Krapuulrock, het zou een genre moeten zijn. Lompe en vuile muziek voor hillbillies en hun Europese tegenhangers. Ooit waren dat vooral puisterige mannen met nektapijten, die in de jaren tachtig reden met een verroeste Opel Manta, het decennium erna met een Toyota Celica (een rode) en sindsdien met een BMW 3-reeks. En die luisteren naar het geteisem van Zig Zags en hun boertige punkmetal.
Want dat is wat je hier hoort: een trio dat er vooral op uit is om smerige rock-‘n-roll te spelen, zonder enige pretentie, vanuit de onderbuik (en lager), met het volume op 11 en een paar bakken bier in de frigo. Bij Jeb (gitaar), Patrick (bas) en Bobby (drums) komt dan ook een kleine halve eeuw kabaal bij elkaar. Stel je een paar ongemanierde slungels voor die opgroeiden met de platen van hun oudere broers (Kiss, Montrose, Ted Nugent), foute neven (Black Sabbath, Motörhead, de oude Iron Maiden) en hun klasgenoten (Dictators, Dead Boys, Fear). Doe daar dan nog eens de eerste Metallica bij en we zijn vertrokken.
Protopunk, hardrock, vroege metal en een beetje doom rollen vanaf opener “Brainded Warrior” voortdurend over elkaar, met een hooliganattitude, het distortionpedaal volledig ingedrukt en ketchupresten in de mondhoeken. Voor beleefdheid is geen tijd en ook de muziek klink gepast rauw en simpel. Rocken is de boodschap. En dat werkt, want het duivelsteken rolt spontaan uit de handen en de vuisten worden gebald. Ooit afgevraagd hoe de Black Sabbath van “Symptom Of The Universe” samengaat met the Ramones via The Spits (refrein)? Kijk niet verder dan “The Fog”.
Of “Magic”, waarin de jonge James Hetfield opduikt. On-weer-staan-baar. En zo gaat dat verder, met de fuck you-houding van volk wie het allemaal niks kan schelen. Al is na een tijdje ook wel erg duidelijk dat het trio een oor heeft voor songs die er bijzonder goed, verdacht goed, in gaan. “No Blade Of Grass” is pure garagepop in een korstig punkjasje, terwijl korte explosies als “Tuff Guy Hands” en “Psychomania”, respectievelijk goed voor 66 en 48 seconden, de zone tussen Retards, Dwarves en Supersuckers opzoeken.
En zo raast dat verder tegen hoge snelheid, met het slepende Alice Cooper-eerbetoon (die zang!) “Soul Sound” als uitzondering. De drums klinken als blikken dozen, de teksten geraken niet verder dan bezopen gewauwel en de lange afsluiter “Voices Of The Paranoid” doet het rap-rap-rap-effect van het voorgaande wat teniet, maar het blijft een bijzonder amusante trip door een wereld van zweet, verschaald bier en overvolle asbakken. Maar wat bovenal duidelijk is na dit dik half uur, dat is de oprechte liefde voor een platenkast vol decibels. En dat werkt altijd, (geveinsd) lomp of niet.
Zig Zags speelt op dinsdag 23 september in de Trix, met Natural Child.