Met Styx verschijnt het laatste boek van Peter Pontiac. Het ultieme boek van Peter Pontiac. Het bleef onafgewerkt, maar bevat toch alle intensiteit die Pontiacs werk en leven kenmerkte.
Op 20 januari 2015 overleed Peter Pontiac, een van meest prominente Nederlandse makers van undergroundstrips. Zijn carrière omvat meer dan veertig jaar Nederlandse strip- én muziekgeschiedenis. In de jaren zestig werd Pontiac (in het echte leven Peter Pollmann) gegrepen door de rebelse muziek van die tijd. Hij begint met het tekenen van platenhoezen. Via Joost Swarte werd hij in de stripwereld geïntroduceerd in diens tijdschrift Modern Papier. Zo begon een carrière van alternatieve stripverhalen die vaak een directe link hadden met muziek. Ook als illustrator was Pontiac al snel een bekende naam. Hij werkte vele jaren voor heel diverse tijdschriften en kranten. In 1990 verscheen in het striptijdschrift Wordt Vervolgd een eerste langer stripverhaal onder de titel Requiem Fortissimo. In de jaren negentig werd zijn werk voor het eerst gebundeld via de reeks Pontiac Review. In 1997 ontving de auteur de Stripschapprijs voor zijn oeuvre, wat dan toch eindelijk een aanvaarding betekende door het reguliere Nederlandse stripcircuit. Eind jaren negentig wijdde hij zich enkele jaren aan een graphic novel over het oorlogsverleden van zijn vader. Pontiac verwerkte dit complexe verleden aan de hand van een mix van strips, teksten en illustraties tot de ‘biografiek’ Kraut (2000). Sinds Kraut werkte hij met tussenpozen aan zijn doodsboek. Naar analogie met de kruisweg van Christus wilde Pontiac een boek maken over zijn verhouding tot de dood. In 2010 werd bij hem hepatitis C en levercirrose vastgesteld. Het doodsboek van Pontiac werd een nog persoonlijker verslag van zijn strijd tegen een gedwongen einde. In 2014 zamelde hij met hulp van zijn dochter genoeg geld in om het boek te kunnen afwerken. De dood haalde Peter Pontiac echter begin 2015 in. Zijn werk, dat ondertussen de titel Styx gekregen had, bleef onafgewerkt.
Nu verschijnt het onafgewerkte verhaal als een subliem vormgegeven boek. De geïnkte pagina’s gaan vergezeld van de schetsen en een uitgebreide sectie met mailverkeer tussen Peter Pontiac en enkele van zijn naaste vrienden. Die teksten geven een waardevolle aanvulling op het creatieproces van Styx. Het geeft ook aan hoe verweven Styx geworden was met Pontiacs ziekte en strijd. Dankzij de inspanningen van Pontiacs weduwe en een goede vriend werd Styx uiteindelijk toch gerealiseerd. Alle stripliefhebbers kunnen hen enkel dankbaar zijn, want Styx is ondanks de onafgewerkte staat toch een meesterwerk van een van Nederlands beste tekenaars.
Elk hoofdstuk in Styx wordt opgehangen aan een statie in de kruisweg van Christus. Pontiac verbindt zijn doodsbedenkingen aan persoonlijke gebeurtenissen. Tegelijk bulkt Styx weer van de wat morbide humor die zo typerend is voor al zijn werk sinds het prille begin. Ook de barokke taal van Pontiac blijft hem typeren. In het deel met de mailteksten valt dit uiteraard nog sterker op. Hij vertelt op een open en wat ironiserende manier over zijn eigen leven. Ondanks het heterogene karakter van Styx, slagen de samenstellers en de uitgeverij er in om een mooi geheel te produceren. Dat Styx, met als typerende ondertitel De Zesplankenkoorts, überhaupt verschenen is, is het ultieme eerbetoon aan de auteur én de mens Peter Pontiac.