Postmetal is een doodsaai en voorspelbaar genre geworden, right? Onterecht oordeel, zo blijkt vaak. Ook in BelgiĆ« zijn er bands die een eigen stijl hebben. Van Maria Isn’t A Virgin Anymore heeft u wellicht al gehoord. Het veel beter genaamde Stories From The Lost uit Zottegem is de volgende beloftevolle band in de rij.
Gitaristen Marijn Gabriƫls en Kevin Limpens, bassist Thijs Van der Linden en drummer Wout Lievens maken allemaal deel uit van de crew van het Zottegemse dunk! festival. Het is dus vrij logisch dat hun debuut op het dunk! label verschenen is. Ons-kent-ons-toestanden, denk je misschien. Maar bekijk het ook eens van een andere kant. De leden van Stories From The Lost hebben als een stonerband voor stonermuziek een voorliefde voor het post-genre.
Dat is over de hele plaat te horen. De zwaarste nummers hebben vooral de logheid van Tool en de epiek van God Is An Astronaut, en bij momenten de zin voor melodie van Explosions In The Sky. Perfect afgemeten drumslagen, donkere bastonen en gitaarbreaks zijn in deze nummers dan ook de constanten. Ons hoor je niet klagen, integendeel. Enkel in het dynamische “August II” dreigt de eentonigheid. Meestal wordt de zware sound draaglijker gemaakt door spacy toetsen en hoge, melodische gitaren.
Zo buigt “TR16” onder de laaggestemde riffs en dikke lagen elektronica, maar botsen die na twee en een halve minuut met gloeiende gitaren, waarvan we het van binnen warm krijgen. Het wordt steeds beter. “Crossing Fields” wordt het gitaargeweld opgefleurd door een repetitief loopje. “Tyrannosaur” is meeslepende postmetal, doorspekt met vette elektronica. Alleen jammer van de bruuske overgang naar zweverige toetsen, die hadden echt niet gemoeten. Verder op de plaat sluit “Plains Runner” het meest aan bij (cinematische) postrock: een heerlijk gelaagde en hevige song waarin veel emotie schuilt. Nog een sterk nummer is “Vocaloid”, waarvan de zware, bijna dansbare samples dan weer aan Maybeshewill doen denken.
Stories From The Lost probeert ook sfeervol uit de hoek te komen met een melancholische ambient intro (“Cryosphere”) en het mooie, voort kabbelende “For Clouds”, waarmee je op een wolkje lijkt te zweven. Een knap slotnummer van een vooral robuuste plaat.
Voor een debuut zit For Clouds enorm strak in elkaar: dat heeft het viertal wellicht te danken aan mixer Tobias Stieler, drummer bij de bevriende band Kokomo. De strakke songs zijn uiteraard van de hand van de jonge muzikanten zelf: je moet het maar kunnen. Met wat meer variatie in de metal-riffs en, eventueel, wat vocalen erbij hadden we de 38 minuten wel in Ć©Ć©n ruk kunnen uitluisteren. Een hapklare brok is For Clouds niet. Niettemin: een gedroomde start van een band die nog meer in zijn mars heeft.