Zal 2003 te boek staan als een belangrijk muziekjaar? Voorlopig ziet het er niet naar uit. In elk geval wordt het het jaar dat talloze rockmonumenten een nieuwe cd afscheidden en die middels een tournee ook in Belgiƫ kwamen promoten. Tenzij Iggy Pop ons alsnog met een verrassingsconcert op Oudejaar komt wegblazen, wint David Bowie de competitie Waardig Ouder Worden Op De Planken met glans van generatiegenoten Cale en Reed.
Met het nieuwe Reality heeft Bowie Ć©Ć©n de beste platen uit de nadagen van zijn carriĆØre onder de arm om naar het Sportpaleis af te zakken, en hij put er dan ook onbeschroomd uit. Na een trefzeker openend "Rebel Rebel" gaat het gezwind naar single "New Killer Star" en ook de titelsong wordt in dat openingskwartier de zaal in geslingerd.
Wat onmiddellijk opvalt: de klankbalans is fabuleus. Gail Ann Dorsey bassoloās zijn loepzuiver, de snare drum knalt als een zweepslag. Het is eigenlijk een ā maar al te vaak geschonden ā basisrecht, en gelukkig krijgt Bowieās liveband het respect dat ze verdient.
Bowie slaagt er in zonder nostalgie uit zijn verleden te putten. Het levert aangepaste, nieuwe versies van "Heroes", "China Girl" en "Ashes To Ashes" op. Uit een recenter verleden, dat van 1. Outside, brengt hij het dreunende "Hallo Spaceboy", maar helaas ook het hƩƩl wat mindere "The Motel".
Het concert stokt even en met "The Loneliest Guy" wordt iets te traag verder gegaan. Dat trage kwartier maakt hij vol met een al even slepend "Loving The Alien". Gelukkig wordt die dip gecounterd met "Under Pressure", waarin Dorsey naar gewoonte de partij van Freddy Mercury op zich neemt. Het is een eerste hoogtepunt.
Bowie gaat daarna verder op degelijkheid met een vrolijk "Changes", "Afraid Of Americans" en een drastisch anders beginnend "Heroes". Het is echter wachten op de lange bisronde voor Bowie opnieuw echt geweldig wordt. Daarvoor duikt hij allereerst nog Ć©Ć©nmaal Reality in met het slepende "Bring Me The Disco King", om vervolgens alle registers open te trekken voor een toegift van nĆ³g zes nummers.
Het afsluitende salvo is ronduit groots. Met "Five Years" begint de voormalige Thin White Duke aan een graai van vier opeenvolgende nummers uit The Rise And Fall Of Ziggy Stardust And The Spiders From Mars, het meesterwerk uit 1972 dat hem tot een icoon van de glamrock maakte. "Hang On" vliegt er stevig in, "Suffragette City" is daarna de bom die dit concert nog nodig had. Ongelofelijk hoe die "Wham Bam Thank You, Mam"-kreet nog steeds werkt en ānazindert wanneer Bowie een song later dramatisch de slotzin van "Ziggy Stardust" Ć©n het concert aanheft: "Ziggy played guitar".
Spraken we van nadagen? Artiesten die zoān concert afleveren zijn nog ver verwijderd van hun einde. Op een leeftijd dat hij in BelgiĆ« al lang aan brugpensioen toe zou zijn, levert Bowie een concert af dat de top tien van dit jaar haalt. Net als Patti Smith en onze eigenste Chevalier Arno slaagt hij er in om dat vitale gevoel dat rock en roll is telkens opnieuw op te wekken. Toen de Rolling Stones zo oud waren, waren ze al een karikatuur van zichzelf en dĆ t is het verschil.