Buitenmaatse temperaturen, u weet er ongetwijfeld alles van. Ook tijdens de voorbije lente wilden die al eens opduiken, maar dan eerder van het soort dat roept om plonsbaden, ijsjes en frisse cocktails. Menig luie namiddag werd toen in het park doorgebracht, met in de oren steevast de opgewekte tonen van The Love Language.
Want laten we maar eerlijk zijn, de tien songs van Libraries zitten al langer in onze collectie. Al moeten we voor de oorspronkelijke release nog wat verder terug in de tijd. Deze tweede plaat van The Love Language — het zelfgetitelde debuut uit 2009 ging min of meer aan Europa voorbij — verscheen in de States namelijk al in de zomer van 2010. Ondanks positieve kritieken was het wachten tot 2011 alvorens ze, dankzij optredens met Local Natives en, vooral, als voorprogramma van Arcade Fire, daar echt werden opgepikt. Ook hier begon de naam begin 2011 stilletjes aan binnen te sijpelen, maar het duurde tot een jaar na de oorspronkelijke release bij Merge alvorens The Love Language bij One Four Seven Records een contract voor Europa en de UK tekende. De Europese release van Libraries volgde in het najaar.
Dus ja, we zijn een beetje laat met deze recensie. Maar voor een plaat die zelf zowat vijftig jaar te laat lijkt te komen, is dat misschien niet geheel ongepast. Niet dat Libraries een anachronisme is. The Love Language brengt eigentijdse indiepop — vergelijkingen met Fleet Foxes, Cass McCombs en Local Natives te over bij onze voorgangers — doch met een ongelooflijk retrogevoel. Denk: pop art. Of beter nog: een sixties pool party aan een modernistische villa in LA. Jonge twintigers in kleurrijke zwemkledij, een margarita in de hand, twistend en flirtend langs de rand van het zwembad. Uitgelaten, maar kuis.
Zo gaat het nu eenmaal ook met Libraries. De plaat is opgewekt en energiek, maar braafjes. Stuart McLamb, de man die zichzelf na de nodige liefdesperikelen ooit afzonderde van de wereld (cliché van de hedendaagse indie-artiest numero uno), in alle eenzaamheid op een oude four-track een plaat opnam (cliché van de hedendaagse indie-artiest numero duo) en zo The Love Language boven de doopvont hield, heeft alleszins een talent voor aanstekelijke melodieën. Opener “Pedals” en single “Heart To Tell” laten zich met hun vrolijke gitaarriffs en goedgeplaatste percussieaccenten alvast niet meteen vergeten. Ook “Blue Angel” nestelt zich graag in uw hoofd maar doet dat rustiger, door zich er zachtjes neer te vlijen.
Met dat soort trage nummers is het echter nog oppassen geblazen voor McLamb. Waar “Blue Angel” nog over de nodige zwoelheid en accenten beschikt om te overtuigen, zorgt het triootje piano-drums-gitaar in “This Blood Is Our Own” voor weinig spanning. De melige strijkers en achtergrondzangeressen die op tijd en stond worden aangerukt, duwen het nummer bovendien verder kopje onder. Wanneer de pedal steel halverwege even vrijspel krijgt, is de ultieme verveling helaas al toegeslagen.
“Wilmont” is ondanks de traagheid dan weer wel een bescheiden hoogtepunt. Bescheiden, in de zin dat het zich, in tegenstelling tot pakweg “Heart To Tell” en ook “Anthophobia”, niet door aanstekelijke overrompeling laat gelden. “Wilmont” begint als een gestripte ballad, met akoestische gitaar en gebroken zang, en dikt heel stilletjes aan. Eerst een vage wolk van elektronica, dan een zelfzekerder stemgeluid, een elektrische gitaar. En dan: de percussie! Tuimelende drums proberen het nummer te kapen, maar McLamb zingt quasi onverstoorbaar verder op hetzelfde, rustige elan. Bloedmooi.
Anderhalf jaar na de oorspronkelijke release klinkt Libraries gelukkig nog steeds fris en aanstekelijk, al moeten we toegeven dat we de voorbije weken hoe langer hoe meer naar wat stevige weerhaakjes hebben verlangd. De plaat is en blijft nu eenmaal behoorlijk braaf, en is niet over de hele lijn even sterk. Een hoge concentratie opeenvolgende luisterbeurten is dan ook niet aan te raden; voor de occasionele summer boost is Libraries dan wel weer ideaal. Komt dat even goed uit!