COLUMN :: Slijpschijf #46

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste kantjes van de rockmuziek.

Vorige week togen we naar jaarlijkse gewoonte weer naar Groningen, in de hoop er tijdens EuroSonic enkele interessante nieuwe bandjes te ontdekken. En ja hoor, tijdens de eerste avond was het al van dattum. Annasaid, een piepjong kwartet uit het Deense Arhus, had de jongste drie jaar blijkbaar al zo’n 130 concerten gegeven en dat vertaalde zich in een strakke, energieke sound én een podiumpresence om u tegen te zeggen. Ook al hadden we de muziek van de heren nog nooit eerder gehoord, ze klonk ons meteen vertrouwd in de oren. De subtiel verstrengelde mathrockgitaren van Mathias Pedersen Smidt en zanger Martin Sahlertz leken als twee druppels water op die van Foals, de catchy melodieën deden ons denken aan die van de jonge Bloc Party en de stuiterende punkfunkritmen waren duidelijk geïnspireerd door het Britse Factorygeluid van de jaren tachtig. Alleen klonk het bij de Denen allemaal wat poppier en lichtvoetiger.

Toegegeven, echt origineel kwam Annasaid niet uit de hoek. De groep straalde echter zoveel zelfvertrouwen uit en gaf blijk van zoveel trefzekerheid dat je er toch snel van onder de indruk raakte. Hier stonden bevlogen en onderlegde muzikanten op het podium, die de kunst verstonden compacte, intelligente popsongs te bedenken, waarvan de aanstekelijke refreinen na één beluistering al met geen koevoet meer uit je hoofd te wrikken vielen. Intussen hebben we ons ook veelvuldig kunnen laven aan Jua, het langspeeldebuut van Annasaid, en durven we te stellen dat het gezelschap, binnen de gekozen stilistische parameters, toch flink wat inventiviteit aan de dag legt.

“Medicine” klinkt met zijn staccatoritmen en tweestemmige samenzang jachtig en gedreven, maar ook het spingerige “Hands”, het stuwende “Lightbulbs” en het okselfrisse “Bloodboy” smeken om langdurige excursies op de radiogolven. Hoewel de songs af en toe de invloed verraden van eightiespopiconen als Tears for Fears en Duran Duran, dreigen hun tegen hoog tempo voorbijdenderende songs na verloop van tijd een beetje eenvormig te worden. Dat Annasaid occasioneel een rustpunt inbouwt met de titeltrack, het ingetogen “Frenzy” en het op repetitieve pianolicks gebouwde “(Paranthesis)” is dus zeker geen overbodige luxe. Ook “Sun” wijkt met zijn afro-caraïbische ritme af van de platgetreden paden. En aangezien de gemiddelde leeftijd van de muzikanten pas rond de 21 schommelt, zijn we er nagenoeg zeker van dat Annasaid een band is met een enorm groeipotentieel. Hier horen we nog van.

Een van onze andere ontdekkingen op EuroSonic is het Ierse Sacred Animals. Enige research leert ons dat achter die naam een soloproject schuilgaat van de uit Wexford afkomstige maar intussen vanuit Dublin opererende zanger en songwriter Darragh Nolan, al liet hij zich in Groningen begeleiden door drummer Mark Colbert en een laptop waarop wurlizer-, piano-, strijkers- en xylofoonpartijen waren opgeslagen. Op hun fraaie, in een zelfgemaakt hoesje gestopte debuut-cd Welcome Home, serveren Sacred Animals even cryptische als melancholische nummers die het midden houden tussen psych folk en folktronica. Een Ierse criticus omschreef hen al als “easy listening experimental”, omdat de muziek tegelijk weelderig en primair aandoet.

Openingsnummer “Wired, Islands” en de titeltrack verwijzen vaag naar Radiohead, Grizzly Bear en Bon Iver. Allebei gaan ze gehuld in bedachtzame maar indringende melodieën en zijn ze voorzien van teksten die vaag genoeg zijn om ze met je eigen interpretatie te verrijken. Een andere parel is het sobere, door klavieren aangedreven “Still Removed”, het soort song dat Sigur Rós of Elbow had kunnen bedenken mocht het een folkrockband zijn geweest. Ook al klinken de meeste liedjes van Sacred Animals broos en ingetogen, ze zijn doorgaans vakkundig in elkaar gezet. Benieuwd of deze gevoelige Ieren er in de nabije toekomst in zullen slagen ons een volledige langspeler bij de les te houden. Over Welcome Home valt alvast weinig te mopperen.

De Finse Islaja was dit jaar níet in Groningen te bespeuren, maar het is wel daar dat we haar enkele jaren geleden voor het eerst aan het werk zagen. Intussen is de psych-folkartieste, die eigenlijk Merja Kokkonen heet, al aan haar vierde langspeler toe en daarop verkent ze nieuwe paden zonder haar vroegere werk te verloochenen. Keraaminen Pää, wat zoveel betekent als “Hoofd van ceramiek”, kwam tot stand over een tijdspanne van drie jaar en werd voor het grootste deel op een laptop gemaakt. Dat komt omdat Islaja in die periode heen en weer reisde tussen Berlijn (waar ze tegenwoordig woont), Helsinki, Griekenland en Hong Kong en ze in die omstandigheden nu eenmaal geen uitgebreid instrumentarium achter zich aan kon slepen.

