Begin deze maand kwam deel 2 van de Jupiter-trilogie uit. Het optreden zondag in de Gentse Vooruit was het enige tijdens de korte promotour, maar wees gerust, de band komt deze zomer nog eens terug.
De balzaal was al mooi volgelopen om Hulder, de supportband van deze avond, aan het werk te zien. De Gentse formatie speelt donkere Britpop met een new-wave tintje (vandaar ook die The Cure cover?) en heeft redelijk wat succes. Het moet gezegd: een van de betere openers voor Blaudzun, en we hebben er toch al een paar de revue zien passeren.
Zoals eerder gezegd, kwam Blaudzun dus deel 2 van de Jupiter-trilogie voorstellen. Deel 3, daar moeten ze, dixit zanger Johannes Sigmond, “nog aan beginnen”. Een blik op de setlist leerde ons alvast dat de groep volop inzet op het nieuwe werk, want van de 18 Jupiter-nummers werden er maar liefst 13 gespeeld. En was het bij deel één de vraag of die nieuwe, meer elektronisch getinte nummers wel zouden passen bij het oudere, iets rustigere werk, dan kon je nu de vraag omdraaien. Om dan na een uur gerustgesteld te bedenken: ja, het vormt allemaal één mooi geheel, ouder werk wordt wat nerveuzer en energieker gespeeld, wat sommige nummers een nieuw elan geeft. Zo is “Halcyon” nu niet meer dat rustige kabbelende nummer uit Promises of No Man’s Land, maar een zwoele song met de nadruk op accordeon en swingende sambaballen.
Het was drukkend warm onder de oudere lampen van de Balzaal, want zowel bij zanger Johannes Sigmond als bij zijn broer (en stergitarist) Jacob droop het zweet er al gauw vanaf. Het valt trouwens op hoe laatstgenoemde steeds meer zijn plaats opeist op het podium: was hij enkele jaren geleden nog die brave, rustige steunpilaar van de band, dan gaat hij nu soms zo driest tekeer, dat je vreest dat hij molenwiekend van het podium zal donderen. Ook qua sound valt het op hoe zeer zijn gitaarriffs bepalend zijn voor het groepsgeluid, zeker live. Zo is “Mud” op het podium veel krachtiger en donkerder dan op plaat. Wat niet evident is, want dat lied is sowieso al het new-wave hoogtepunt van Jupiter – part II.
Bij al dat geweld zou een mens bijna vergeten dat Blaudzun ook rustigere nummers heeft, zoals het ontroerende “Tear Gun” en “Don’t Waste The Shadow”. En die rustpunten zijn wel nodig, want de groep gaat met zo’n rotvaart door de songs, dat het soms een beetje op gehaast werk lijkt, dat enkel de eerste rijen echt kon overtuigen. Want hoe sterk de muzikanten daar ook op het podium bezig staan, het viel op dat bij het obligate handgeklap of meebrulmomenten niet de volledige zaal overstag ging. Had dat publiek meer songs zoals op “Heavy Flowers” verwacht? Feit is dat die oudere nummers meer conventionele popsongs zijn. Maar Blaudzun, en bij uitstek zanger Sigmond, doen niet meer aan conventioneel. En dat is soms moeilijk te slikken voor het grote publiek.
Al bij al een zweterig en zeer verdienstelijk concert, maar minder overdonderend dan bij hun vorige passage in de Botanique. Herkansing deze zomer dan maar?