Jonathan Swift :: De reizen van Gulliver

De Ierse satiricus en schrijver Jonathan Swift (1667-1745) liet een indrukwekkend oeuvre achter, maar blijft bij liefhebbers toch vooral bekend vanwege het bijtende A Modest Proposal (1729), A Tale Of Tub (1704) en uiteraard Gulliver’s Travels, dat mede dankzij de gelijknamige animatiefilm uit 1939 (het antwoord van Fleischer op Disney’s Snow White And The Seven Dwarves uit 1937) bekendheid verwierf als een kindvriendelijk werk. De reden hiervoor is uiteraard dat de film zich losjes baseerde op het eerste deel van het boek, waarbij de scheepsdokter Gulliver schipbreuk lijdt in het land van de Lilliputters en daarbij de scherpe maatschappijkritiek inruilde voor een romantisch verhaaltje.

Ook bij volgende adaptaties bleef het vaak beperkt tot dit eerste luik, waarbij Swifts werk gereduceerd werd tot een spannend verhaaltje met kleine mensjes. Maar hoe aardig sommige van deze verfilmingen ook zijn (in het bijzonder de versie uit ’39 heeft iets charmants), gaan ze wel volledig voorbij aan de complexiteit en het doel van Swifts roman, die zich als een vlijmscherpe maar vaak ook humoristische commentaar op Groot-Britannië en bij uitbreiding de maatschappij en mensdom laat lezen. Geboren in het 17e eeuwse Dublin, verhuisde Swift op 21-jarige leeftijd naar Engeland waar hij in dienst trad van de oud-diplomaat Sir William Temple. Na diens dood trok hij, mede doordat hij in onmin was geraakt met Temples zuster, Lady Giffard, en koningin Anna, die aanstoot nam aan zijn werk, voorgoed terug naar Ierland. Daar engageerde hij zich steeds meer voor zijn geboorteland.

De Anglicaanse predikant Swift was gedurende zijn tijd in Engeland ook politiek actief, waarbij hij eerst aansluiting vond bij de Whigs, maar later toch naar de Tories overstapte. Zijn ervaringen in Engeland gedurende deze periode zouden in belangrijke mate zijn geschriften vormen en vonden mee hun neerslag in Gulliver’s Travels. Oorspronkelijk werd het werk anoniem gepubliceerd in 1726 onder de titel Travels into Several Remote Nations of the World, in Four Parts, by Lemuel Gulliver, first a surgeon, and then a captain of several ships, en kende het meteen een groot succes met verschillende herdrukken en piraatkopijen in de daaropvolgende jaren. De manier waarop Swift zich in het werk kenbaar maakte als een meestersatiricus en observator van niet alleen het politieke machtsspel maar ook de menselijke natuur, speelde daarbij een niet onbelangrijke rol. Daarnaast wist hij zijn verhaal zo te schrijven dat ook wie niet vertrouwd was of is met de politieke gebeurtenissen die hij bekritiseert, nog steeds de spiegel herkent die hij de lezer voorhoudt.

Opgedeeld in vier delen verhaalt het boek hoe Gulliver tijdens verschillende reizen steevast in wonderbaarlijke en onbekende landen en werelddelen terechtkomt. Daar leert hij over de tradities en gebruiken van het land zelf, maar wijdt hij zijn gastheren en -vrouwen ook in in de Britse gewoontes en tradities, die er niet noodzakelijk fraai uitkomen. In het eerste deel laat Swift zich nog niet direct in de kaarten kijken door zich voornamelijk te richten op de staats- en maatschappij-inrichting van Lilliput en haar rivaliteit met het naburige eiland Blefescu. Zijn hoofdpersonage Gulliver, die landde in Lilliput, kiest aanvankelijk de kant van de eerste en kaapt de vloot van Blefescu. Wanneer hij zich door enkele kuiperijen aan het hof genoodzaakt ziet te vluchten naar Blefescu, alwaar hem, ondanks de eis van Lilliput uitgeleverd te worden, asiel verleend wordt. Wantrouwig geworden ten overstaan van elk koninklijk hof besluit Gulliver echter terug huiswaarts te keren en zich niet langer met de interne politiek van beide eilanden te bemoeien.

Is het eerste reisverslag sterk politiek geïnspireerd, waarbij Lilliput en Blefescu staan voor Groot-Brittannië en Frankrijk, met een duidelijk satirische schets van het Britse hof en de Britse politiek, dan verschuift Swifts aandacht vanaf het tweede deel naar een bredere maatschappijkritische blik. Dat tweede deel start met een nieuwe reis die opnieuw tragisch lijkt af te lopen en waarbij Gulliver wordt achtergelaten op Brobdingnag. Swift opteert hier voor een nieuwe reflectie die op een aantal punten volledig verschilt van Gullivers eerste reis. Niet alleen wordt dit land bewoont door reuzen, maar zij blijken ook op velerlei vlakken een vredevoller bestaan te kennen dan het toenmalige Europa. Na verschillende zeden en gewoontes geparodieerd te hebben (in het bijzonder modeverschijnselen en hoe mannen interesse in zaken verliezen eens vrouwen er aandacht voor krijgen), richt Swift zijn aandacht op het Britse bestel waarbij hij Gulliver geregeld in dialoog laat gaan met de koning van Brobdingnag. Die laatste is meer dan eens verbaasd en geshockeerd door de manier waarop het land bestuurd wordt, waarbij Gulliver halfslachtige pogingen onderneemt zijn vaderland te verdedigen. Een toevallige gebeurtenis tijdens een uitstap (hij wordt gegrepen door een adelaar) zorgt ervoor dat Gulliver opnieuw op zee belandt, waarna hij, dankzij een voorbijvarend schip, veilig thuiskomt.

