Eigenlijk had dit tweede album van The Delines al een paar jaar geleden moeten verschijnen, maar het noodlot gooide roet in het eten.
Het merendeel van het album was immers al klaar toen zangeres Amy Boone (voorheen bekend van de Texaanse countryband The Damnations) in maart 2016 ernstig gewond raakte na een aanrijding in haar thuisbasis Austin. Negen operaties en een lange revalidatie later — ze heeft nog altijd een wandelstok nodig — was Boone eindelijk in staat om de rest van de band te vervoegen in Portland om er dit album af te werken.
The Delines is niet langer gewoon ‘de tweede band’ van songschrijver Willy Vlautin, maar sinds het afscheid van zijn andere band Richmond Fontaine is het zijn primaire muzikale uitlaatklep. Hoewel het uitstekende You Can’t Go Back If There’s Nothing To Go Back To als laatste album van Richmond Fontaine werd aangekondigd, maakte ze — mogelijk mede door het tijdelijke non-actief van The Delines — vorig jaar plots nog wel een instrumentale soundtrack bij Vlautins recentste roman Don’t Skip Out On Me (vertaald als Laat Me Niet Vallen). Meer nog dan als muzikant heeft Vlautin de voorbije jaren immers naam gemaakt als schrijver van vijf sterke romans, waarvan er ondertussen twee al een verfilming kregen. Boeken die in het verlengde liggen van ‘s mans songteksten met verhalen over gewone mensen die proberen het beste te maken van het leven, maar daar door allerlei tegenslagen niet helemaal in slagen.
The Imperial is in zekere zin het logische vervolg op voorganger Colfax. De muziek is nog altijd late night americana die zich ophoudt ergens in het grensgebied tussen folk, country en soul. Het grootste verschil met de eersteling is misschien wel dat de band hier wat meer gerodeerd klinkt. De tien nummers die Vlautin voor dit album schreef houden zich nog altijd op in de contouren van de nacht. Dit zijn geen nummers die de luisteraar meteen bij de lurven vatten. Nee, het zijn songs die tijd nodig hebben om zich te ontplooien, en die men bij voorkeur ‘s nachts tot zich neemt, wanneer het buiten pikdonker is, het haardvuur knispert en een glas whisky binnen handbereik staat.
Vlautin grossiert in verhalende songs, of het nu het verhaal is van een meisje dat aan lager wal geraakt (“Holly The Hustle”) of een koppel dat terug samenkomt nadat de man vrijgelaten wordt uit de gevangenis (“The Imperial”). De nummers blijven steeds ingetogen, de ene keer zijn het de blazers die rustig de hoofdrol opeisen (“Where Are You Sonny?”), een andere keer draagt enkel subtiele pianobegeleiding het nummer (“Roll Back My Life”). Een speciale vermelding ook voor de zang van Amy Boone. Hoewel ze met veel soul en gevoel zingt, laat ze zich nergens verleiden tot uitbundige uitspattingen hetgeen de nummers ten goede komt.
De homogeniteit die The Imperial kenmerkt is naast de sterkte ook de beperking van de plaat. Wie zich niet in Colfax kon vinden, kan zich best van dit album onthouden. Het grote publiek zullen Vlautin en co. met dit album niet bereiken want dit is geen muziek voor instant consumptie. Maar wie een soundtrack nodig heeft voor de kleine uurtjes vindt dit jaar mogelijk geen betere compagnon dan The Imperial.