurt weer iets meer swingen, met het gevolg dat het combo zelfs aan rock-‘n-roll groepen met een hoger glamrockgehalte als bijvoorbeeld Cheap Time en zelfs bepaalde platen van de veelzijdige Segall gelinkt kan worden.
Wij zouden echter liegen als wij u vertelden dat Paint Fumes erin slaagt dat met evenveel flair te doen dan Segall. Het lukt het combo weliswaar om alle door hem bezochte uithoeken van het rock-‘n-roll-genre in een niet te vergezochte en plausibele mix te gieten, maar het klinkt toch wel allemaal iets rommeliger en minder professioneel dan de grote referenties. Dat de groep toch al goed op weg is, mag echter eveneens gezegd worden, want veel groepen slagen er nu eenmaal nooit in al hun invloeden op een geloofwaardige manier te combineren, laat staan op een eerste plaat.
Het lijkt ons bijgevolg vooral het songmateriaal waar Paint Fumes nog werk aan heeft. “Space Cadet” blijft met het leuke riffje nog wel even in het geheugen hangen en nummers als “School Days” en “Surf Party Apocalypse” kunnen een jeugdig punkpubliek aanspreken, maar echte, volwaardige nummers zijn het nu eenmaal niet. Ook “999” dat met veel psychedelica uitpakt, is heel entertainend, maar toch vooral het paradepaardje van een combo dat het van een stevig geluid moet hebben. Dat nummers als “Hippie” en “Jim & Juan” veel minder blijven hangen, bewijst dat het gevaarlijk kan zijn teveel op een typisch geluid te vertrouwen en dat het dus zeker geen kwaad kan nog wat andere troeven achter de hand te hebben.
Onze conclusie over Uck Life kunnen wij bijgevolg kort houden: het is een plaat waarmee Paint Fumes onmiskenbaar op de radar van een garageminnend publiek terechtkomt, maar om het tot de echte top te maken, komt het combo helaas nog enkele lengtes te kort.