Als neonreclame voor moreel verval staat, is de nieuwe Neon Indian de schaamteloze soundtrack bij al wat het daglicht niet verdragen kan.
Met zijn Neon Indian ambieert Alan Palomo méér dan het levend houden van de jaren tachtig. De synthpop van deze 27-jarige Texaan mag dan wat retro klinken, maar VEGA INTL. Night School is niet bepaald een braaf nostalgietripje. Hoewel de luisteraar dankzij Psychic Chasms en Era Extraña een redelijk zorgeloos zomergevoel van hem gewend is, roepen Palomo’s heldere synthesizers op zijn derde album veeleer een gevoel van decadentie en moreel verval op. Maar geen nood: dit is het soort zedeloosheid waar een mens euforisch van wordt.
Die decadente sfeer is niet echt verwonderlijk als je naar de ontstaansgeschiedenis van dit album kijkt: Palomo schreef het merendeel van de nummers aan boord van een cruiseschip dat door het Caraïbisch gebied voer. Niet dat er steeldrums of andere exotische instrumenten hoorbaar zijn, al wordt de leuke single “Annie” wel ondersteund door een vette reggaebeat die van een nabijgelegen eiland is overgewaaid. Het zijn echter vooral de rijkelijk gelaagde synthesizers die het album tot een luxueuze luisterervaring maken: een kristallen leadsynth luidt het catchy “Slumlord” in, ruimt plaats voor een iets stuurser en snobistischer riedeltje dat vervolgens door nog meer toetsen wordt opgevrijd, terwijl Palomo een gulzige zangmelodie neerzet: “It goes on and / On and / On and…” klinkt het onhoudbaar in het refrein. Maar ook andere instrumenten doen hun duit in het goed gevulde zakje, zoals de morsige elektrische gitaar en riante saxofoonsolo die in het funky “Dear Skorpio Magazine” het mooie weer maken.
Wie de zomerse Floridavibe met een nadrukkelijk eightiesgeluid combineert, komt echter onvermijdelijk bij Tony Montana uit, de Cubaanse inwijkeling die als gewelddadige drugsbaron het Miami van Scarface terroriseerde. Palomo mag dan wel uit Mexico afkomstig en (voor zover wij weten) niet bij de handel in verdovende middelen betrokken zijn, maar een nummer als “Baby’s Eyes” ademt toch een corrupte genotszucht uit die niet zou misstaan in de groezelige discotheken van Miami Beach waar Montana en zijn vrienden de boel op stelten zetten. Het lijkt er overigens op dat Palomo zich helemaal in die referenties kan vinden, want hij schreef in 2013 nog een nummer voor de vijfde editie van Grand Theft Auto, een gamereeks die in het verleden uitdrukkelijk naar de klassieker van Brian De Palma knipoogde. En ook in “Techno Clique” is de dansvloer gehuld in een geestverruimende waas van surreële slaperigheid: dit is het soort trip waar de feestvierder morgen ongetwijfeld spijt van heeft.
Al is dat eigenlijk nergens voor nodig. De Night School in de albumtitel verwijst naar de nachtelijke momenten waarop men de ware aard van de mens leert kennen: wanneer iedereen recht op zijn doel afgaat, zijn seks, drugs en andere excessen weliswaar het logische gevolg, maar Palomo wil dat ontkennen noch bekritiseren. Hij is er alleen op uit die foute koortsdromen van een extatische soundtrack te voorzien, en het zou overdreven kritisch zijn om die aanpak als een gemiste kans te zien. Dit is nu eenmaal muziek die met één been in het uitgaansleven staat, en het afgrijselijke label “Intelligent Dance Music” (IDM) houdt geen verplichting tot sociale bewogenheid of maatschappijkritiek in: soms is het best oké om niets te willen leren, maar gewoon plezier te maken.
Als gevolg van dat alles klinkt VEGA INTL. Night School zo onbeschaamd dat het bijna vintage kitsch wordt, maar dankzij de hoge amusementswaarde overheerst toch het gevoel dat dit gewoon puur vakmanschap is. “C’est La Vie (say the casualties)” is daarvan het perfecte voorbeeld: de grappige ritmes doen bijwijlen aan de meest recente Ariel Pink denken en het achtergrondkoortje in het refrein is waarlijk onnozel, maar het werkt allemaal wel verdomd aanstekelijk. Een voltreffer, deze derde Neon Indian.