Wauter Mannaert is een beetje paraplu, zoals hij zelf zegt. De tekenaar zit over een koffie gebogen in het Brusselse Radisson Red Hotel, dat recent de deuren opende en van boven tot onder gesierd wordt door tekeningen van Mannaert. De vermoeidheid wordt echter veroorzaakt door de komst van een kleine spruit. En dan is er natuurlijk die nieuwe graphic novel, die de lezer de kans geeft in de wereld van Weegee, the famous te duiken.
“Ik heb Weegee leren kennen in de bibliotheek van Sint Lukas, tussen de kunst- en fotografieboeken”, vertelt Mannaert over de legendarische fotograaf die de New Yorkse sensatiepers in de jaren dertig en veertig van indrukwekkend fotomateriaal voorzag. “Ik studeerde animatiefilm en zowel mijn tekenstijl als het soort verhalen dat ik wilde vertellen, zijn een tijdlang door Weegee beïnvloed geweest. Toen is het er echter nooit van gekomen om daar écht iets mee te doen, deels omdat animatiefilm geen goed medium is om lange verhalen te vertellen. Toen dit project zich aandiende, was dat voor mij een enthousiast thuiskomen.”
enola: Het scenario is van de hand van Max De Radiguès. Moet je dan samen op zoek naar hoe je best invulling geeft aan die passie?
Mannaert: “Max had een tiental versies van het scenario geschreven, wat best veel is. Een versie vond ik echt de beste en die hebben we aangevuld met scènes uit andere versies: de tien varianten gingen immers zowat alle kanten uit. Sommige waren meer misdaadverhaal of detective, terwijl dit meer een portret is van de mens Weegee, wat mij het beste lag. Het voelde bovendien niet geforceerd aan om te vertrekken van zijn foto’s, waarmee we scènes aan elkaar breien, die telkens op een foto gebaseerd zijn.”
enola: Het New York van de jaren veertig tekenen: daar komt vermoedelijk veel opzoekingswerk bij kijken?
Mannaert: “Dat was heel intensief. Als ik het scenario begon uit te schetsen, zat ik tachtig procent van mijn dag op Google. Dat is verschrikkelijk. (lacht)”
“Die hele jaren veertig, met zijn wagens, politie-uniformen, alles eigenlijk: daar komt veel opzoekingswerk bij kijken. Er zijn gelukkig heel wat fotografen uit die periode die fantastisch werk geleverd hebben, zoals Helen Levitt, die bekend is van de spelende kinderen in de straten van New York. Die zitten er ook in.”
“De Lower East Side van New York is natuurlijk al duizenden, zo niet honderdduizenden keren in beeld gebracht. Het is moeilijk om daar origineel in te zijn. Die buurt was trouwens op dat ogenblik, in de jaren dertig en veertig, een van de drukst bevolkte gebieden ter wereld, een echte migrantenbuurt. Ik vond wel dat dat aspect ook getoond mocht worden.”
enola: Het onderwerp klinkt als zeer dankbaar om te tekenen: foto’s en tekeningen zijn beiden visuele media. Je maakt beelden over beelden.
Mannaert: “Het is heel dankbaar. Enkele collega’s reageerden echter verschrikt op dit project: ‘je vertrekt van een beroemde fotograaf, met iconische foto’s, wat ga je daarmee doen?’ Maar ik ben er gewoon ingevlogen en vond het heel leuk om als tekenaar te plukken uit foto’s: niet gewoon foto’s kopiëren, maar twee, drie of vier foto’s te openen en daarmee aan de slag te gaan.”
“Wat ik relevant vind aan het boek, is de objectiviteit van een beeld: in hoeverre dat nog bestaat of ooit bestaan heeft. Weegee manipuleerde namelijk zijn foto’s en dat ligt er in ons boek vingerdik op. Maar uiteindelijk doet elke fotograaf, of elke journalist dat: je zit met framing. Ik heb tien jaar als mediavormer gewerkt in het onderwijs en het jeugdwerk. Een van mijn taken daar, was om jongeren te laten inzien dat een beeld niet per sé dé werkelijkheid toont. Dat er namelijk altijd een kader rond zit, er altijd dingen buiten beeld zijn, dat er iets aan vooraf gegaan is. Dat thema ligt dicht bij mij en daar wou ik graag iets mee doen.”
enola: Ook het boek fungeert als dusdanig: het is, net zoals voorganger El Mesias, gebaseerd op de werkelijkheid.
