Enkele jaren lang schaafde het vijftal achter STUFF. in allerhande livecontexten aan hun geluid. Daarbij werden de jambehandeling en de improvisatie ruimschoots omarmd en maakte het kwintet er een erezaak van om songs van andere artiesten niet zomaar te coveren maar ze binnenstebuiten te keren. Ondertussen werkten ze ook gestaag aan eigen materiaal.
Het resultaat van dat groeiproces is nu klaar in de vorm van een zelfgetitelde debuutplaat, en mag er absoluut wezen. Natuurlijk hebben we hier niet te maken met een roedel snotneuzen, maar met jonge muzikanten die elk reeds hun sporen verdienden in andere contexten van pure jazz naar funk, klassieke hiphop tot zwierige intergalactische verkenningen. STUFF. biedt dan ook een eclectisch amalgaam van dat alles, en weet zich en passant ook nog eens een duidelijk eigen smoelwerk aan te meten.
Grote voldoening dan ook hier op de redactie van Enola, want toen we het nog halfweg naamloze collectief onder leiding van drummer Lander Gyselinck voor een eerste keer aan het werk zagen op Brosella Jazz in 2011 voorspelden we grootse zaken, een overtuiging die we enkel maar bevestigd zagen tijdens hun vurige set op Dour Festival in 2013. STUFF. lost die verwachtingen moeiteloos in en doet alvast uitkijken naar hoe de band live aan de slag gaat met dit materiaal.
STUFF. bestaat uit negen instrumentale nummers, opgebouwd rond klanken die sterk gerelateerd zijn aan de experimentele hiphop en elektronica van de laatste jaren, aangelengd met elementen die onder meer duidelijk naar seventies fusion op z’n Chick Corea’s en funk à la George Clinton lonken. De centrumpositie in de band wordt nog steeds ingepalmd door het inventieve, steeds stuwende drumwerk van Gyselinck, terwijl de rest van de band daar een vaak broeierig klankgeheel rond opbouwt. Opmerkelijk daarbij is dat melodielijnen niet steeds door dezelfde hoofdverdachten worden aangereikt. Ritmesectie is duidelijk een relatief goed in deze context.
Neem nu bijvoorbeeld opener “Event Horizon”. Na een stuwende opbouw zijn het niet de EWI (Electronic Wind Instrument) van Andrew Claes of de keys van Joris Caluwaerts die de melodische leiding nemen, maar Dries Laheye die de hogere regionen van zijn basgitaar verkent. Nog vaker is het volstrekt onduidelijk wie nu met welke geluiden is komen aanzetten: de sonische werelden van keys, EWI en turntable (kundig bediend door Mixmonster Menno) lopen hier zodanig door elkaar dat enkel in een livecontext enige duidelijkheid zal worden geschept.
Hoogtepunten genoeg te rapen in deze eclectische hutsepot, maar enkele uitschieters verdienen wel een specifieke vermelding: “Caves” bloeit met weidse synthakkoorden prachtig open boven een haperend drumpatroon, “Java” is gezegend met een ronduit vettige groove terwijl de melodieën de werelden van G-funk, tetris en krautrock met elkaar verzoenen. Verderop transformeert dat nummer overigens nog in een stevige finale en een atmosferisch tweede deel. Het illustreert mooi de associatieve songschrijverij die hier te horen valt waarbij losse jamideeën in verrassende gehelen aan elkaar worden geplakt.
Het is duidelijk dat STUFF. vooral een momentopname is van de indrukwekkende jampartijen waar het kwintet op een podium toe in staat is. Dat gezegd zijnde is dit wel een verdomd indrukwekkende momentopname die zich zonder schroom naast hedendaagse grootheden in de experimentele hiphop en elektronica kan plaatsen.
STUFF. speelt in de nabije toekomst nog in Antwerpen (10 april, De Roma), Hasselt (17 april, MOD) en Brugge (18 april, More Music).