Bestonden de twee vorige delen uit een enkele reis, dan zal Gulliver in het derde deel verschillende staten aandoen, nadat hij na eerder schipbreuk geleden te hebben en achtergelaten te zijn, ditmaal in de handen van piraten valt. Meer nog dan bij zijn vorige twee beschrijvingen bekijkt Swift hier de menselijke natuur, waarbij hij zich tijdens Gullivers bezoek aan het zwevende eiland Laputa vrolijk maakt over wetenschappers die zich verliezen in theorieën en plannen, maar nooit tot concrete toepassingen komen. Hoewel de inwoners van Laputa eminente geleerden zijn met een grote interesse in onder meer astrologie en wiskunde, vertaalt dit zich nergens in een werkzame praktijk: zo zijn de huizen krakkemikkig en wordt de rebellie van het onder Laputa’s bestuur vallende maar op de aarde gelegen Balnibari bestreden door onder meer met stenen te gooien. Het arme Balnibari zucht onder de vele beloftes en plannen van Laputa die nooit tot wasdom komen, en lijkt in die zin op meer dan een manier op Ierland, dat onder het Britse bewind viel

Daarna volgen er bezoeken aan Glubbdubdrib, bevolkt door magiërs, en Luggnagg, waar de onsterfelijke struldbruggs leven. Via de magiërs die geesten kunnen oproepen om hen te dienen, weet Gulliver verschillende grote namen uit de geschiedenis te ondervragen. Hoewel hij nauwelijks ingaat op de gesprekken zelf, aarzelt hij niet te vermelden hoezeer hij teleurgesteld en verbaasd is over de recentere heersers en machthebbers die zich allemaal lijken voor te laten staan op hun corruptie en totale gebrek aan staatsmanschap. Ook in Luggnagg wacht hem een bittere teleurstelling wanneer hij, na zelf het lof over een onsterfelijk leven bezongen te hebben, kennismaakt met het miserabele leven van de onsterfelijke struldbruggs. Hoewel onsterfelijk blijven ze immers niet eeuwig jong en worden ze na hun tachtigste levensjaar door de rest van de maatschappij dan ook op een zijspoor gezet. Hoe wreed dit ook mag klinken, toch weten de andere inwoners van Luggnagg dit te rechtvaardigen door te wijzen op de starheid, het egoïsme en de ermee gepaard gaande boosaardigheid van hun onfortuinlijke landgenoten, die zo blijkt gelukkig klein in aantal zijn.

Lezen de reizen uit dit derde deel al redelijk misantropisch, dan spaart Swift zijn bitterste gal voor zijn laatste deel. Na werk gevonden te hebben als scheepsarts, wordt Gulliver ditmaal door een muitende bemanning overboord gezet, waarna hij strandt in het land van de Yahoos en Houyhnhnm. In dit land zijn het niet mensen maar paardachtige wezens (Houyhnhnms) die de dienst uitmaken en zich in alles laten leiden door de rede, terwijl de aapachtige Yahoos omschreven worden als brute, irrationele en vaak wrede wezens.

Tot zijn grote afschuw wordt Gulliver als een Yahoo beschouwt, hoewel hij zelf in alle toonaarden ontkent iets met deze wezens te maken te hebben. Toch valt het hem steeds zwaarder het verschil tussen hem en de Yahoos te zien, terwijl de Houyhnhnm hem welwillend maar ook afstandelijk behandelen. Hoewel Swift Gulliver een grote sympathie voor deze wezens laat opvatten, is hij zelf veel ambiguer door niet na te laten te benadrukken hoezeer de maatschappij door een kille rede geregeerd wordt, waarbij elke vorm van liefde, begrip of empathie verbannen is. Wanneer Gulliver gedwongen wordt het land te verlaten en opgepikt wordt door een Portugese zeeman die zich zowel verstandig en rationeel alsook empathisch betoont, laat Swift het aan de lezer over zelf zijn of haar conclusies te trekken.

De manier waarop Swift in De reizen van Gulliver maatschappijkritiek en satire koppelt aan een parodie op de reisverhalen (hij geeft van elk land een beschrijving en geografische locatie), maakt het werk op zich al relevant. Door daarenboven in de roman ook de nodige spanning en verhaal te brengen (het is geen wonder dat het boek ook als een kinderverhaal zo goed werkt), tilt hij het boven de vorm uit en wordt het meer dan zomaar een satire of meerlagige utopie. Met recht en rede is ‘Swiftiaans’ een begrip geworden, want zoals onder meer uit deze roman blijkt, is de Ier als geen ander een meester in het beschrijven van de menselijke natuur op een vaak harde, maar ook begripvolle manier.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in