Lotto
We schrijven 2 juli 2005. Bloc Party, op dat moment op de affiche
nog ter hoogte van Daan en The Tears, en ver onder Audioslave en
The Mars Volta, speelt misschien wel hét concert van Werchter.
Heet, hard, lekker en net niet te lang om de mensen in katzwijm te
doen vallen. Silent Alarm was dan
ook een van de betere cd’s die dat jaar aan de mensheid geopenbaard
werden, en hun rechttoe rechtaan rock was net wat de Britse
muziekindustrie post-Franz Ferdinand nodig had.
Vandaag zijn we meer dan twee jaar en een album verder in de tijd,
en is de verwondering die op die warme zomermiddag over een volle
marquee viel grotendeels weggeëbd. Temeer omdat dat nieuwe album,
hoewel doordrenkt van een aantal perfecte 21st century
grootstadsongs globaal genomen toch wat minder overtuigt dan het –
we herhalen het tot in den treure – sublieme debuut.
In Antwerpen, op zo’n grauwgrijze herftsdag zoals ze die daar nog
wel eens zien, mochten Londens mooisten nog eens stevig van leer
trekken. Opener ‘Song For Clay’, hoewel een van de betere nummers
op A Weekend In
The City, ging grotendeels verloren in het tumult dat zo’n
opener met zich meebrengt, en ofschoon de setlist met ‘Positive
Tension’ en ‘Blue Light’ ijzersterk vervolgde, had men toch even
nodig om in het ritme te komen. Een eerste topmoment kwam er met de
overgang ‘Waiting For The 7.18’-‘Banquet’, maar het optreden kwam
toch pas echt op gang toen ‘Flux’ werd ingezet. Waar de Idiotesque
nieuwe single op plaat nog wat flets overkomt, geeft het
elektronische ondertoontje live net het cachet dat nodig was om de
Lotto Arena – best een aardige concertlocatie overigens – helemaal
overstag te doen gaan. Wat daarna volgde was muzikaal van een
niveau dat ons terug piloteerde naar de tijd toen Bloc Party nog in
kleine zaaltjes concerteerde. Een intens ‘Uniform’, een ingetogen
‘So Here We Are’, een extatisch ‘Like Eating Glass’. Na twee
bisrondes werd afgesloten met ‘Pioneers’ – onze bescheiden mening
zet die met stip op één in hun oeuvre.
De vraag dringt zich evenwel op of het niet wat gratuit
(nu mag het, Bart De Wever) is om een publiek voor je te winnen met
– eerlijk is eerlijk – een zak vol ijzersterke songs, maar een
randgebeuren dat de hoge normen der smaak nooit scheert. De
bovenmatig intelligente en in het bezit van minstens vier
universiteitsdiploma’s verkerende medewerker zou het
tussendoor proclameren van luttele passages uit ‘Ulysses’ of
‘Misdaad en Straf’ best kunnen smaken, maar begrijpt dat het de
animo uit een rockoptreden zou halen. Maar het is echt niet nodig
om een groupie de microfoon te geven, zodat die voor een overigens
aardig volgelopen arena kan verklaren hoe erg ze de band wel niet
adoreert. Daarvoor is de backstage uitgevonden. Of neem nu de
uitspraak “We’ll only dedicate a song to you if you flash your
breasts”. Enkel Prince komt daar mee weg – als Hij het al zou
willen – en hé, Okereke, als je je out, moet je je wel aan je woord
houden, zo hoort dat in onze vrije westerse samenleving. Het
apenpak waarmee de man de toegift aanvatte en waarmee hij eveneens
het middenplein en de onderste regionen van de tribune bestormde
mag dan al niet het toppunt van smaak zijn, de Bumbaliefhebber in
ons kon een opsmeulend glimlachje niet fnuiken.
U had nog een conclusie gewild? Bloc Party is muzikaal
nog steeds even fris als deze wereld voor de opwarming van de aarde
wel eens kon zijn. In twee jaar van veelbelovend Brits bandje tot
moeiteloos vuller van een Lotto Arena, het is niet iedereen
gegeven. Het optreden was niet altijd even begeesterend, maar de
band heeft klasse, charisma, en net genoeg je m’en
foutisme om erg ver te komen. Zij blij, wij blij.
A Weekend In
The City is uit bij Wichita en wordt verdeeld door
V2.