Okkervil River :: ”Een plaat moet voelen als een boom: je moet erin kunnen kerven”

Will Sheff is de afgelopen jaren door een wildernis gegaan, maar heeft de uitgang gevonden. Op In The Rainbow Rain, alweer de negende die hij als Okkervil River op de wereld zet, laat hij het meditatieve van voorganger Away achterwege. En met een nieuwe band in de rug omarmt hij het leven.

Even. Héél even leek Okkervil River voorbestemd om in de slipstream van The National een grote band te worden. Het was februari 2008 en in Leuven nam Will Sheff het podium alsof een stadion diende veroverd te worden. Met het puike, bij momenten opzwepende en aan Arcade Fire’s drukte refererende The Stage Names had Okkervil River de plaat uit die het grote publiek kon beroeren, en heel even klikte alles op zijn plaats. Verlengstuk The Stand Ins, dat hetzelfde jaar volgde, breide nog een staartje aan het verhaal, maar de rosse frontman was toen al zijn interesse kwijt. Drie jaar later bleek de groep op I Am Very Far een andere richting in te slaan, wat het begin van een lang proces zou zijn. Nog een plaat verder dook Sheff op The Silver Gymnasium diep in de eightiesnostalgie. Het geluid grossierde plots in plastieken synths, de americana-invloeden konden inpakken. Nog eens een plaat verder zitten we in de bar van een duur hotel met Sheff over In The Rainbow Rain te praten, een plaat die misschien wel het midden houdt tussen het livegevoel van die veelbelovende jaren en de synthetische klanken van nadien. De hoeveelste incarnatie van zijn band dit dan volgens hem is, vragen we dan maar.

Will Sheff: “Dat moet ongeveer de derde zijn, breed geteld. De eerste was het prille begin, ik en mijn schoolkameraden. Veel journalisten beseffen niet eens dat die er is geweest, maar mij ligt die nog altijd erg na aan het hart. We waren jong, doodernstig en ongelofelijk bezeten van onze muziek zonder dat we ooit verwachtten het ver te schoppen, maar dat gebeurde op bescheiden schaal toch. Daarna volgde een nieuwe fase, waarin een miljoen muzikanten zijn gepasseerd en ik probeerde ons succes uit te bouwen, of toch minstens te behouden. En nu is er een derde versie van de band, waarmee ik probeer uit te drukken wat muziek voor mij moet zijn.”
enola: Waarom moest die vorige versie van de band op de schop, zo ergens rond The Silver Gymnasium?
Sheff: “Er was iets aan de hand met die vorige band. Dat lag niet eens aan hen, want we speelden goed, maar ik miste iets, alsof dit niet meer de juiste combinatie van mensen was om beter te doen. Ik wilde opnieuw zo gepassioneerd zijn als in de beginjaren, en dat vond ik met hen niet terug. Tegelijk had ik ook op persoonlijk vlak wat opkuiswerk te doen. Mijn leven moest anders, en ik ben op zoek gegaan naar wat me kon helpen om productiever of toch minstens beter te worden.”
Rond die tijd heb ik Away, mijn vorige plaat, gemaakt. Ik vond een nieuwe benadering, een nieuwe filosofie bij het opnemen en een nieuwe businessgedachte. Dat is een fenomenale verandering geweest, maar ze is vruchten beginnen afwerpen op onze laatste Europese tour. Het voelde alsof ik met mijn nieuwe band een nieuwe familie had gevonden, een nieuw begin in mijn creatieve leven.”
“Zo is In The Rainbow Rain het resultaat van een tabula rasa. Er is een nieuwe focus en een nieuwe vreugde. Ik wilde immers een upbeat album schrijven – neen: ik wíst dat ik een nieuwe plaat wilde maken en dat ie zo zou worden, omdat ik gelukkig was. Dat het politieke klimaat in de Verenigde Staten al even vergiftigd was en in die periode ook Trump werd verkozen, bracht nog iets extra. Het zorgde ervoor dat ik meer dan ooit dat vrolijke album wilde maken, als een manier om het publiek mee te slepen en een boodschap van hoop te geven.”

