Pinkpop, Rock Werchter, TW Classic, Pukkelpop, Lokerse Feesten, Graspop, Rock Zottegem, Dour, 10 Days Off, Gent Jazz, BRBF, Cactus, Suikerrock, Couleur Café, Dranouter, Marktrock. De lijst zomerfestivals die u absoluut zou moeten bijwonen is zo goed als eindeloos. Maar is dat wel zo? Zijn het geen massaspektakels van dertien-in-een-dozijn? Eenheidsworst die zich onderscheidt door een laagje vernis? Het zal natuurlijk wat in gradaties gebeuren, maar dat het ook anders kan, bewijst het AFF (5 & 6 augustus). En ‘t is bovendien gratis.
Want geef toe: het is dezer dagen zoeken naar een festival zonder Triggerfinger, zonder gevestigde waarden die volgend jaar dringend de overstap moeten maken naar TW Classic, zonder bands waarvan je eigenlijk beter een cd zou opleggen. Omdat concerten acts zijn geworden en in sommige gevallen zelfs schertsvertoningen. Terwijl festivals meer dan ooit centraal staan in het muziekgebeuren, lijkt muziek meer dan ooit een bijkomstigheid. En toch moet er gedokt worden om die headliners over de plas te krijgen, om de lichtshow en het overige spektakel te bekostigen. En 2,50 euro voor een pintje of een bekertje lauwe frisdrank? Dat zou geen enkele festivalorganisator die vooral mikt op een publiek van minderjarigen/schoolgaande jeugd mogen goedpraten. Dat het ook anders kan, wordt al jaren bewezen door pakweg Rock Herk. Hoe ze er al bijna drie decennia in slagen om het gratis te houden is een vraagteken, maar desnoods is het een witwasoperatie van de Charleroise maffia. Het is elke keer een belevenis.
Iets kleinschaliger, maar eveneens gratis en gericht op de avontuurlijke festivalbezoeker, is het Absolutely Free Festival in Genk. Wel, helemaal gratis is het niet (voor eten en drank betaal je nog), maar de prijzen zijn er schappelijk, normaal en hebben nog wat voeling met de wereld out there. En de inkom is dus gratis. Dat is al zo sinds de eerste edities van midden jaren negentig, die vooral gevuld werden met lokaal talent (je moet al van Genk of omstreken zijn om Fruitcake Freddy nog te kennen), Vlaamse subtoppers (Sweater, Dildo Warheads, Hoodoo Club) en de knallers van toen (De Mens, Eden, Gorki). Toch werd er in 2000 het bijltje bij neergegooid.
Dat het festivalvirus niet zomaar uitgeziekt wordt, werd bewezen met de heropstanding van 2008. Het festival werd met hernieuwde moed terug op gang gestampt, bleef kiezen voor een combinatie van jong Belgisch talent en de occasionele buitenlandse band en bewees vooral een ontdekkingsfestival te zijn. Zo passeerde de voorbije edities heel wat eigen kweek, o.m. The Bear That Wasn’t, Marble Sounds, Boyshouting, Flying Horseman en Black Cassette, maar net zozeer geweldenaars als The Rott Childs, Sardonis en Drums Are For Parades. De kaart van het lokale trekken zonder te vervallen in een herhalingsoefening, en dat combineren met wat ander talent, onverwacht of onterecht vergeten, dát is de kracht van AFF. En zo bied je een buitenkans aan jongeren met een beperkt budget en ouderen die willen zagen over de eerste edities (“géén backstage, géén eetstand, enkel een toog om aan te zuipen!”).
Op de editie van 2011 opnieuw een opvallend gebrek aan een grote buitenlandse klepper die op z’n eentje als een paar duizend bezoekers op de been brengt, maar wel weer voldoende namen die ongetwijfeld voor een bijzondere dag zullen zorgen. Zo is er de aanwezigheid van Joe Lally (Fugazi), die met een exclusief Beneluxconcert z’n nieuwe plaat komt voorstellen. Of ook: het Britse The Phantom Band, dat lo-fi koppelt aan Nick Cave en The National en misschien wel voor een verrassing van formaat kan zorgen. Er wordt zo ook veel verwacht van The Virginmary’s, een trio uit Manchester dat resoluut het stadsverleden negeert door de kaart van de in-your-face rock-‘n-roll te trekken.
Maar er is natuurlijk meer. Van de oorspronkelijke line-up met een negental bands werd intussen geëvolueerd naar een kleine dertig, met jeugdig talent (Psycho 44, Vincent & Jules, Oscar & The Wolf, Low Vertical) tot iets meer ervaren, maar daarom niet minder boeiende bands, zoals Horse Antlers en The Brothers Deere (met volk van Krakow in de rangen). En vergeet ook niet om de openingsbands mee te pikken, zorgvuldig geselecteerd uit de fijnste lokale kweek. Enfin, u hoort het: AFF heeft iets in z’n mars, vindt plaats op een aantrekkelijke locatie (het vernieuwde C-Mine-complex), trekt de kaart van de ecologie en de multidisciplinaire aanpak (workshops in samenwerking met de Genkse Academie) en wil vooral bewijzen dat een festival organiseren niet noodzakelijk via geijkte patronen hoeft te gebeuren. Overal dezelfde zeik… maar niet bij ons is het motto. Aan u om op de uitnodiging in te gaan.
AFF, 5 en vooral 6 augustus 2011, C-Mine Genk.