Zelfs als je veel tijd investeert in het beluisteren en verzamelen van (of schrijven over) muziek, dan nog overkomt het je maar een paar keer per jaar dat je ademhaling even stokt en je de oren spitst bij de eerste beluistering van een nieuw album. Dat gevoel is net de reden waarom je jaar na jaar die zuurverdiende euro’s blijft ophoesten (of bandbreedte opslorpt, voor de meer praktisch ingestelde zielen onder ons). Je hoort iets anders, iets nieuws en iets dat je nog niet eerder in die vorm hoorde. Dat was het geval bij het solodebuut van de Sloveense pianiste Kaja Draksler, die meteen een onuitwisbare indruk maakt.
Drakslers debuut komt echter niet helemaal uit het niets. De oplettende luisteraar hoorde misschien al eerder van de jonge muzikante die al op een handvol albums aanwezig was. Eén daarvan is Türkü (2009), een combinatie van Turkse volksmuziek, jazz, klassiek en elektronica, dat werd opgenomen met haar Acropolis Quartet. Draksler is ook lid van de European Movement Jazz Orchestra, een XL-orkest vol jonge Europese muzikanten, waaronder ook trompettisten Matthias Schriefl en Susana Santos Silva, dat in 2011 al een live album uitbracht onder het Clean Feed-label. Dat label brengt nu ook The Lives Of Many Others uit, een album waarop vrije improvisatie en de hedendaagse klassiek een innemend verbond aangaan.
Dat het geen doorsnee plaat zou worden, kon je eigenlijk ook al afleiden uit haar cv. Draksler studeerde immers in Nederland en werd er snel een deel van de bloeiende scène. Ze viel in de prijzen met een masterscriptie over de improvisatiestijl van Cecil Taylor en studeerde onder andere bij Vijay Iyer en Jason Moran, twee van de meest gelauwerde pianisten van vandaag. Het leest dus wel een beetje als de kroniek van een aangekondigde klepper. The Lives Of Many Others is niet meteen lichte kost, maar meerdere beluisteringen laten horen dat er achter die aanvankelijke ondoordringbaarheid een heel eigen wereld geschapen werd. Eentje waarin het eerst fijn verdwalen is, tot de herkenning ingezet wordt en Drakslers stijl en persoonlijkheid vorm beginnen krijgen. Een album nodig om alles even te laten bezinken? Gevonden!
De plaat bevat een aantal momenten die best overrompelend zijn door hun bombast — “Communicational Entropy” gaat meteen van start met hyperintense vingervlugheid, gevolgd door hels gedonder — maar zelden van lange duur zijn. De soberheid — terugkerende motiefjes die herinneren aan de eenvoud van Satie of het repetitieve van Feldman — weegt sterker door. Bovendien is contrastwerking iets dat Draksler tot in de puntjes beheerst. “Suite: Wronger/Eerier/Stronger Than (Just A Thought)/I Recall” mag dan wel van start gaan met een onnavolgbaar notengedwarrel op een haakse ondergrond, al snel vergaart het stuk meer focus. Die invloeden uit jazz en klassiek krijgen gedaante in een verhaal dat afwisselend meditatief en desoriënterend klinkt, met amper waarneembaar gemorrel én autistische herhalingen die zich aandienen via korte spurtjes. Het totaaleffect is bezwerend, met een aangehouden noot die overeind blijft in een omgeving die voortdurend gedaanteverwisselingen ondergaat. Zoals het oog van de storm die al dan niet toeslaat.
The Lives Of Many Others is als geheel behoorlijk straf, maar eigenlijk is het de start die het onvergetelijk maakt. Met een titeltrack die aanzet vanuit de buik van de piano, met rauw geschraap over de pianosnaren en metalig gehamer dat heel even suggereert dat Draksler pianomolesteur Daniel Menche achterna wil gaan. Wat zich daarna ontvouwt is echter een klein stukje magie: een steeds nadrukkelijker ritme — zoals een trein die zich op gang trekt — maar overgaat in iets dat je bijna een industrieel hiphopritme zou kunnen noemen. Dat valt dan weer stil en via luchtig belletjesgerinkel en gedempt klaviergepruts dient zich een iele, dansende pianolijn aan, een ragfijn stukje klassiek dat uit een volkse traditie lijkt te komen en bedwelmt met een bloedmooie melodie die tenslotte uitgeleide gedaan wordt als een slaapliedje boven een kinderbed.
Het is meteen ook een mooie overgang naar “Vsi So Venci Vejli”, een kaal, bijna aarzelend stuk dat gebaseerd is op een traditioneel Sloveens lied en klinkt als een klassieke sonate die gaandeweg een schuchtere dans op schuifeltempo aandurft. Als het wat vlotter mag gaan, dan lukt dat al even goed: in “Army Of Drops” raast de nerveuze linkerhand over het geduldige fundament van de rechterhand, terwijl afsluiter “Delicious Irony” teruggrijpt naar een afgemeten zuiverheid waarin elke noot wordt behandeld met de obsessieve, noot-per-noot-verschuivende dwangmatigheid van een pianostemmer. En mysterie blijft hand in hand gaan met momenten van helderheid die zich openbaren als plotse sprongetjes in een gelijke tred. The Lives Of Many Others is een gevarieerde, uitdagende, soms bloedmooie en constant fascinerende plaat. Te ontdekken.
Kaja Draksler speelt op 16 april 2014 in De Singer. Meer info op de website.