Een countryplaat dus, omdat hij verliefd werd op de wide open road, en wat de radio’s dan speelden. Op Coming Home pakt Sam Bettens uit met de meest klassieke songs die hij ooit schreef, en misschien wel zijn beste werk ooit. ‘Misschien moet ik de brug zijn die dit genre naar Europa brengt.’
enola: “I’ve been dying to do this thing that I’ve never done before”, zing je. Dan denk ik: dit was iets dat moest.
Sam Bettens: “Zo voelde het ook aan. De eerste nummers zijn nog voor de pandemie geschreven, en toen al merkte ik dat ik in de auto altijd een countryzender had opstaan, en hoe langer hoe meer verliefd werd op die warme Nashvillesound. Country is in de VS erg populair, en zo ging ik beseffen dat er in de muziek nog ruimte was voor echte songs: je kúnt nog verhalen schrijven, en mooie dingen opnemen in een eenvoudige opstelling. Het moet niet altijd overgeproduced zijn, of een gimmick – die essentie van songschrijven heeft zijn plek nog in dat genre. En dus voelde ik dat ik zelf een countryplaat moest maken.”
“One More Country Song”, waaruit je citeert, is overigens een van de eerste songs die ik voor Coming Home schreef, en ik zag meteen duizenden mensen meezingen. Of dat ook effectief zal gebeuren, dat moeten we nog zien (lacht), maar het was een leuk beeld.”
enola: Heb je country pas in de Verenigde Staten leren kennen, of was de liefde er al in je Belgische jaren?
Bettens: “Dat laatste, want als ik aan mijn jeugd terugdenk, dan waren Dolly Parton, Kenny Rogers of Johnny Cash ook wel al aanwezig in mijn leven. Al waren ze dat niet per se meer dan anderen. Ik ben pas écht met country geconfronteerd toen ik in Tennessee woonde, en om eerlijk te zijn vond ik wat ik toen hoorde niet leuk. Nog altijd niet, maar ik heb gaandeweg geleerd dat er in het genre zoveel meer bestaat. Chris Stapleton, Luke Holmes, Lenny Wilson … Dat zijn echte authentieke songschrijvers.”
enola: Uiteindelijk was je doorbraaksingle “Why Don’t You Try Me?” met Frankie Miller al country, niet?
Bettens: “Dat is zo. En ik had een jaar eerder ook al “I’m So Lonesome I Could Cry” gecoverd. Dat was me destijds wel opgedrongen, maar het klopt: mijn eerste studio-ervaring was dus wel op countryvlak.”
“Country leeft in de Verenigde Staten zoveel harder dan hier. Het is een van de populairste genres, soms meer nog dan hiphop. Het is van iedereen; working class-muziek die door iedereen kan worden gemaakt, voor iedereen. En nogmaals: niet alles wat onder die noemer wordt gemaakt, spreekt me aan, maar heel veel wel. Er zijn countrysongs waar ik eindeloos naar kan luisteren.”
enola: Wat ik interessant vind, is hoe je na Julian Baker en Torres alweer een queer artiest bent die het conservatieve countrygenre vastpakt.
Bettens: “En dat is zeker niet per se uit rebellie, maar ik liet me door die reputatie ook niet afschrikken. Mijn vrouw had wel iets van ‘kun je het jezelf nu nóg moeilijker maken dan door als 52-jarige transartiest een countryplaat te maken?’ Die dan nog eens vooral bestemd is voor de Europese markt, waar dat genre niet eens zo populair is. Tja, zo heb ik er echt niet over nagedacht, ik wilde gewoon een countryplaat maken. En misschien moet ik dan maar gewoon de brug zijn die dat genre naar Europa brengt, en in de VS kan ik met wat geluk een van de eerste transartiesten zijn die een succesvol countryalbum maakt. Dat is het doel. Ik heb het niet gedaan om een statement te maken, maar als het een klein statement kan zijn, dan ga ik dat niet laten.”
