A-Ha

Mei is inhaalmaand. Eindelijk doen we wat we twee jaar terug hadden willen doen. A-Ha doet mee, en vierde dan toch de 35ste verjaardag van zijn debuut Hunting High And Low. In de maand van de 37ste verjaardag. En zo blijven het toch rare tijden.

Je plaat integraal spelen kan op veel manieren. Je doet het zoals het hoort: netjes van het eerste tot het laatste nummer. Of je doet wat Bloc Party deed: van laatst naar eerst. A-Ha kiest voor de vreemdste benadering: eerst een setje hits en nieuw werk, dan pauze, en vervolgens dat Hunting High And Low uit 1985, in willekeurige volgorde. Want een beetje popband zondigt niet tegen de regels, en regel nummer één zegt: hits laatst.

Het begint met een klein eerbetoon. Terwijl de zaallichten doven, speelt de kortfilm Commuter van Michael Patterson. Het zou in dat afstudeerproject zijn dat de band zijn talent zag, en besefte dat hij met die rotoscope-tekentechniek een ijzersterke videoclip kon maken voor dat “Take On Me” dat maar niet wilde aanslaan. U kent uw MTV-geschiedenis, u weet ook dat de rest effectief dat is: MTV-geschiedenis. A-Ha werd vanaf 1985 een bonafide hitsensatie.

Ergens rond 1992 – en dat is breed gerekend – was die piek in populariteit voorbij, maar A-Ha heeft altijd gedaan alsof het dat niet heeft gemerkt. Het Noorse drietal bleef stug platen maken – zelfs al was de onderlinge afkeer soms moordend, zoals blijkt uit de recente docu A-Ha, The Movie – en die bleken almaar beter te worden eenmaal de jaren tachtig in de achteruitkijkspiegel lagen.

Dat het volk niet volgde, zorgt er voor dat de band dat later werk vandaag links laat liggen, al worden in dat eerste blokje toch slinks wat nieuwe nummers van een nog te verschijnen plaat gesmokkeld. “Forrest For The Trees” klinkt nog veelbelovend, maar “You Have What It Takes” is helaas een slaapverwekkende ballad, en de groep weet dat zelf duidelijk ook wel, te merken aan de openingsknal van “I’ve Been Losing You” daarna: die moet duidelijk wat mensen wakker schudden. In “Scoundrel Days” hoor je dan weer hoe de groep zich in die begindagen liet beïnvloeden door experimentele synthbands als The Human League of het vroege Simple Minds. Dat A-Ha toch een popgroepje werd? Dat krijg je met een posterboy als Morten Harket op zang.

En toch is A-Ha een voorbeeld van waardig ouder worden dat weinig generatiegenoten van de groep gegeven is. Het helpt dat Harket zich nooit in belachelijke pakjes heeft gehesen. In jeans en t-shirt zou hij net zo goed een doorsnee rocker kunnen zijn, maar god, wat zingt hij nog altijd zo goed als toen. Natuurlijk gaat het hoog niet meer als voorheen, maar wat hij daar verloor, zo hoor je dan weer in een potig “Swing Of Things”, won hij aan besliste autoriteit waarmee hij zingt.

Wanneer na de pauze dat Hunting High And Low op onlogische wijze uit de lotto-ton rolt, gaat het hinken op die twee ideeën verder. “Train Of Thoughts” is meer pruttelende synths, new-wave met een laag lipgloss, “The Blue Sky” en “Living A Boy’s Adventure Tale” brengen klaterende eightiespop. “Welcome to 1985” grijnst toetsenist Magne Furuholmen na dat laatste nummer; slechts een half grapje want wanneer “Love Is Reason” weerklinkt, weten we plots weer waar Adam Schlesinger zijn mosterd haalde toen hij de eightiespastiche “PoP! Goes My Heart” schreef.

Hoeveel singles dat debuut ook telde, het is aftellen naar de eindspurt voor er toch wat leven in het publiek komt. Van Harket zal het immers niet komen, als een – komtie! – hark dremmelt hij wat verloren op de hem toebedeelde vierkante meters,  zoekt hij weinig interactie met de zaal. Het is aan Furuholmen om “Love Is Reason” met die schetterende synths wat leven in te blazen. In “Here I Stand And Face The Rain” – een songtitel zo eighties dat ze van The Blue Nile had kunnen zijn – verzamelen de groepsleden, al jaren in een soort gewapende vrede levend, rond de synth; een ongemakkelijke groepsfoto.

En zo gaat het ook in de onverwoestbare synthkathedraal dat “The Sun Always Shines On Tv” is, waarin elk bandlid zijn nauwkeurig toegemeten moment in de spots krijgt. En je begrijpt waarom A-Ha ondanks alle interne strubbelingen toch blijft bestaan; dit soort nummers is groter dan hen. “Hunting High And Low” zelf is er nog zo één; een nummer dat aanzwelt, en blijft aanzwellen, met donderende drums en openbarstende refreinen tot er niets anders meer opzit dan alles stil leggen, en het publiek tot een koorzang te overhalen. Het werkt vandaag, in stug België, minder goed dan op die liveplaat How Can I Sleep With Your Voice In My Head, zullen we maar zeggen.

Wanneer we na “Take On Me” buitenwandelen valt het pas op hoeveel ouders hier met hun kinderen waren. Als dit een nostalgieshow was, dan van het soort nostalgie dat doorgegeven wordt als een besmettelijk virus.

We zullen voor alle veiligheid toch maar een paar dagen binnen blijven.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in