Faces On TV :: ”Ik heb moeten leren aanvaarden dat een plaat ook maar een momentopname is”

Als dé jonge producer van het moment mocht Jasper Maekelberg al ongeveer elke Belgische band die ertoe doet helpen bij de opnames van een plaat. Van Faces On TV hoorden we van de weeromstuit een pak minder. Vandaag heeft dat eigen muzikale project met Night Funeral dan toch zijn debuutplaat uit. Waarom dat zo lang geduurd heeft? “Ik heb ontdekt dat Jasper-de-muzikant ongelofelijk slecht is in knopen doorhakken.”

enola: Je schreef Night Funeral terwijl je recent met Warhaus op tour was. Dat doet een mens niet voor zijn plezier, dus het was van moeten?
Maekelberg: “Ik had mezelf een deadline gegeven, die ik later alsnog heb verplaatst. (lacht) Maar het klopt: ik heb er lang over gedaan om de plaat rond te krijgen. Ik denk vooral omdat ik nog op zoek was naar wat die moest worden. Ik had wel die EP uitgebracht (“Travelling Blind” uit 2016, mvs), maar dat was eerder een collectie singles. Nu wilde ik een verhaal kunnen maken, iets dat een geheel vormt.”
enola: Was je bang dat na alle producties voor anderen je eigen plaat niet meer van dat werk te onderscheiden zou zijn?
Maekelberg: “In alle producties die ik doe, zit een stuk van mezelf, dus ik kan me voorstellen dat je elementen hoort van bij een andere artiest waar ik mee werkte. Dat is oké, maar die lange aanloopperiode heeft daar misschien inderdaad ook mee te maken. Net om te vermijden dat andere dingen me zouden beïnvloeden, heb ik een tijd lang geen productieopdrachten aangenomen terwijl ik aan deze plaat werkte. Ik wilde de nieuwe instrumenten, die ik op dat moment aan het verkennen was, voor mij houden. Enkel voor Warhaus heb ik een uitzondering gemaakt, omdat we samen op tour waren en toch naast elkaar zaten.”

enola: Is dat een innerlijke strijd, Jasper-de-producer tegen Jasper-de-muzikant?
Maekelberg: “Het zijn vooral twee héél andere mensen. De eerste is heel decisief, kan goed knopen doorhakken. De andere echt niet, die dwaalt zomaar wat rond door de wereld. Dat heb ik nu pas ontdekt door Night Funeral te maken, dat de muzikant in me de grootste twijfelaar ter wereld is. Blijkbaar heb ik een bepaalde afstand nodig om goeie beslissingen te kunnen nemen. Als je alles zelf doet, heb je die niet altijd. Ik ben er in de loop van het proces achter gekomen dat een plaat ook maar een momentopname is, en dat je je daarbij moet neerleggen. Dat dat ook niet erg is: als je niet tevreden bent, maak je gewoon nog één.”
enola: Had je toch geen nood aan een eigen producer?
Maekelberg: “Dat weet ik niet. Achteraf gezien ben ik best blij met hoe het is gelopen, maar ik besef nu wel dat ik een grote omweg heb gemaakt om op mijn bestemming te komen. Dat is niet erg. Door er zelf doorheen te spartelen, heb ik veel geleerd, maar op het einde ben ik wel gaan samenzitten met Jo Francken en Pieter-Jan Maertens (Het Zesde Metaal) voor een andere kijk op de plaat. Dat was interessant. Hun boodschap was vooral: “Stop. Het is goed.””

enola: Het is een break-upplaat geworden, niet?
Maekelberg: “Blijkbaar. (verontschuldigend lachje) De laatste jaren zijn een periode geweest van veel onderweg zijn. Als ik dan van tour terugkeerde, kon ik meestal niet zo goed meer aarden in het echte leven. Ik raakte vervreemd van de mensen rond me, ook van mijn vriendin. Het was niet de bedoeling om dat van me af te schrijven. Ik wilde gewoon muziek maken, nummers schrijven, maar het werd al snel duidelijk dat wat ik stream of consciousness-teksten vond, toch een thema had. Elke song viel wel te linken aan een situatie op tour, een plaats of een land, een tijdstip het voorbije jaar. Als was het een dagboek.”

enola: Muzikaal zocht je naar een bepaalde esthetiek door aan de slag te gaan met exotische instrumenten. Hoe kwam je op dat idee?
Maekelberg: “Het was op een vage avond in Brussel dat ik op café met iemand aan de praat raakte die een zolder vol instrumenten had liggen. We hebben heel de nacht zitten jammen. Toen hij weer naar Afrika trok, verkocht hij het lot: aangezien ik verliefd was geworden op die instrumenten, heb ik daar dan maar het nodige geld voor neergeteld. Op mijn vaders zolder vond ik vervolgens nog een dwarsfluit, dus ook die nam ik mee.”
enola: En dan zoek je een Ud Voor Dummies en leer je jezelf de ud aan?
Maekelberg: “Neen. Door instrumenten te nemen waar ik eigenlijk niet op kan spelen, liep ik niet het risico op overkill. Het gaf me de kans om iets nieuws te doen, maar het beperkte me ook in de keuzes die ik kon maken. Dat was een bevrijding. Ik stemde ze in een toonaard waar ik zelf iets van begreep, en ik prutste tot ik er iets uit kreeg. Ik denk niet dat het iets te maken heeft met de ud zoals het moet. Als een Syriër me bezig zou zien, hij vond het ongetwijfeld blasfemie.”