“Ik geloof er eigenlijk wel in. Ik vind het niet naïef van mezelf om te denken dat er een markt voor een plaat als deze is. Mensen willen niet alleen dat conservatieve van Kid Rock of Jason Aldean, maar staan ook open voor lgbtq-artiesten. Al zal het een lange weg voor mij zijn om hier ook in Amerika iets mee te doen. Ik weet dat die droom hoog gegrepen is, maar daarom niet per se onmogelijk.”
enola: “I want it to be Nashville strong”, zong je, en dus ben je ook in dat hart van de countrymuziek gaan opnemen.
Bettens: “Dat was een must. Niet om te kunnen zeggen dat ze daar is opgenomen, maar voor de sound. Het was de klank van die stad waar ik door de radio zo verliefd op ben geworden. Daarom wilde ik ook met muzikanten van daar opnemen, met de top van de top. Ik had minder bekende muzikanten kunnen kiezen, om dan te zeggen dat de plaat in Nashville is gemaakt, maar ook daar wilde ik geen compromissen: het moesten die gasten zijn die op alle albums spelen die ik zo mooi vind.”
“Ik droomde er van om midden tussen zulke mannen te zitten, en wanneer iedereen begint te spelen, schieten mij de tranen in de ogen. Die droom is uitgekomen, maar daarom heeft het zo lang geduurd voor deze plaat er is gekomen. Ik heb gewacht tot ik de juiste contacten had om dat soort mensen te kunnen aantrekken. Als het niet op die manier kon, wilde ik het immers niet doen. Ik had ook in België een mooie countryplaat kunnen opnemen, maar dat mocht het niet zijn.”
enola: Hoe zou je die Nashville-sound samenvatten of omschrijven?
Bettens: “Ik ben op productioneel vlak niet echt onderlegd – ik kan zelfs nauwelijks een demo opnemen – dus ik kan dat niet in technische termen uitleggen. Waar het me om gaat, is dat het een soort warmte en comfort uitstraalt die ik heel weinig in andere muziek vind. Ik denk dan bijvoorbeeld aan oude langspelers van Shawn Colvin, waarvan je – nog voor zij begint te zingen – hoort hoe goed ze klinken. Dat voel ik in die typische Nashvilleplaten heel hard.”
enola: Je noemt het album dan ook een soort van thuiskomen.
Bettens: “Het mag dan geen droom van dertig jaar oud zijn geweest, toch voelt dit alsof het op een of andere manier altijd moest gebeuren. Mijn beste maat, die ook onze drummer is, vertelde me met tranen in de ogen dat dit het mooiste is wat ik al gemaakt heb. Dat horen van iemand die al zo lang met mij speelt, mij zo goed kent, dat deed deugd.”
“Ik denk dat ik het zelf ook wel voelde aankomen. Het gaf iets extra dat ik het nu als Sam Bettens kan doen. Ik voel me comfortabel in mijn lichaam, mijn stem is ietwat veranderd; alles klopte nu, voor alles was het het juiste moment.”
enola: Heb je het gevoel dat je stem zich nu beter leent voor het genre?
Bettens: “Dat denk ik wel. Ik heb niet dat typische nasale van Nashville in mijn stem, maar ik heb natuurlijk wel het soort songs geschreven die werken voor mij. Er bestaat heel veel country die ik niet gezongen zou krijgen omdat ik niet die typische twang in mijn stem heb, maar er is genoeg ruimte in het genre om verschillende soorten stemmen te laten horen, waaronder die van mij.”
enola: Eigenlijk is deze plaat radicaal het tegendeel van Rex Rebel, het meer elektronische project dat je enkele jaren terug lanceerde.
Bettens: “Daar had ik nog niet bij stilgestaan, maar: inderdaad. Uiteindelijk schrijf ik gewoon liedjes, en dat was ook bij Rex Rebel zo, maar nu verlangde ik er echt naar om heel eenvoudige, echte dingen te maken. En verder vrees ik dat Covid dat project begraven heeft. De timing kon echt niet slechter zijn. We hebben één concert kunnen spelen voor alles is dichtgegaan, en tegen dat de boel weer openging, had iedereen nieuwe platen uit, en was die van ons oud. We moesten opnieuw van nul beginnen, en die drive was er niet. Maar de jongens die in die band zaten, zitten nu wel in mijn groep, dus op dat vlak zijn we nog samen.”
enola: Typisch voor country is ook dat de nummers heel verhalend zijn. Ik heb het gevoel dat je ook dat meer bent gaan verkennen.
