Na al die jaren nog steeds hoed af voor absolute jeugdheld Lloyd Cole. Met zijn begeleidingsband The Commotions gaarde de flegmatieke Brit in de jaren tachtig enkele bescheiden doch muzikaal welluidende hits bijeen. Om dan, eind jaren tachtig, te verkassen naar de VS voor een solocarrière met pieken en dalen, maar steeds met de hem zo typerende klasse, integriteit én piekfijne concerten.
Deelde hij twee jaar geleden in het Depot nog het podium met twee leden van zijn voormalige groep The Commotions, dan deed Cole het nu echt alleen. Hetzelfde smetteloos witte pak, dat wel; dezelfde gouden stem natuurlijk ook. Voor de rest twee folkgitaren, een pakken meer uitgekiende setlist en nog meer gortdroge humor in zijn bindteksten. Zo waarschuwde hij ons er na de eerste song, het mooie “Past Imperfect”, voor dat hij niet enkele woordjes Nederlands de zaal ging in slingeren. En dat wij Belgen waarschijnlijk beter Engels konden dan de Britten zelf …
Na het ietwat lauwe “Kids Today” (een zeldzaam minder nummer uit het soloalbum Standards) was het al tijd voor “Rattlesnakes”, absolute klasse uit de jaren tachtig en volgens Cole zelf in oudere interviews een song over een complexe vrouw die “te veel weet om gelukkig te kunnen zijn”. Altijd interessant hoe je die rijkelijke sound van The Commotions vertaalt naar één man en één gitaar op de bühne. Maar Cole loste dat live heel elegant op, bijvoorbeeld door het strijkersarrangement in laatstgenoemde song simpelweg te neuriën.
“Een vrouw die te veel weet om gelukkig te zijn”, daar komen we nog bij nog zo’n marmeren kwaliteit van de Brit: zijn teksten zijn gewoon wereldklasse; vlijmscherpe observaties, doorspekt met literaire en filosofische referenties, over de menselijke aard en de (on)mogelijkheid van relaties. Maar passons, na de Bowie-cover “Can You Hear Me” plukte onze favoriete droogkomische treurwilg met “Speedboat” weeral een song uit zijn Commotionsplaat Rattlesnakes (sowieso een van de sterkste debuutplaten uit de jaren tachtig). Verdere uitschieters in die eerste set? Ook “Why I Love Country Music” was een Commotions-nummer, maar ons hoorde u niet klagen. Daarvoor was het te veel genieten van de muziek én de steeds bijzonder grappige bindteksten, zoals toen hij “On Pain”, de titelsong uit zijn gelijknamige, tjokvol synthesizers gestouwde laatste album met een uitgestreken gezicht aankondigde als “a fantastic record”. Een volwassen synthesizer omzetten naar een folkgitaar? Cole bracht het er allemaal prima van af en was zo slim om na het absoluut sublieme “2cv” stilaan toch te grijpen naar zijn latere solowerk. “Undressed”, “Brazil” en “The Afterlife” vervolledigden zo de eerste set die avond. Of, zoals hij het zelf omschreef: “Ik was het voorprogramma. Na de pauze keer ik terug met de headliner: mijzelf.”
Die tweede set opende ijzersterk met onder meer “Are You Ready To Be Heartbroken” en “Cut Me Down”, aangevuld met het prachtige “No Blue Skies” uit zijn solodebuut. En, jawel, Cole vertelde honderduit in zijn bindteksten, over hoe niemand minder dan Alice Cooper hem jaren geleden verweet dat zelfs hij geen song over menstruatie had. Of, over hoe een A&R-manager hem bij zijn tweede soloplaat verweet dat het woord ‘babe’ te vaak in zijn teksten voorkwam.
Een kleine helft van de pientere setlist bestond – u weet het intussen al – uit Commotions-nummers, zoals het heerlijke “Lost Weekend”. Dat werd dit keer met een felle gitaarslag gespeeld, maar het andere deel gaf toch maar mooi een staalkaart van zijn solocarrière. En zo nodigde Cole het publiek uit om een deel van het refrein van het ook op plaat bloedmooie “The Idiot” mee te zingen. Knap onderwerp trouwens in die song: over hoe Iggy Pop en David Bowie in het Los Angeles van 1975 zich voornamen om naar Berlijn te verkassen om daar te stoppen met drugs, platen op te nemen en een gezonder, productiever leven te gaan leiden.
Verdere hoogtepunten in de set waren ‘s mans solohits “Woman In A Bar” en zeker ook “Myrtle And Rose” – een van de mooiste songs op Standards. Eindigen deed Cole met “Don’t Look Back”, waarin zijn prachtige stem eens te meer goed uit de verf kwam. Met “Forest Fire” speelde hij slechts één bisnummer, maar wij hadden toen al ons notitieboekje bezaaid met uitroeptekens. Cole toont zijn publiek immers keer op keer naadloos hoe je op een waardige manier een dag ouder wordt. Respect!