enola: Wat is die nieuwe filosofie?
Sheff: “Een van de belangrijkste kwesties toen ik aan Away werkte, was de vraag waaróm ik muziek maakte. Ik wil gewoon proberen om echt te blijven in mijn werk. Ik heb het geluk gehad om de laatste jaren mensen te ontmoeten die me vertelden hoe mijn muziek hen heeft geholpen in moeilijke tijden, en dat koester ik. Ik wil dingen maken die echt van nut zijn voor mensen, iets dat zo oprecht mogelijk is en zo behulpzaam als kan. Niet dat ik alleen maar nummers voor zo’n momenten wil maken, ik wil ook dat je mijn platen gewoon in de auto kunt draaien, maar dat idee van “nut” wil ik behouden. Ik wil voelen dat mijn redenen om muziek te maken juist zijn, en mijn zakelijke beslissingen moeten vanuit die zelfde bekommernis komen.”

enola: Okkervil River is muzikaal erg veranderd de laatste acht jaar. Dat je voor The Silver Gymnasium, een plaat over je jeugd, naar die eightiesklanken greep, is begrijpelijk: ze zijn blijven plakken.
Sheff: “Een grote reden daarvoor is een elektronische plaat die ik toen ook opnam, maar nooit heb uitgebracht. Daarvoor moest ik leren werken met synthesizers, en ik werd er verliefd op. (lacht) Mensen associëren synths met de eighties en vergeten hoeveel er te vinden zijn op platen van The Who of Pink Floyd. Ik vermoed omdat het dan in een rockcontext is. Het is grappig hoe ze voor sommige luisteraars een Rubicon zijn, een lijn in het zand: eenmaal je die over bent, betekent het iets. Een beetje zoals de elektrische gitaar was voor folkies in de sixties.”
“Ik hou gewoon van synths, ik vind ze erg geschikt om de luisteraar met hun lang aangehouden tonen in een soort oceanische staat te brengen. En ik hou ervan om ze te combineren met akoestische texturen. Dan krijg je aarde, iets dat door mensen bespeeld wordt, en tegelijk iets onwerelds dat erg moeilijk te begrijpen is.”

enola: Je hoort aan In The Rainbow Rain dat je een nieuwe band hebt en dat die mee de plaat heeft gemaakt. Dat was al even geleden, hé?
Sheff: “Ja! Ik heb altijd geprobeerd om een zeker livegevoel in de studio te behouden, zeker vanaf Away. Op die plaat zijn alle zangpartijen live ingezongen, op In The Rainbow Rain de meeste. Dat is vrij zeldzaam, want meestal wordt uit verschillende versies de definitieve versie samengesteld als een monster van Frankenstein. Nu niet, en dat is belangrijk voor me. Ik wil dat mijn platen voelen als een stuk hout. Je moet erin kunnen kerven en zien dat het ooit een boom was.”
“Op een bepaalde manier laat In The Rainbow Rain heel goed horen wat alle muzikanten kunnen, wie ze zijn. Dat is omdat ik heel graag met hen speel. Ik kijk ernaar uit om weer met hen op tour te gaan. Niet dat we alles overhoop gooien, maar als ik met hen op het podium stap, weet ik nooit wat er zal gebeuren. Ik kan niet voorspellen wat ze zullen spelen. Ik ben ondertussen goed genoeg als muzikant om daarmee om te gaan. Ik zorg wel dat ik mee ben.”

