COLUMN :: Slijpschijf #28

Journalist DIRK STEENHAUT snijdt zich wekelijks aan de scherpste kantjes van de rockmuziek.

Toegegeven, soms vergt het van een recensent enige moed om zich over de zoveelste stapel cd’s te buigen van bands waar hij nog nooit eerder van heeft gehoord. Meestal wint de nieuwsgierigheid het echter van de weerzin en daar kunnen diverse redenen voor zijn. Misschien wordt zijn aandacht getrokken door de naam van de producer op de hoes, laat hij zich leiden door een label dat in het verleden al meer moois richting platenboer heeft gekatapulteerd of raakt hij geïntrigeerd door de verpakking en het artwork. Want net als iedereen laten muziekcritici zich leiden door hun percepties. Tegelijk koesteren ze natuurlijk de stille hoop om, al luisterend, op een plaatje te stuiten dat, ook al is het maar in bescheiden mate, hun leven zal veranderen. En bij uitbreiding: dat van de mensen die hun stukken lezen. Het dagelijkse bestaan van een ontdekkingsreiziger is nu eenmaal boeiender én gevarieerder dan dat van iemand die zweert bij het vertrouwde.

Waarom deze aanloop? Omdat we u willen aanraden als de wiedeweerga een denkbeeldige ferry te nemen naar Future Islands. Het trio uit Baltimore, dat in 2008 al debuteerde met Wave Like Home, heeft voor zijn muziek de term post-wave bedacht. Het gaat om een samentrekking van postrock en new wave, maar aangezien je daar op papier alle kanten mee op kunt, is luisteren de boodschap. De muziek heeft op In Evening Air zelfs nog aan energie en bezieling gewonnen en de groep kijkt liever vooruit dan achterom.

Schurende synths, elektronische beats en pulserend baswerk vormen de ruggengraat van de plaat. Gitaren zijn er nauwelijks te horen en doordat de heren zo inventief met hun instrumentarium omspringen worden die ook niet gemist. Centraal in het geluidsbeeld staat de gruizige stem van zanger Samuel Herring, een man die in vocaal opzicht zowel familie is van Tom Waits als Joe Cocker. Op In Evening Air klinkt hij afwisselend rauw, gekwetst, smachtend en teder. De nieuwe cd van Future Islands is de kroniek van een stukgelopen relatie en Herring likt uitgebreid zijn wonden, zonder zijn toevlucht te zoeken tot clichés. Niet dat de songs van zijn band in het luchtledige zijn ontstaan: het orgeltje en de melodieuze baslijn van “Swept Inside” herinneren aan Joy Division, terwijl we in openingsnummer “Walking Through That Door” echo’s uit het oeuvre van The National opvangen en we bij de korte, instrumentale titeltrack visioenen krijgen van Sparklehorse.

Die invloeden zitten echter onderhuids. Future Islands beschikken wel degelijk over een eigen smoelwerk. Wellicht zijn de ideale tracks om met de robuuste sound van het trio kennis te maken het met steeldrums en Hot Chip-achtige beats versierde “Tin Man” en het melodieuze, ook al naar Uncle Tom verwijzende “An Apology”. Maar eigenlijk zindert de hele plaat van spanning en emotie. U moet trouwens al van goeden huize komen, wilt u het droog houden tijdens het intrieste “As I Fall”. Waar eens een houvast was, klauwt Herring nu doelloos in het ijle. Gelukkig is de muziek vitaal genoeg om de begrafenisondernemer buiten de deur te houden.

In Highland Park, L.A., huist Fol Chen, een mysterieus sextet dat zich uitsluitend van schuilnamen bedient en zich nooit in het openbaar vertoont zonder maskers of gekke kostuums. Het enige dat we met zekerheid weten is dat de groep onder dak zit bij Asthmatic Kitty, het label van Sufjan Stevens, en dat Part II: The New December de opvolger is van het vorig jaar verschenen debuut John Shade, Your Fortunes’ Made. Fol Chen, dat links en rechts al covers opnam van Prince en Pink Floyd, maakt exuberante, synthetische knutselpop met een collageachtig karakter. De groep flirt met de normen van de mainstream, maar zet die tegelijk op hun kop. Hij goochelt met conventies, experimenteert, verbindt echte instrumenten met verknipte samples en promoveert zijn ongrijpbaarheid tot handelsmerk. Door de veelheid van stemmen en stijlen die we op The New December tegenkomen, lijkt Fol Chen sowieso over een meervoudige identiteit te beschikken.

Het frivole riffje van “The Holograms”, over de onbetrouwbaarheid van het geheugen, zuigt meteen je aandacht aan. “In Ruins” bouwt een brug tussen Scritti Politti en Dirty Projectors, “Your Curtain Call” is experimentele r&b en de veerkrachtige pop van “C/U” knipoogt naar The Neptunes, terwijl “This is Where the Road Belongs”, met een gastbijdrage van twee leden van Liars, bijna de indietronicatoer opgaat. Verwarrend? Zeker, maar het wèrkt wel. En nog hebben we niet alle referentiepunten vermeld. Zelf moesten we achtereenvolgens denken aan Sleeping Dog (de kamerpop van “The Holes”), Goldfrapp (“Adeline”) en Stereolab (het door Simone White gezongen “They Came To Me”). Het gekke is nu net dat al die verwijzingen elkaar na enkele luisterbeurten opheffen en je alleen nog Fol Chen hoort. Bedrieglijk eenvoudig, ambitieus en eigenzinnig. What’s not to like?