Mannaert: “Ik vind het fictionaliseren van de werkelijkheid boeiend. Dit is geen nauwkeurig portret van die man. Het is gebaseerd op zijn autobiografie, die al met een dikke korrel zout te nemen is. Weegee maakte een personage van zichzelf -hij had zelfs een stempel ‘Weegee the famous’. Het is rond dat personage dat we iets gedaan hebben. Het is dus geen non-fictie boek.”
“Van het andere uiterste, een echt non-fictie werk maken, was even sprake ten tijde van El Mesias. Toen bestond het idee om er een stripreportage van te maken en echt als journalist naar Spanje te trekken en dat dan achteraf in een graphic novel te gieten. Maar uiteindelijk lees ik dat soort verhalen zelf niet zo graag. Ik word veel liever meegesleurd in een fictieverhaal dan in non-fictie. Ik denk zelfs dat de boodschap veel directer kan aankomen wanneer het fictie is. Mensen zijn immers verhalenvertellers. Als je iets in fictievorm brengt, dringt het dieper door, omdat je het beleeft, omdat emoties meespelen. Meer dan wanneer je puur feitelijk vertelt.”
enola: Wat opvalt: dit album is opnieuw een klepper. Ondertussen teken je echter ook voor Bruzz, wat het andere uiterste is, korter kan immers niet.
Mannaert: “Bruzz is een beetje mijn speeltuin. Bruzz is een weekkrant waarvoor ik een cartoon of een illustratie maak, waarin ik dingen kan uitproberen, wat heel bevrijdend is. Mijn stijlen kunnen nogal eens ver uit elkaar lopen en dat kan binnen zo’n context. Ik probeer voor elk boek een andere stijl te vinden, die het best bij het boek past, en dus is het fijn om betaald dingen uit te proberen.”
enola: En Bruzz bevindt zich, net zoals Weegee, in een zeer stedelijke context.
Mannaert: “Mijn volgend boek gaat zich ook in Brussel afspelen. Enfin, een fictief Brussel dan. Het is nog te vroeg om veel te zeggen, maar het zal een kinderverhaal zijn voor 9 tot 99 jaar en het zal draaien rond hedendaagse verschijnselen zoals dakboerderijen, wildplukkers, seedbombs, guerrilla gardening, voeding en activisme. Op z’n Roald Dahls maak ik rond die thema’s een kinderverhaal.”
enola: Opnieuw met een scenarist?
Mannaert: “Neen, ik schrijf het zelf. Het is anders, persoonlijker.”
“Het is best een uitdaging om van een bestaand scenario te vertrekken: El Mesias was een literaire tekst, daar was mijn ruimte om te interpreteren nog heel breed. In het geval van Weegee merkte je dat Max zelf ook striptekenaar is, dat scenario was heel netjes: pagina dit en dat.”
“Als je zelf een scenario schrijft, word je met andere problemen geconfronteerd: hoe kan ik dit efficiënt houden? Echt kill your darlings, bij momenten, snoeien in wat je hebt.”
enola: Elk van je albums is door iemand anders geschreven. Bewust?
Mannaert: “Om praktische redenen. Met Mark (Bellido, die El Mesias schreef), wil ik graag terug samenwerken, maar hij heeft net een boek met Judith Vanistendael gemaakt, Salto. Mark is het soort scenarist die alleen maar kan schrijven wat hij leeft, zegt hij. Dus ik wacht tot hij iets beleeft. (lacht)
“Ik probeer echter te leven van mijn werk, dus als het ene boek in de winkel belandt, moet ik al aan het volgende bezig zijn. Daarom werk ik met verschillende scenaristen en zit ik zelf voortdurend op ideeën te broeden.”
enola: Weegee verschijnt ook op de Franse markt.
Mannaert: “Weegee is in Frankrijk op 17 augustus uitgekomen, ondertussen ben ik een paar keer heen en weer gereisd. Het is mijn debuut in Frankrijk en mensen staan in de rij, wat echt tof is.”
“Of dat gemakkelijk gegaan is? Neen. Ik heb daar tien jaar voor gevochten. Het is supermoeilijk. Ofwel heb je de wind mee, zoals een supertalent als Ben Gijsemans, wiens boeken meteen aanslaan. Die luxe heb ik niet, ik heb nooit heel evident werk gemaakt.”
“Voor El Mesias is een uitgever gevonden, waar het in januari zal verschijnen, maar dat is niet vanzelf gegaan. Misschien omdat het een complex verhaal is, en niet heel oogstrelend.”