Ondanks het woord ‘slow’ in de titel is deze reeks allesbehalve traag. Op minder dan twee jaar is het derde seizoen al afgerond en is het vierde ingeblikt. Elk seizoen behandelt een van de boeken van Mick Herron, de teller staat daar nu op acht romans en vier novelles (en vier nevenromans). Dus aan dit tempo zit de kijker nog een paar jaar gebeiteld om te genieten van deze over de volledige lijn geweldige reeks. Alles aan Slow Horses zit juist: het verhaal, de dialogen, de regie, de acteurs, het tempo, het beperkte aantal afleveringen, de muziek (de titelsong is een oorwurm van Mick Jagger). Het is haast niet te geloven dat dit een reeks is van Apple, want dit wedijvert vlot met het beste van BBC. Slow Horses is dan ook het perfecte huwelijk tussen Amerikaans geld en Brits talent.
In tegenstelling tot pakweg een serie als Reacher, waarvan je de boeken in bijna eender welke volgorde kan lezen en waardoor de makers van die serie dus vlot kunnen springen van boek 1 voor seizoen 1 naar boek 11 voor seizoen 2, volgt Slow Horses strak de publicatievolgorde van de romans. Elk seizoen telt op zijn Brits ‘slechts’ zes afleveringen. Dit is tot nader orde nog steeds het beste aantal voor een seizoen – kijk naar The Last Of Us, met zes afleveringen was dat een reeks voor de geschiedenisboeken geweest, nu wordt het niet meer dan een uitgebreid lemma.
De titel Slow Horses is afgeleid van het huis waar de verlopen spionnen van MI5 terechtkomen – de alcoholisten, de onbetrouwbaren, de gokkers, de versleten en uitgerangeerden, kortom de ‘mislukkelingen’ – gelegen in Slough House. Gezien het talent van Britten om elke naam en elk woord te verbasteren, werden zij toepasselijk de ‘Slow Horses’. Je hoeft niet echt thuis te zijn in de wereld van spionage en volstrekt onbetrouwbare organisaties, maar het kan wel helpen te weten dat we hier te maken hebben met spionnen en niet met geheim agenten, zoals James Bond. Die werkt voor MI6 – kort gesteld de Britse evenknie van de C.I.A. Dus hier geen ingewikkelde plots over superrijke slechteriken die de wereld om zeep willen helpen, geen grootschalige actiescènes met een held die, terwijl hij een helikopter bestuurt, een machinegeweer afvuurt om er dan met een parachute uit te springen en te landen op ski’s. Enkele ijkpunten: Harry Palmer (The Ipcress File) is MI5, George Smiley (uit Tinker, Tailor Soldier, Spy van Le Carré) is dan weer MI6. Francis Blake, uit de strips Blake & Mortimer, is MI5. De Profumo-affaire, dat was ook MI5.
De leider van deze troep ‘klaplopers’ is Jackson Lamb – in de slotjaren van de koude oorlog een van de meest beloftevolle spionnen ooit, nu een zuipschuit die van sofa naar bureau wankelt, maar ondanks al de hersenschade nog steeds een flitsend scherpe geest bezit. Z’n personeel is een troep van gedesillusioneerden, gokkers en drugsverslaafden. Tussen hen zit de overambitieuze, maar niet al te snuggere River Cartwright, een nepobaby bij MI5 (zijn grootvader stond bekend als ‘the Old Bastard’) die steeds alles op alles probeert te zetten om toch maar terug te kunnen keren naar ‘The Park’ – The Regent’s Park (al is dit niet de locatie in de echte wereld, maar het bekt wel goed). In dit hoofdkwartier woedt een machtsstrijd tussen twee sterke vrouwen: Ingrid Tearney, de nummer 1, en Diana Taverner, de nummer 2. Beiden gaan over lijken om hun macht te consolideren. Verder is er ook nog The Dogs, de interne veiligheidsdienst die er niet voor terugdeinst de handen vuil te maken.
In het eerste seizoen kregen we te maken met de Sons Of Albion, die een jongen van Pakistaanse origine dreigen te onthoofden, het tweede seizoen werd gemarkeerd door Russische slapende agenten. Dit derde deel begint misleidend met een moord in Istanbul, om dan plots over te vloeien in een interne test van de veiligheidsprotocols van MI5 om uiteindelijk te ontaarden in een (dubbel)spel van verraad waarin alle verhalen samenvallen, maar waar ook niets is wat het lijkt en voor sommigen alles veranderde en voor anderen net niets.
Los van de sterke en strakke verhaallijnen en de geweldige dialogen (bijna elke zin van Lamb is een gouden citaat) is het vooral de casting die buitengewoon straf is. De leider van de bende losers, Lamb, wordt met perfecte dosering gespeeld door Gary Oldman. Die man behoeft geen verdere introductie, de titellijst op zijn IMDB-pagina is veelzeggend genoeg. Als de nummer 2 van MI5, Taverner, schittert Kristin Scott Thomas, een actrice die al dertig jaar vol bravoure switcht tussen Engelstalige en Franstalige films, zelfs in mindere films schittert en in meesterlijke reeksen en films altijd bijna-perfect is. De nepospion River is Jack Lowden, die al een kleine rol had in Dunkirk, maar vooral opviel als Sassoon in Benediction, de laatste film van grootmeester Terence Davies. Sinds zijn rol in Slow Horses wordt hij getipt als een van de kanshebbers voor James Bond. Maar in dit derde seizoen moet hij toch het onderspit delven voor die andere, mogelijk zelfs sterkere Bond-kandidaat en aanstormend talent tout court: Sope Dirisu (vooral bekend van het geweldige Gangs Of London) speelt hij hier een agent met een dubbele missie.
Ook nu eindigt de laatste aflevering al met een teaser voor het volgende seizoen, dit keer gebaseerd op het boek Spook Street, waarin we te maken krijgen met zelfmoordaanslagen. De lat ligt hoog, aangezien de reeks in stijgende lijn is gegaan van een sterk eerste seizoen tot dit beresterk derde, maar elke kijker heeft er ongetwijfeld het volste vertrouwen in dat de makers het een vierde keer op rij zullen waarmaken.
Slow Horses streamt op Apple TV+