Folktronica dus, maar not as we know it, want onvoorspelbaarheid is altijd al een wezenskenmerk van Islaja’s muziek geweest. Er zitten trouwens net zo goed invloeden van rock en psychedelia in haar werk. Keraaminen Pää klinkt, door het veelvuldige gebruik van elektronische texturen, een beetje gepolijster dan wat we tot nu toe gewend waren. Kokkonens stem heeft nog nooit zo warm en helder geklonken, de productie is minder lofi en de songs zijn er toegankelijker op geworden, zodat je warempel haast van een popplaat kunt gewagen. Sinds de zangeres de Finse bossen heeft geruild voor een leven in de (groot)stad, lijkt ze zich wat meer open te stellen voor de buitenwereld, al is het mysterie dat haar werk omhult nog lang niet weggeëbd en kun je niet om haar weirde trekjes heen. Nu haar Finse teksten voor het eerst in een Engelse vertaling in het boekje staan afgedrukt, valt op hoe donker, abstract en surrealistisch haar liedjes wel zijn.

Aan de glaciale synths, samples en computergeluiden worden ook nu weer de warme klanken van piano, orgel, marimba, klavecimbel, melodica, sax, trompet en hoorn toegevoegd, wat resulteert in een gelaagd en veelkleurig geluidstapijt. Sfeerrijke songs als “Joku Toi Radion” (’Iemand bracht een radio mee’), “Suzy Sudenkita” (’Suzy Wolvenbek’) of “Ajanlaskun Aatto” (’De vooravond van de chronologie’) komen het best tot hun recht na middernacht, wanneer de wereld wat langzamer lijkt te draaien en het stil genoeg is om alle nuances van Islaja’s muziek tot je te laten doordringen. Veel airplay zal Keraaminen Pää bij ons wellicht niet krijgen, maar voor wie in een amper te doorgronden taal geen bezwaar ziet, valt er bij Islaja veel te genieten. Een perfecte winterplaat.

Dat laatste gaat ook op voor de nieuwe cd van Dakota Suite, het alter-ego van de Britse gitarist en toetsenspeler Chris Hooson. Vallisa is de neerslag van een concert dat hij, samen met cellist David Darling en pianist Quentin Sirjacq gaf in een Gothische kapel in het Italiaanse Bari. Dat prachtige gebouw siert tegelijk de mooie zwart-withoes en het cd-boekje. Het trio maakt samen iets dat het midden houdt tussen pop, jazz en neoklassieke kamermuziek, een breed emotioneel spectrum beslaat en vooral veel stilte in zich draagt.

De composities, vaak (maar niet uitsluitend) reprises uit vroegere Dakota Suite-platen, baden in sombere, melancholische stemmingen. Ieder stuk is een intimistische sfeertekening in miniatuur. Soms lijkt de tijd daarin gestold te zijn en glijdt de aandacht van de luisteraar af omdat de muziek zoveel gaten bevat. Maar zodra je je laat meevoeren door de sacrale context waarin hier wordt gemusiceerd, brengen de heren in je binnenste toch onvermoede snaren aan het trillen. Vooral het expressieve cellospel trekt de aandacht. Wèl is het een vreemde stijlbreuk de plaat na al die instrumentale nummers te laten eindigen met het op fluistertoon gezongen ’Remember’ van David Darling.

Na ruim een dozijn langspelers zal Dakota Suite geen nieuwe zieltjes meer winnen: je houdt hiervan of niet. Zelfs zijn we van oordeel dat de IJslander Olafur Arnalds un dit genre veel beklijvender dingen maakt, maar laat dat er u zeker niet van weerhouden Vallisa aan een (of meerdere) luisterbeurt(en) te onderwerpen.

  • Annasaid:: Jua, Remote Music. www.myspace.com/annasaid
  • Sacred Animals:: Welcome Home EP, Delphi. www.myspace.com/sacredanimals
  • Islaja:: Keraaminen Pää, Fonal Records. www.myspace.com/islajamusic
  • Dakota Suite, David Darling & Quentin Sirjacq:: Vallisa, Gitterhouse. www.myspace.com/dakotasuite
Beeld:
Kim Duchateau

recent

Masters of the Air

Toen begin deze eeuw Band of Brothers verscheen, sloeg...

Fontaines D.C. :: Starbuster

Fontaines D.C. for the bigger and bolder: vierde album...

Manu Chao

16 april 2024Het Bau-Huis, Sint-Niklaas

Morrissey wilde op de Lokerse Feesten geen paardenworst, Manu...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...

Animalia

Het MOOOV-filmfestival biedt een staalkaart van het beste uit...

verwant

COLUMN :: Slijpschijf #63

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste...

COLUMN :: Slijpschijf #62

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste...

COLUMN :: Slijpschijf #61

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste...

COLUMN :: Slijpschijf #60

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste...

COLUMN :: Slijpschijf #59

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich tweewekelijks aan de scherpste...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in