Een epifanie is per definitie iets eenmaligs, een overrompeling die zich in een zeer specifieke samenvloeiing van tijd en ruimte manifesteert. Zoiets überhaupt in woorden, beelden, of muziek vatten is al een fikse uitdaging, laat staan om het dan op een podium op te voeren. Hoewel Haley Fohr er met haar project Circuit des Yeux op plaat zowaar redelijk goed in geslaagd is, bleek de liveversie toch iets moeilijker.
Als voorprogramma had Fohr stadsgenoot Natalie Chami meegenomen die als TAL Sounds soundscapes ergens tussen pop en drone aan elkaar reeg. Chami houdt niet van: vierkwartsmaten, natuurlijke haarkleur en stilte. Ze houdt des te meer van: analoge synths, flashy haarverf, looppedalen en amorfe stemgeluiden. “There’s so much to say” zong ze in een van de songs die ze gestaag opbouwde, en in het half uurtje dat ze toebedeeld kreeg als voorprogramma wist ze inderdaad de klanken, impressies en ritmes op elkaar te stapelen als waren het de duizend dingen die een kleuter te vertellen heeft aan zijn moeder als hij net terug is van school.
Het was ietwat onduidelijk hoeveel van wat ze bracht geïmproviseerd was — wat opzoekwerk vertelt ons dat haar platen steevast volledig ongepland tot stand komen, deze set wellicht evenzeer — maar de vaart zat er wel in, laverend tussen kosmische verkenningen, scheve hiphop, vettige drones, en nu eens engelachtige dan weer volstrekt chaotisch over elkaar heen struikelende stemmen. Chami is weliswaar gezegend met een uitstekende stem en een creatief muzikaal oor en wist zonder veel moeite een half uur te boeien, maar toch was het ergens spijtig dat ze nergens een idee echt uitpuurde of haar instant-composities liet ademen.
De laatste plaat van Circuit des Yeux werd opgenomen met een kleine schare muzikanten uit de jazz-scene van Chicago die rond Fohrs losse song-ideeën jamden. Het resultaat, Reaching For Indigo, was een van de beste platen van 2017 omdat het door die half gecomponeerde, half geïmproviseerde aanpak op boeiende wijze het onverwachte aspect van Fohrs Damascus-moment probeerde te vatten. Het was dan ook uitkijken naar hoe ze dat live zou brengen.
Wie sterk afwijkende versies van de plaat verwachtte, kwam alvast van een kale reis terug, want het trio dat in de Balzaal de bühne betrad nam niet bijzonder veel risico’s in het vertalen van de opgenomen versies naar een podium. Er werden natuurlijk wel wat zaken anders ingekleurd omdat drie mensen maar een beperkt aantal partijen live kunnen spelen, maar tegelijkertijd liet Fohr wel enkele lagen uit een sampler meespelen. Het dreunende orgel uit opener “Brainshift” kwam bijvoorbeeld uit een backing track, maar die aardse blazers werden op boeiende wijze overgenomen door de contrabas van Joshua Abrams. Een pluim tout court voor die laatste, want ’s mans gevarieerde speelstijl wist het klankbeeld geregeld erg mooi open te trekken.
Hier en daar nam het trio toch de vrijheid om verder te borduren op het basispalet. Beste voorbeeld was ongetwijfeld “A Story Of This World Part Two” waarin de marcherende gitaarriff werd aangegrepen voor een lekkere, ruige jamsessie. Bovendien legde de compacte, sonisch meer beperkte klankvorming van deze liveversie de bouwfundamenten van de plaat soms fascinerend bloot: plots viel bijvoorbeeld op hoe de muzikale basispartij van “Geyser” in essentie gewoon een vertraagde versie is van het voortvarende “Paper Bag”, alsof de band de “time tricks” waar Fohr over zingt ook muzikaal in de praktijk bracht met herhalingen en vervormingen van basisthema’s. Maar echt losbreken uit het keurslijf van de songs, dat gebeurde hier niet. Reaching For Indigo werd integraal gespeeld en daarna zat het er al bijna op. Een fijne bis met een ons onbekend, rijkelijk met dissonanten spelend nummer volgde.
Een mooi optreden dus, maar eentje waar de verrassingen eerder van kleine aard waren. Gezien de torenhoge kwaliteit van Fohrs studiowerk van de afgelopen jaren is dat een kleine teleurstelling, maar vergeleken met het gros van de concurrentie was dit nog steeds kwalitatief. Alleen mag Fohr wat ons betreft in de toekomst die fenomenale muzikanten met wie ze zich omringt nog wat meer de vrije loop geven om zelfstandig op verkenning te gaan binnen de ruwe afbakeningen van haar songs.