Bettens: “Zoiets opent deuren. Het heeft een heel letterlijke manier van schrijven die sowieso al aanleunde bij mijn stijl. Ook bij K’s Choice was ik degene die eerder met verhalen afkwam, waar Gert meer metaforisch schrijft. Ik vond het altijd al leuk om in drie zinnen een wereld te beschrijven, maar in country kun je daar nog veel verder in gaan, en hele scenario’s schrijven die zich in drie minuten tijd ontrollen. Alsof je een boek samenbalt in een nummer. Zoiets schrijven en in die korte tijd luisteraars ook emotioneel raken, is een fijne uitdaging.”
enola: Sommige verhalen voelen erg persoonlijk, zelfs al zijn ze best zwaar. Alsof je oude wonden gaat onderzoeken.
Bettens: “Er zitten zeker autobiografische songs tussen, maar daarnaast ook veel verhalen over anderen waarin een soort universele pijn, of een gevoel van verdriet en verlies over hangt. Daarvoor kan ik altijd wel putten uit mezelf om dat te voelen. “Unlucky” gaat bijvoorbeeld helemaal niet over mij, want ik heb in mijn leven allesbehalve tegenslag gehad, maar het gevoel van eenzaamheid in dat nummer kon ik wel halen uit andere ervaringen die ik heb gehad.”
“En als ik zoals in “Your Kid” zing over onbegrip, mensen die hun ouders verlaten, dan is ook dat me niet overkomen. Mijn ouders zien mij nog altijd heel graag, al waren ze aanvankelijk wat gechoqueerd. En zelfs al hebben ze in de eerste minuten na mijn coming-out als trans misschien geen fantastische dingen gezegd, ik wist dat het wel zou goedkomen. Toch denk ik dat iedereen in de lgbtq-gemeenschap, ook al zijn je ouders super-ondersteunend, met een soort eenzaamheid en twijfel kampt. Ik vond het dus niet zo moeilijk om in dat soort gevoelens te tappen voor dat nummer, zelfs al gaat het niet over mij. Als ik een artikel lees over ouders die hun zoon hebben afgeschreven, maar later toch naar hem terugkeren, dan kan dat me enorm inspireren.”
enola: Je bent destijds naar Amerika getrokken, en zegt dat je nog liever naar twintig andere staten zou verhuizen binnen dat land, dan terugkeren naar België. Toch heet een song weemoedig “500 Miles From Home”.
Bettens: “In Californië ben ik zo ver weg van mijn ouderlijke huis in Kapellen, maar omgekeerd ben ik daar ook even verwijderd van mijn thuis in de VS. En op tour ben ik weg van alles en iedereen, behalve van mijn bandleden. Het gaat er over hoe ik me overal thuis voel, terwijl ik tegelijk altijd wel van iemand verwijderd ben omdat ik niet op één plek leef. Dat nummer gaat dus vooral over hoe ik heb leren leven in die verschillende wereld, wat ik nog harder heb gevoeld tijdens de pandemie, toen twee van die drie werelden wegvielen: ik mocht niet touren, en ik kon België niet bezoeken. Dat voelde vreemd aan.”
enola: Je bent verhuisd van Tennessee naar Californië. Ik vermoed dat dat wel een verschil in omgeving betekent?
Bettens: “Wij zijn verhuisd toen onze kinderen zijn afgestudeerd. Het was voor ons de kans om terug te keren naar Californië, waar we ons sowieso meer thuis voelden. Zo konden we ook dichter bij de zieke moeder van mijn vrouw zijn. We zijn toen naar de woestijn verhuisd, en eigenlijk nooit meer weggeraakt.”
