We hebben er dit jaar verdomd lang op mogen wachten, maar eindelijk kunnen we weer glimlachen. Het is lente en dus mag die New Depression opgeborgen worden en zijn we genezen van de Nightly Disease. Ook in het hoge Noorden trekt de duisternis op en dus schudden de mannen van Madrugada de winterjas die ze van Nick Cave stalen af: op The Deep End ontpopt de groep zich tot een rechttoe-rechtaan rock ’n rollcombo.
Er is alweer drie jaar voorbij gegaan sinds voorganger Grit uit 2002, en dat voor een groep die haar eerste drie albums op een kleine drie jaar tijd uitbracht. Tijd gestoken in een poging tot doorbraak in Engeland en de Verenigde Staten (waar Grit pas een jaar geleden uitkwam), ziet u. Die operatie werd een bescheiden succes — "Majesty" werd naar verluidt een soort van hit — en dus ging de portefeuille van de platenfirma open voor The Deep End. De groep mocht in het zonnige Los Angeles gaan opnemen met befaamd producer George Drakoulias (The Black Crowes, Primal Scream).
Vijf jaar geleden smeten de Noren hun debuut Industrial Silence de groep in. Nick Cave, Tindersticks en Joy Division waren de namen waar het recenserende onderdeel van de troupe mee riposteerde, "duister" het adjectief du jour. Dat bleef ook zo op The Nightly Disease, dat een jaar later volgde. En toen werden de heren agressief. Op Grit trok Madrugada haar sound open en liet ze zich gretig beïnvloeden door Detroit Motor City. "Smerig" werd een bijkomend bijvoeglijk naamwoord, want plots hoorden we maar al te vaak het rauwe van een Iggy & The Stoogers of MC5.
Blijkbaar heeft de Commissie Voor De Beperking Van Het Aantal Adjectieven ingegrepen in die afgelopen drie jaar, want de donkere wolken boven de wereld van Madrugada zijn verdwenen. Zeggen dat het vanaf nu allemaal zonneschijn is, zou de waarheid geweld aandoen, maar de toon is toch opmerkelijk minder doemerig en grimmig. "Smerig" is overigens enkel nog bij momenten van toepassing, zoals in het aanstekelijke "Ramona". Ter vervanging mag het in afgemeten dosissen al eens "swingend" ("Hard To Come Back") of "zuiders" (de Flamencofeel van "Stories From The Streets").
Maar alweer heeft Madrugada geen perfecte plaat gemaakt. Nochtans wordt sterk begonnen met het "poppy" "The Kids Are On High Street" en "On Your Side". Daarna wordt het eerder een zaak van hit and miss met een aanslepende ballad als "Hold On To You", het erg aan Cave referende — en dus goede — "Running Out Of Time", en "Elektro Vakuum", dat een erg mooie melodie heeft.
Op zijn best bevat The Deep End de strakste en swingendste rock ’n roll die je op dit moment kunt krijgen. Check op dat punt het drieluik "Subterranean"-"Hard To Come Back"-"Ramona" dat drie uitschieters toevoegt aan het live-repertoire van de groep. En dat is goed, want het is daar dat de groep een reputatie hoog te houden heeft: Madrugada mag dan nog geen volmaakte platen hebben gemaakt, na vier albums heeft ze genoeg sterke nummers om een boeiende en strakke set op de planken te zetten.
Pech dus dat de groep nog steeds de zegen der beknoptheid niet heeft leren kennen. Net als op voorgaande platen slaagt ze er niet in de aandacht tot het einde van een nummer — laat staan die van een plaat — vast te houden, en The Deep End wordt dan ook vooral in het laatste derde oervervelend. Als iemand Sivert Hoyem en de zijnen ooit vertelt dat een cd niet per sé tot de laatste minuut moet volgestouwd worden, maar dat kort ook meestal het krachtigst is, dan gaat Madrugada ons nog kletsen geven. Nu blijven ze zolang slaan dat het op het einde slechts nog slappe handjes zijn die we voelen. Het adjectief "geweldig" laten we dus nog even in het superlatievenwoordenboek steken.