enola: Na The Stage Names en The Stand Ins worstelde je heel erg met de “literaire rock”-stempel die je opgeplakt kreeg. Heeft dat ook die veranderingen getriggerd?
Sheff: (kijkt op) “Dat zou wel eens waar kunnen zijn. Ik weet dat dat etiket eigenlijk een compliment was en ik wil dus niet ondankbaar klinken, maar het zat me niet lekker, want een song is geen poëzie. Ik wil De Song dienen, niet een boek ophouden als schild. Je snapt me wel: taal werkt anders in een liedje, gaat om dansen, is niet verondersteld om slim te zijn zelfs. Dus begon het me rond I Am Very Far meer te interesseren om de taal op te breken, opdat het minder cerebraal en literair zou voelen en meer als muziek. Dat is een ding op zich: kijk maar naar de gedichten van William Blake die soms wat kinderlijk lijken omdat hij ze nooit zo had bedoeld. Hij zong zijn teksten, heb ik recentelijk geleerd. Kijk dan naar Shakespeare … er is een reden dat er van zijn teksten geen gedenkwaardige muzikale versies zijn: de taal is zo dense dat er geen ruimte is voor melodie.”
enola: Dat schild, dat die literaire teksten je boden, was natuurlijk ook handig om vooral niet persoonlijk te moeten schrijven.
Sheff: “Ja. Een van de elementen aan In The Rainbow Rain was om kwetsbaarder, of toch meer open, te schrijven. (Zucht) Elke keer als ik over hem begin, krijg ik het gevoel dat ik dat eigenlijk niet moet doen, maar als je naar onze president kijkt, zie je een vent die pathologisch bang is van kwetsbaar zijn, die denkt dat krachtig zijn wil zeggen dat je anderen aanvalt. Dat maakt hem zo treurig. Sterk zijn is kunnen toegeven dat je fout zit, dat je iets niet weet. Ik ben zelf van heel weinig dingen zeker, maar ik weet één iets: dat niemand zekerheden heeft en niemand autoriteit kan claimen over iemand anders. We doen allemaal maar wat. Het is enorm verleidelijk als rockster om het “Bob Dylan-met-de-Ray-Ban”-ding te doen en er ver boven alles en iedereen wat op los te orakelen, vooral nooit echt antwoorden te geven op vragen. Ik denk niet dat je daar iemand mee helpt. Het lijkt me moediger om wat naakter te zijn, maar gisteren kreeg ik dan weer te horen dat mijn werk meer en meer over mij gaat. Misschien is dat een slecht gevolg van die filosofie. Ach, Black Sheep Boys en The Stage Names, die zogenaamd “literaire platen”, waren net zo persoonlijk, maar dan op een meer gefragmenteerde manier. Ik knipte mezelf in duizend stukjes en strooide die rond, zodat mensen enkel de geur ervan meekregen. Dat was nogal zelfbewust, en misschien wil ik op dit moment niet meer zo zijn.”

enola: Ik las dat je een vrij trouwe gebruiker van hallucinogene paddenstoelen bent. Ook dat lijkt me een manier om uit je hoofd te breken en dat intellectuele te overstijgen, niet?
Sheff: “Wat ik probeer is mijn werk te verdiepen. Songschrijven, zeker in mijn geval, heeft altijd te maken met dromen en manieren verzinnen om dichter bij het mysterie te komen. Door die drugs te nemen wil ik de grens uitvegen tussen creatief zijn en gewoon leven, tussen dromen en waken. Niet op die Rimbaud-manier waarbij alle zintuigen overhoop liggen, maar op een gedisciplineerde manier waarop ik ook nog altijd een gezonde mens ben. Het is een psychedelisch kantje van me, ja, maar het maakt deel uit van een groter verhaal waar ook religie, meditatie en zelfzorg deel van zijn. Het gaat om iets groter.”
“Ik heb zoals iedereen wel met drugs geëxperimenteerd toen ik jonger was. Acid was dat toen vooral. Rond The Silver Gymnasium begon ik mushrooms te nemen als ik alleen op songschrijftrip was. Ik nam erg zware dosissen, niet om op te feesten, maar tijdens het denken en schrijven. Voor The Rainbow Rain schakelde ik over op een techniek die microdosering heet, waarbij je bijna onmerkbare hoeveelheden psychedelica neemt. Om de drie dagen gewoon een klein beetje waar je bijna niets van merkt, zodat je één dag slikt, het de tweede dag nog in je systeem zit en je de derde weer nuchter bent. En daarna begin je opnieuw. Het geeft je een klein tripgevoel: je voelt je verbonden met alles, je hebt een beetje meer liefde voor iedereen, en geduld. Ik leef in New York, een erg agressieve stad. Het is niet moeilijk om er kwaad op mensen te worden, maar zo realiseer je je dat iemand niet gewoon in je weg loopt, maar dat ie er gewoon is omdat de stad nu eenmaal klein is. Dat grote egoloze, oceanische gevoel van trippen wilde ik behouden, ook zo goed als nuchter.”