enola: Live wordt het dus Jasper met een Kringloopwinkel instrumenten rond zich waar hij naar believen uit put?
Maekelberg: “Toch niet. Ik speel gewoon gitaar en mijn toetsenist/fluitiste Dienne Bogaerts (van Lili Grace, mvs) zal heel wat van die geluiden uit haar machine halen. Eigenlijk heb ik op Night Funeral vooral mezelf gesampled. Zelfs de drums zijn verknipte opnames van live opgenomen drums tot ik heel nieuwe drumpatronen had. Ritme is vaak het vertrekpunt. Pas als een groove me een bepaald gevoel geeft, ga ik verder aan de slag met een song.”
enola: Dat klinkt wel heel eenzaam, zoals je het voorstelt.
Maekelberg: “Misschien is dat ook wel zo. Ik heb veel uren alleen gesleten, met mijn koptelefoon op mijn hoofd. Dat is eenzaam, maar nadien mag ik die live met een band brengen. Het zijn echt twee verschillende werelden voor me, een plaat maken en optreden. En bij dat laatste komt het samenspelen er wel natuurlijk. Samen met anderen die muziek opnieuw herdenken voor het podium, vind ik heel interessant. Ik ga graag mee met iemand die een nieuwe kijk op mijn nummer heeft bedacht of een boeiend element weet bij te dragen. Ik word graag uitgedaagd op die manier. Maar het klopt: zelfs dan ben ik de baas. Misschien is dat wat eenzaam, ja, maar ik heb het nooit anders gekend zolang ik muziek heb gemaakt.”

enola: Ondertussen plakte een Nederlandse interviewer al de term “nieuwe Vlaamse sound” op alles wat jij en je vrienden aanraken. Kun je je daar iets bij voorstellen?
Maekelberg: (lacht en proeft de woorden) “De “nieuwe Vlaamse sound”. Goh. Wat is de oude dan? De scene rond dEUS? Misschien bedoelde die interviewer dat wel; al eens samen op café belanden en daar over muziek doorbomen? We hangen inderdaad nogal aan elkaar, misschien is dat anders dan vroeger. Ik vermoed dat Vlaanderen op één of andere manier kleiner is geworden: betere treinverbindingen?” (lachje)

enola: Heeft het ook niet te maken met een paar opleidingen waarrond veel projecten en bands zich kristalliseren?
Maekelberg: “Ja … (denkt na) Misschien wel, ja. Vroeger werd er al meer gejamd in een café, nu groeit alles uit schoolwerk. Wat wel jammer is natuurlijk, want er is een bepaald gevoel van experiment dat zo wegvalt, en dat is net wat ik zelf zoek. Ik denk vaak in contrasten: als ik één ding doe, ga ik op zoek naar een ander element dat dat eerste een beetje pijn doet. Het moet iets zachts én iets hards hebben; zo denk ik over muziek maken. Dat wordt er bij die opleidingen soms wat uitgehaald, omdat het wat te cerebraal wordt.”
enola: Ik noem het al eens conservatoriumrock: braaf, veel te overdacht en bewust complex. De rocktraditie van jeugdvrienden die in vaders garage samen beginnen te spelen is in Vlaanderen een curiosum geworden.
Maekelberg: “Dat is zo. Ook ik heb de meeste muzikanten waar ik mee gewerkt heb, voor het eerst ontmoet aan het Conservatorium in Gent. Met de mensen van PXL hadden we toen eigenlijk geen contact. Nu is dat anders, geloof ik. Maar ja, ik hoor wel dat een zekere esthetiek ons jonge bands bindt, al heb ik niet het gevoel dat ik daar met Night Funeral echt bij hoor, omdat … (bedenkt zich). Ach, misschien wel hoor, misschien hoort niemand wat ik wil zeggen.”
enola: Die interviewer noemde de “nieuwe Vlaamse sound” overigens ook gelikt. Eens?
Maekelberg: “Ik denk alvast niet dat míjn plaat te clean klinkt. Daar ben ik niet mee bezig. Integendeel dus. Misschien gaat het wel op voor een paar generatiegenoten, en dan zit je bij dat cerebrale omgaan met muziek. Dat maakt het inderdaad misschien wat clean. Veel muziek is vandaag erg proper, zeker in Nederland horen ze bijna alleen maar gelikte muziek. (lachje) Natuurlijk zijn ook mijn ritmes in die moderne r&b geworteld, maar ik zoek toch een meer organische klank.”

Release:
2018
N.E.W.S.
Unday
Beeld:
Alexander Popelier

recent

Graspop Metal Meeting 2025 :: Piraten met een marketingpraatje

Er zijn vele kamers in het huis van de...

Djilian Deroche & Eldiablo :: Carcajou

Het was lang geleden dat een debuut zo voldragen...

Sad Boys Klub – Ballet Dancer

Doen we dat nog, C’s door K’s vervangen? Wel...

Loveable (Elskling)

Helga Guren imponeert in een gedurfde rol als moeder...

verwant

Faces on TV :: Keep Me Close

Dansen, dansen, dansen! Smachten, smachten, smachten! Faces on TV...

Faces on TV :: “Ik heb de neiging om alles levensbelangrijk te vinden”

Op een van de laatste mooie nazomerdagen schoven we...

Affiche Festival Dranouter compleet met Faces On TV en meer

Tussen klinkende namen als Jake Bugg, Gogol Bordello, Passenger,...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in