Gnome :: King

Grootte doet er niet toe. De kobolden van Gnome zijn klein van gestalte, maar maken op hun tweede album King teringherrie als een bende losgeslagen stieren.

Een gnoom is klein genoeg om onder de radar te blijven, maar Gnome de band verdient meer. De driekoppige stonerformatie komt uit Antwerpen, die modieuze metropool waar mondaine mythomanen zichzelf graag serieus nemen. Dat doet Gnome expliciet niet. Je kan de heren Kevin, Kevin Junior en Little Kevin van veel beschuldigen, maar niet dat ze niet bereid zijn om zichzelf – en daarmee ook de gravitas die kleeft aan het genre van de zware gitaar – in dienst van het hogere doel in de zeik te zetten.

En dat hogere doel is de verering van de gitaar en de teringherrie die je eruit kan persen. Het voluptueus gevormde monster met de zes snaren is de draak die ze in hun zelf opgebouwde sprookjeswereld vakkundig temmen en naar hun pijpen doen dansen. Want laat er geen misverstand over bestaan: de muziek wordt wél bloedserieus genomen. Tien nummers lang kruipen deze dwergen in onze gehoorgang en gaan wild tekeer met hamer en aambeeld in ons binnenoor. Een niet aflatende stroom aan riffs meppen, slaan, zalven, raggen alles aan gort. In “Stinth thy Clep” (geen idee wat dat betekent, maar het laat zich wel lekker roepen) worden hoekige melodieën afgewisseld met logge tussenstukken en welgemikte uitroepen, “Antibeast” wordt gevierendeeld tussen snel gespeelde technische hoogstandjes en huilende solo’s terwijl de drums de massa onstuitbaar voortstuwen.

Nochtans voelt het nergens zwaar aan – die kabouterhoedjes gaven het al enigszins weg. De muzikanten verstaan de kunst om met de fret van hun gitaar de scherpe randen af te vijlen van de blokken graniet waaruit ze hun nummers optrekken. Melodieën komen tot leven als fraai gevormde standbeelden. Afsluiter “Platypus Platoon” is episch in alle opzichten: een metal-odyssee van maar liefst twaalf minuten lang in verschillende bedrijven, zonder ook maar ergens te gaan vervelen.

Gnome is al bezig sinds 2016 en brachten in 2018 met Father of Time een volledig instrumentaal debuut. De grote vernieuwing hier is de toevoeging van zang. De teksten doen soms nogal gratuit aan, maar passen daarom naadloos binnen het concept. Je hoort verschillende geijkte thema’s uit het genre langskomen: er is de koning met de noorse naam en bijhorende rampspoed over volkeren (‘I can’t believe my eyes / they’re trying to exterminate my kind’ klinkt het in “Wenceslas”), er zijn stampedes van mythische stieren (“Bulls of Bravik”) en soms komt de inspiratie uit minder voorspelbare hoek: kerkvader “Ambrosius” wordt in het openingsnummer al gruntend onheus bejegend. Oskar Logi van de IJslandse band The Vintage Caravan geeft het denderende “Your Empire” nog een extra punch.

Nochtans schuilt hierin ook het gevaar. Door zo in te spelen op en te goochelen met clichés loert het gevaar om de hoek dat de aandacht wordt afgeleid van de muziek. De nasale stem op “Bulls of Bravik” weet niet te overtuigen en “Your Empire” is zoals gezegd snedig, maar neigt soms ook lichtjes naar belegen eighties hairmetal; het is het nummer op het album dat bij meerdere beluisteringen het snelst door de mand valt.

Maar klasseer dat gerust onder detailkritiek. King van Gnome blijft in de eerste plaats onversneden fun zonder belegen te worden: de tien nummers bevatten elk genoeg ideeën waar andere bands een halve carrière op zouden bouwen én het geheel doet tegelijk compact aan. De band heeft goed geluisterd naar opperstoner Josh Homme toen die zei dat zijn muziek hard én sexy moest zijn – en als we de Flair mogen geloven, is humor het nieuwe sexy. Gnome is onweerstaanbaar. En dat voor een bende kabouters.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in