enola: Single “Don’t Move Back To LA” deed me meteen aan Death Cab For Cutie’s “Why’d You Want To Live Here?” denken, en de nogal dubbelzinnige houding van de rest van de VS met die stad.
Sheff: (lacht) “Het zit toch iets anders. Ik heb vrienden die echt van New York naar LA verhuisden en dat maakte me triest. Dat leek me een goed onderwerp voor een nummer, en het schreef zichzelf inderdaad. Om eerlijk te zijn heb ik niets tegen die stad. Ik hou ervan, maar het is als met het nieuwe lief van je ex: je vindt sowieso dat die gast stinkt en een idioot is, zelfs al weet je diep vanbinnen dat ie goed is.”
“Los Angeles verdient zeker een deel van de haat die het krijgt, maar niet alles. Er wonen ook heel veel vriendelijke, warme, creatieve mensen, maar de stad heeft inderdaad iets Filistijns. Maar goed, dat kun je ook over Dallas zeggen. Ik denk dat LA hetzelfde gevoel opwekt als knappe mensen: ze lokken een minderwaardigheidscomplex uit, hun pure bestaan voelt als commentaar op je bestaan.”

enola: Je komt uit New Hampshire, leefde jaren in Austin (Texas), vervolgens New York en nu Woodstock. Helpt het om het huidige, verdeelde Amerika te begrijpen als je zowat het hele land hebt gezien?
Sheff: “Niet noodzakelijk. Austin was bijvoorbeeld al een bubbel. George W. Bush noemde het “the blueberry in the tomato soep”: het democratische vlekje in een republikeinse staat. Zo heb ik altijd in een progressieve oase geleefd. Dat ik zelf uit New Hampshire kom, heeft me veel meer geleerd op dat vlak. Nu is het een democratische staat, maar toen ik kind was, was het overtuigd republikeins; erg libertair en wapengek. Met een hoop racisme, ook. Ik begrijp de verdeeldheid tot op zekere hoogte dus wel, maar daar ben ik niet alleen in. Dat doen de meeste mensen wel. De vraag is hoe we de boel opnieuw lijmen. Dan denk ik dat het belangrijk is voor links om ieders menselijkheid te erkennen. Dat een republikein geen vijand is, of toch niet persoonlijk.”
“Het is belangrijk te erkennen dat je niet wint door mensen te doen voelen dat je hen dom vindt. We moeten hen net het gevoel geven dat ze welkom zijn om de grens over te steken en overtuigen dat we hen niet onnozel vinden. Dat zou al veel helpen. Het is moeilijk, hoor, want de reactie op zo’n pleidooi is al snel: “Waarom zou ik hen moeten begrijpen, zij doen ook geen moeite.” Dat is een val waar je niet in mag trappen, da’s oog om oog. Je moet proberen anderen te begrijpen, of zij jou proberen te begrijpen of niet.”
enola: Dat was Bill Clintons grote kracht destijds, niet?
Sheff: “Dat weet ik niet. Hij was een redneck, dat was vooral zijn sterkte. En ik bedoel dat niet verkeerd. Hij had dat zuidelijke accent dat mensen het gevoel gaf … Ja, misschien was dat toch zijn sterke punt: hij kon ze het gevoel geven dat hij echt naar hen luisterde. Ergens is dat niet meer dan een kunstje, maar het werkt geweldig. Mijn grootvader kon dat ook, maar bij hem was het oprecht: hij hield echt van mensen. Mensen zo’n goed gevoel geven, een beetje geluk verspreiden, is een gift, en ik hoop dat ik dat met In The Rainbow Rain kan doen. Als ik dat kan, gewoon een beetje positiviteit verspreiden, dan is dat al genoeg reden om geleefd te hebben.”

PiaS
ATO

recent

Salem

De 'mean streets' van Marseille vormden al eerder het...

Stake :: ”Ik zie ons nog wel doorgaan tot we baarden hebben als ZZ Top”

We hebben het met de manager gecheckt: bedoelde hij...

Roncha :: Fleecedekentje Thuglife

Berichtje aan alle rappers van België: goed bezig. Onze...

The Gentlemen – Seizoen 1

De serie The Gentlemen was een paar jaar geleden...

Louise van den Heuvel :: Sonic Hug

Op Sonic Hug neemt Louise van den Heuvel de...

verwant

Jeff Tweedy :: For You (I’d Do Anything)

We moeten ze koesteren, de outsiders van de muziekwereld....

Okkervil River :: 30 september 2018, Botanique

Met het recente In The Rainbow Rain knoopt Okkervil...

Okkervil River :: In The Rainbow Rain

Juicht! Okkervil River is opnieuw een echte band! Op...

Okkervil River :: Away

We kijken allemaal wel eens terug op het verleden....

Okkervil River :: The Silver Gymnasium

We schrijven 4 november 2008. De Verenigde Staten staan...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in