Joann Sfars invasie van de Nederlandstalige stripmarkt gaat vrolijk verder. Via de literaire uitgeverij Gottmer publiceert hij sinds kort ook zijn verhalen over de Kleine Vampier in onze taal. Van zowel de strip- als de boekenreeks verscheen zopas een tweede deel.
{image} In Kleine Vampier zit op kungfu! wil de kleine Michael ontsnappen aan de pestkoppen op school. Om zich te kunnen verdedigen, wil hij kungfu leren. Kleine Vampier wil hem daarbij helpen en samen gaan ze in de vreemde wereld van de nachtwezens op zoek naar een geschikte leraar. Op een onnavolgbare manier weet Sfar de monsterlijke wezens uit dit boek iets sympathieks en vriendelijks te geven. Elk monster heeft ook zijn gebreken en onhandigheden, wat vaak tot grappige situaties leidt. De onvoorstelbare fantasie van Joann Sfar doet de rest, want waar die man de vreemde maar steeds logische gedachtekronkels blijft halen, mag een raadsel zijn.
Tekentechnisch bevat Kleine Vampier een Sfar op de top van zijn kunnen: rijkelijk gevulde bladzijden met bizarre wezens en boeiende achtergronden staan ons toe ons volledig in de strip in te leven. Wellicht is Sfars donkere stijl soms wat te beangstigend voor de kleinsten en op het eerste zicht te weinig aantrekkelijk door de totale afwezigheid van felle kleuren en eenvoudige figuurtjes. Toch tonen de goede verkoopcijfers in Frankrijk aan dat er wel degelijk een markt bestaat voor dit soort strips. Ondertussen werd van Kleine Vampier ook al een tekenfilm gefabriceerd en werd ook een boekenreeks rond dit figuurtje opgestart. Samen met Sandrine Jardel schrijft en illustreert Sfar deze boeken, die parallel met de strip vertaald worden.
Kleine Vampier toont eens te meer de diversiteit van Joann Sfar. Hij wisselt met evenveel gemak een filosofisch getinte volwassenenstrip als De Kat van de Rabbijn af met een creatief uitzinnige kinderstrip als Kleine Vampier, om dan ter afwisseling samen met kompaan Lewis Trondheim maar even een volledig gefantaseerd universum te creëren in Donjon. Daarnaast werkt Sfar aan honderd en één projecten tegelijk en geldt hij als de meest productieve Franse auteur. Zijn regelmatig bij L’Association verschijnende dagboeken overschrijden meer dan eens de vijfhonderd bladzijden per deel. Binnen dit gigantische oeuvre is Kleine Vampier zeker een van de meer klassieke verhalen en als dusdanig ook beter geschikt voor een vertaling bij een grote uitgeverij.
Dat nu ook Gottmer na collega’s Atlas, De Bezige Bij en Nijgh & Van Ditmar zich aan stripverhalen waagt is zeker een goede zaak. Het kan het imago van het stripverhaal binnen de literaire wereld alleen maar ten goede komen, zeker met pareltjes als Kleine Vampier. Gottmer houdt er overigens een mooi tempo op na: Kleine Vampier zit op kungfu! is al het tweede deel dat dit jaar verschijnt en deel drie wacht al om de hoek.