“En ja, ik denk dat het absoluut niet toevallig is dat ik nooit had nagedacht over transitie tot ik in Californië woonde. Ik was gelukkig in Tennessee, we hadden veel vrienden, maar rond ons hadden we wel een heel conservatieve gemeenschap. Dat heeft zijn impact: er was geen haar op ons hoofd dat er aan dacht om hand in hand door de hoofdstraat te wandelen. Dat schept wel een andere sfeer.”
enola: Hoe voelt dat nu in de Verenigde Staten na die eerste maanden Trumpgekte?
Bettens: “In mijn dagelijks leven is er geen verschil. Wat er veranderd is, is wat jullie ook lezen en zien. En ja, dat is heel erg beangstigend. Niet zo direct voor mezelf, maar voor ouders met transgender kinderen – zeker in de meer conservatieve staten. Ik voel heel veel verdriet voor jonge mensen die sowieso al kampen met hun gevoelens en hun twijfels, en dat er nog eens bovenop moeten krijgen. Zelf sta ik behoorlijk sterk in mijn schoenen, en ik heb ook het geluk dat je niet aan me ziet dat ik transgender ben. Ik moet daar niet elke dag mee kampen. Toch voelt het zwaarder aan dan ik had verwacht hoe deze regering zo’n sterke mening over ons heeft. Dat geeft een rààr gevoel.”
“Het is heel vreemd hoe transgenders de zondebok voor alles zijn geworden, terwijl de meeste mensen nog nooit zo iemand hebben ontmoet, laat staan er iets negatiefs mee meegemaakt. En toch zijn we plots de gemeenschappelijke vijand die de schuld krijgt voor alle problemen. Ik snap niet hoe het komt dat dat zo goed werkt, maar het blijkt wel zo te zijn. Ik heb dat mechanisme al aan het werk gezien onder George W. Bush, toen het over het homohuwelijk ging, maar het voelde dan wel alsof het meer een campagneslogan was dan iets anders. Ik had verwacht dat het over trans zijn ook zo zou gaan, maar dat blijkt niet zo te zijn. Alles waar mensen angstig over zijn rond hun kinderen, wordt daar nu aan opgehangen. Bang voor het onbekende, dat zijn ze zeker. Dat was al zo toen mensen mij leerden kennen als lesbische vrouw. Dan kreeg ik ook vaak reacties dat wij eigenlijk best normaal waren.”
enola: Als ik “California” hoor, moet ik aan Lynyrd Skynyrd denken, en bij “Coming Home” aan Tom Petty. Waren dat namen die rondgingen in de studio?
Bettens: “De naam Lynyrd Skynyrd is zeker nooit gevallen. Misschien dat het bij “Coming Home” even over Tom Petty is gegaan, maar dan vooral over de akkoordenopvolging. Eigenlijk zijn er weinig namen genoemd in de studio. In het begin vroeg de producer me wel wat mijn verwachtingen waren, en dan zal ik misschien wat referenties hebben gedropt als Chris Stapleton en Luke Holmes, maar eigenlijk was het meteen duidelijk toen hij vroeg of ik met loops wilde werken. Neen, dus, en daarmee wist hij dat ik ging voor een meer klassieke, authentieke sound. Maar als jij Tom Petty hoort, dan is dat een compliment dat ik altijd wil aanvaarden.”
enola: En ondertussen kachelt K’s Choice rustig door?
Bettens: “Op een laag pitje. Een festivalletje hier en daar, maar we zijn nog niet met nieuwe muziek bezig. De plannen om nog eens een plaat te maken zijn er, maar ik wil eerst dit werk alle tijd geven die het nodig heeft. Ik wil hier alles uit halen wat er in zit. En in een ideale wereld kunnen beide dingen naast elkaar blijven bestaan. Ik wil zeker niet stoppen met K’s Choice, maar ik wil heel graag die countrymuziek blijven spelen, en hopelijk ook in de Verenigde Staten.”
Sam Bettens staat op 10 november in Het Depot in Leuven en op 12 november in De Casino in Sint-Niklaas.