Wie zijn muziek liever een beetje rechtlijniger heeft, kan zijn voordeel doen met de eerste worp van Surfer Blood, een jonge gitaarband uit West Palm Beach, Florida. Het vijftal was een poosje geleden al te zien tijdens Les Nuits Botanique en wist ons toen nog niet helemaal te overtuigen. Maar sinds we zijn cd in huis hebben, zijn we al heel wat milder gestemd. Astro Coast is het soort plaat dat zich richt tot liefhebbers van The Drums, Vampire Weekend, The Shins en de vroege Weezer. Dat gebeurt middels catchy, in reverb gedrenkte indie met een parfum van surf- en powerpop.

Tintelende songs als “Swim” (de single), “Floating Vibes”, ‘“Harmonix” en het van seksuele frustratie doordrongen “Twin Peaks” zitten stevig in elkaar en getuigen van branie, zelfspot en jongensachtige overgave. Ze zitten vol onweerstaanbare hooks en refreinen die meteen tot meezingen uitnodigen. “Take It Easy” is dan weer gepimpt met frisse West-Afrikaanse gitaartjes, “Slow Jabroni” klinkt traag, broeierig en donker en het licht psychedelische “Catholic Pagans” geeft aan dat de heren van Surfer Blood de paradoxen niet schuwen. Astro Coast is een fijn visitekaartje van een groep die meer dan één kunstje in de vingers heeft. Tegelijk vormt het een degelijke samenvatting van wat er de jongste twintig jaar zoal in de Amerikaanse indiesector is gebeurd. De geknipte zomerplaat om met open raampjes over de snelweg naar een exquise vakantiebestemming mee te razen.

Je kunt Robert Wyatt van veel dingen verdenken, maar zichzelf bovenmatig ernstig nemen is er geen van. Zo verklaarde de 65-jarige muzikant ooit dat zijn handicap — hij kwam in een rolstoel terecht nadat hij in 1973 uit een raam op de vierde verdieping naar beneden stortte — een “zegen” was voor zijn creativiteit. Nu hij niet meer kon drummen, moest hij immers op zoek naar nieuwe manieren om zich uit te drukken. Dat deed hij door meer dan ooit zijn stem te gebruiken (volgens Ryuichi Sakamoto “the saddest voice in the world”) en op een minimalistische maar trefzekere manier met keyboards te leren omgaan.

Eigenlijk zijn alle platen van Robert Wyatt essentieel, maar voor wie de artiest nog moet leren kennen is de compilatie His Greatest Misses lang geen slechte introductie. De plaat werd zes jaar geleden speciaal voor de Japanse markt samengesteld en is nu eindelijk ook tegen een schappelijke prijs bij ons verkrijgbaar. De titel zegt iets over Wyatts notoire zelfspot, maar dient zeker niet letterlijk te worden genomen. Ook al is de man nooit een commercieel zwaargewicht geweest, mislukkingen vallen op deze collectie beslist niet te horen.

Robert Wyatt staat bekend als een linkse rakker die gezegend is met een gezond gevoel voor ironie. Dat valt af te leiden uit songs als “The Age of Self” en “Foreign Accents”. Tegelijk toont hij zich een subtiele observator van huiselijke tafereeltjes (“P.L.A.”) en kleine gebeurtenissen in zijn omgeving (“Worship”, een song als een impressionistisch schilderij). In “Free Will and Testament” analyseert de zanger de depressies die hem regelmatig overvallen en het even intense als surrealistische “Sea Song” is misschien wel het beste wat hij ooit heeft geschreven.

Wyatt is een integere geest die als geen ander het persoonlijke aan het politieke weet te koppelen, een jazzfanaat die een hekel heeft aan gratuite moeilijkdoenerij. Maar tegelijk staat hij bekend als een begenadigde vertolker van andermans werk. Wie ooit zijn versies van Elvis Costello’s “Shipbuilding”, Chics “At Last I Am Free” of Neil Diamonds “I’m a Believer” heeft gehoord, weet dat het geen covers zijn, maar definitieve lezingen. Punt. Wedden dat u, na kennismaking met His Greatest Misses, ook de rest van Wyatts discografie zult willen exploreren?

  • Future Islands:: In Evening Air, Thrill Jockey. www.myspace.com/futureislands
  • Fol Chen:: Part II: The New December, Asthmatic Kitty. www.myspace.com/folchen
  • Surfer Blood:: Astro Coast, Kanine Records. www.myspace.com/surferblood
  • Robert Wyatt:: His Greatest Misses, Hannibal Records. www.myspace.com/robertwyatt
Beeld:
Kim Duchateau

recent

Roncha :: Fleecedekentje Thuglife

Berichtje aan alle rappers van België: goed bezig. Onze...

The Gentlemen – Seizoen 1

De serie The Gentlemen was een paar jaar geleden...

Louise van den Heuvel :: Sonic Hug

Op Sonic Hug neemt Louise van den Heuvel de...

Adania Shibli :: Een klein detail

Deining op de Frankfurter Buchmesse afgelopen editie. Kort voor...

Maria Montessori

Tegelijk een feminist én een moeder zijn was geen...

verwant

Roncha :: Fleecedekentje Thuglife

Berichtje aan alle rappers van België: goed bezig. Onze...

The Gentlemen – Seizoen 1

De serie The Gentlemen was een paar jaar geleden...

Louise van den Heuvel :: Sonic Hug

Op Sonic Hug neemt Louise van den Heuvel de...

Adania Shibli :: Een klein detail

Deining op de Frankfurter Buchmesse afgelopen editie. Kort voor...

Maria Montessori

Tegelijk een feminist én een moeder zijn was geen...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in