Romeo Castellucci/Socìetas Raffaello Sanzio :: Paradiso

Je bent alleen. Rondom jou is het oogverblindend wit. Alle prikkels van buitenaf worden op slag weggezogen. Dan is er een zwarte, levensgrote cirkel. Stilaan besef je dat het een tunnel is. Het lijkt naar nergens te leiden. Stap je erin? Je klimt erdoor en komt terecht in een pikdonkere ruimte. Je hoort alleen kletterend water en je voelt de vochtigheid rondom jou. Je had toch geen ticketje voor Inferno?

Na een minuut lang in het donker als een gek te staan speuren naar enige beweging of gebeurtenis wordt je aandacht eindelijk gewekt door een klein lichtje in de hoogte. Na een aantal keer onwennig met de ogen knipperen wordt het duidelijk dat het licht de vorm van een mens heeft. Eerst lijkt het vals, een projectie. Stilaan komt het besef dat het een echt menselijk gedaante is. Hij zit vast en kreunt, alsof hij lijdt. En voor je het goed en wel beseft sta je alweer in de gewone wereld.

Romeo Castellucci wordt aanzien als de Italiaanse theatermaker met één van de grootste invloeden op het hedendaagse theater. Wil je écht mee zijn met het hedendaagse theater? Dan is het werk van Castellucci volgens de meeste podiumcritici een must see. Helaas getuigt deze installatie, die hij baseerde op het derde deel van de Divina Commedia van Renaissancedichter Dante Alighieri, niet helemaal van zijn genialiteit.

De overgang van de witte ruimte naar het pekzwarte is het interessantste moment van de installatie. De kijker beseft eerst niet dat het zwarte gat een tunnel is en het wagen van de stap in de duisternis is een intern verscheurend proces. Het onbekende trekt aan en stoot tegelijkertijd af. Je beseft dat je er alleen voor staat. Castellucci slaagt erin de juiste condities te creëren voor een confrontatie van de kijker met zichzelf.

Terwijl het woord ‘licht’ het meest voorkomende woord is in het originele Paradiso van Dante, kiest Castellucci er opmerkelijk genoeg bewust voor zijn Paradijs donker te maken. De toeschouwer die moeite heeft met het aanpassen van zijn ogen, zou op die manier zelf zijn licht maken. Dan pas is het Paradijs echt intiem. Van een tête-à-tête met een acteur in de zonet beschreven setting zou je inderdaad een behoorlijk intense ervaring verwachten. Hoewel het theoretisch allemaal bijzonder logisch klinkt, blijft die beoogde zelftransformatie evenwel achterwege. Het beeld was te gekunsteld om te plaatsen bovenop het interessante spanningsveld waarin de kijker in de witte ruimte terechtkwam. Een minimaal beeld kan bijzonder sterk zijn, maar met wat de kijker hier werd voorgeschoteld was niet sterk genoeg om iets met hem te doen. Té esthetisch. Té gewild.

Zeer anders was de eerste versie van Paradiso in Avignon dit voorjaar. Daar keek je door een kijkgat binnen in een levensechte kijkdoos met een wonderschoon beeld dat je raakt tot in de ziel. Een vleugelpiano staat in een lege kerk, bedekt met een dunne laag water. Simpel maar zo treffend. In tegenstelling tot de versie in de Brigittinnes te Brussel keek je in Avignon van op een afstand toe. Het is deze afstand die het beeld zulke kracht geeft. En paradoxaal genoeg is de ervaring hier veel intiemer en het label Paradijs waardig.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in