Charlotte Vanden Eynde & Kurt Vandendriessche :: Map Me

In Map Me omhullen Charlotte Vanden Eynde en haar partner Kurt Vandendriessche zich met een tweede huid van geprojecteerde lichaamsbeelden. Op deze manier wil Vanden Eynde haar innerlijke wereld blootleggen. Ook in deze voorstelling speelt ze op een verrassende manier met de grenzen van realiteit, illusie en verlangen. Het is binnen deze paradoxaliteit dat ze op onderzoek gaat naar de (on)mogelijkheid van versmelting van de ander met zichzelf.

Het is een tijdje stil geweest rond Vanden Eynde. Hoewel ze recentelijk nog de hoofdrol speelde in de veelbesproken Vlaamse film Meisje . Nu staat ze weer met eigen werk in de schijnwerpers. Eerder wist Vanden Eynde al te verrassen met Benenbreken, Vrouwenvouwen en Lijfstof . In Benenbreken , haar eindwerk aan P.A.R.T.S., de dansschool van Anne Teresa De Keersmaeker, brak ze met het keurslijf van de klassieke dans en liet ze de menselijke beperkingen en kwetsbaarheden zien in een gefragmenteerd lichaam.

In Vrouwenvouwen stond vooral de vrouwelijke identiteit centraal en in Lijfstof tastte ze samen met Ugo Dehaes de grens tussen lichaam en voorwerp af. De zoektocht naar identiteit lijkt een constante te zijn in het werk van Vanden Eynde.

Map Me is gebaseerd op een videofilmpje dat Vanden Eynde maakte voor de filmopleiding die ze volgde aan het Kask in Antwerpen. Map Me was toen nog de titel van een reeks beelden om tot een zelfportret te komen. In de huidige performance staat de zwangere Vanden Eynde samen met haar partner Kurt Vandendriessche op het podium.

Het geheel bestaat uit een losse aaneenschakeling van beelden waarin een exploratie van de media lichaam en video tot uiting komt. Bij aanvang van de performance liggen Vanden Eynde en Vandendriessche in een opgekrulde houding op het podium. Hun naakte lichamen vormen een canvas van vlees waarop detailbeelden van hun eigen lichaam worden geprojecteerd. De beelden versmelten met de blanke lichamen en vervormen zodoende de oorspronkelijke textuur. Rode lippen vloeien over in het beeld van een oog. Je ziet plooien, haartjes, putjes en oneffenheden die de twee lichamen willen tekenen in hun eigenheid en ze tegelijkertijd vervreemden voor het oog van de toeschouwer. Het is stil. Niemand zegt iets. Er klinkt geen muziek.

Vanden Eynde lijkt de essentie te willen zoeken, maar tegelijkertijd speelt ze met een tweevoudige gelaagdheid, één die wil onthullen, maar enkel lijkt te verhullen. Zo worden de twee lichamen enerzijds intiemer wanneer ze schuil gaan onder een waas van gekleurde beelden. Anderzijds is deze eenheid ook een versplintering, want slechts een doorprikte illusie van symbiose.

De onmogelijkheid tot versmelting wordt nog duidelijker uitgewerkt in twee beelden ingeleid met de titel Join me en Join me again waar beide dansers trachten van hun twee lichamen één te maken. Met brede bruin tape wikkelen ze hun hoofd in, met enkel kleine opening om de ademen aan de mond.. Uiteindelijk zitten Vanden Eynde en Vandendriessche met hun hoofden aan mekaar vast. Er weerklinkt ritmische muziek. Veel bewegen kunnen ze niet. Dit beeld toont meteen de beperking en de artificialiteit van de begeerde symbiose. Toch blijft ook gedurende de hele voorstelling de zwangere buik van Charlotte zichtbaar, als is er toch een afdoend antwoord op het verlangen naar eenheid en intimiteit.

De gelaagdheid komt ook voor in de gefragmenteerde aaneenschakeling van scènes. Het lijkt een montage van stokkende beelden. Toch is het vooral de bevreemdende kracht van een aantal geïsoleerde beelden die de sterkte van deze performance uitmaken.

Vanden Eynde speelt immers met de grens tussen realiteit en fictie. Dit doet ze voortreffelijk wanneer haar handen langs de rug van Vandendriessche naar beneden lijken te glijden. Ze maken littekens in zijn gave huid. De handen zijn aanvankelijk nog teder en zacht, maar worden agressiever. Vanden Eynde priemt met haar vingers in de zachte rug en wrijft de aangebrachte striemen en putjes weer egaal glad.

Naar het einde van de voorstelling toe gaat door het bedekken van de naaktheid en het verschuiven van de belichting van de bühne naar het publiek echter ook de tederheid, de bevreemding en de intimiteit van de voorstelling verloren. Daarnaast werd het trouwens ook een beetje te zoet wanneer Vanden Eynde en Vandendriessche met lipstick tekeningen, die als puzzelstukjes in mekaar vergleden tot een foetus, op elkaars lichaam aanbrachten.

Hoewel je na het zien van deze voorstelling de indruk kan krijgen dat het enkel om een vrijblijvende montage van willekeurige beelden gaat, heeft het gegeven ondanks het heel persoonlijke vertrekpunt een heel open en ruime blik. Het stelt een wezenlijk en algemeen probleem aan de kijker voor: de zoektocht naar een ideaal, naar identiteit, naar eenheid.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in