Zaterdag 31 augustus
De regen die voor vandaag beloofd is, valt ook, maar niet voor wij ontbeten hebben — doe nog maar eens die full English, Uncle Bish — én onze tanden gepoetst. We staan onder dak in één of andere tent, en avant la musique.
En anders moet dat nog eens gewoon ouderwetse shoegaze zijn. Of dat is toch waar het allemaal wat op lijkt bij TVAM — spreekt uit “TV-AM” –, een groep uit hetzelfde Wigan dat ooit The Verve baarde. Hier geen “Bittersweet” anthems echter, dit klinkt als Stone Roses die natrippen op een heel slaperige ochtend. “Porsche Majeure” — beste titel van het festival! — stuurt Haciendavibes door een slow motionfilter. Dit is gitaarnoise die wil dansen. In “Narcissus” botsen Chemical Brothers frontaal met My Bloody Valentine. En dan is er “These Are Not Your Memories”, dat helemaal naar Ride geurt. Uiteindelijk neemt de band afscheid met het zinderende, instrumentale “Total Immersion”, begeleid door beelden van raketlanceringen. Met die tv die op de achtergrond staat te flikkeren, doet de krautvibe daarvan al snel aan Public Service Broadcasting denken, nog zo’n band die we hier in deze tent voor het eerst zagen. Zeg niet dat de geur van nat gras niet ook met goeie dingen kan geassocieerd worden.
Heeft — in tegenstelling tot TVAM — wél al een hoop hype aan zijn broek hangen: Squid, dat op een bijhorende afgeladen tent mag rekenen. Ze worden al eens in één adem met al die andere nieuwe postpunkgroepjes als Shame en Fontaines D.C. vernoemd, maar dit is toch anders. Hoe Brits de leden ook mogen zijn, dit doet meer denken aan het New Yorkse van Talking Heads en zelfs Parquet Courts, maar dan zonder de songs van ook maar een van beide. Dit is meer kunstschool dan sociaal geëngageerde woede, meer project dan band. Het mist het viscerale van zijn geestesgenoten, en zelfs single “Houseplants”, dat opgenomen wel lekker jachtig klinkt, valt hier wat flauwtjes uit. Jammer.
Tijd om nog eens naar The Garden Stage te gaan, waar Tyler Childers countryrock staat te brengen van het very much “Yeehaw!”-type. Goed dus dat er net een bericht op onze gsm binnenvalt: tijd voor een secret session op dat stemmige minipodium dat de Pianostage is. Blijkt dat Sam Evian op tour zijn lief mee heeft, en dat dat Hannah Cohen, singer-songwriter in eigen naam, is. Krijgen we dus, een nummertje van hem, ééntje van haar waarbij hij ondanks haar aanmoedigen weigert een pianopartij te spelen, en een prachtcover van Neil Youngs “Motion Pictures (For Carrie)”.
En meer tussendoor-ongein, want op het Disco Ship (dat effectief de DJ-decks op een schip herbergt) is het tijd voor de Ringo Music Bingo. Ringmeester Ronan Leonard — een jaar na jaar gemoedelijker wordende Ier — is een beetje pissed-of dat zijn spelletje dit jaar het officiële festivalprogramma — dat is dan tien pond, alstublieft — niet haalde, en kondigt aan dat het de laatste keer is. Misschien is het maar beter zo, want waar een onschuldig spelletje muziekbingo de voorbije jaren aanleiding was voor deze jolige nonkel om uit te pakken met slechte muziekmoppen, blijkt een rondje met Disneynummers zich daar minder toe te lenen. Neen, van “Let It Go” “Let It Haribo” maken omdat je dan zakjes snoep in het rond kunt smijten, telt niet. Alweer niet gewonnen overigens. Iemand een bomma met pro-tips hoe je beter wordt in bingo?
Terug naar de andere kant van het terrein, waar Lisa O’Neill zeer traditionele Ierse folk brengt. Bijgestaan door een al even oerdegelijke violist is het soms allemaal nét iets te klassiek, maar haar verhalen over brandstof- en kruiwagensmokkel over de Noord-Ierse grens grijpen op zijn beste momenten naar de keel. Ze heeft haar land dan ook zien veranderen, en niet alleen ten goede. “No Train To Cavan” gaat het, over de afschaffing destijds van de treinen tussen beide Ierlanden, en het bruggetje naar de Brexit is meteen geworpen. “We willen geen terugkeer naar die grenscontroles”, zegt ze. Maar het ziet er niet goed uit: “It’s all getting a bit hairy now.” U zou het haar moeten horen zeggen in dat sappige accent van haar, maar dan is er al “Blackbird”, een nummer zo spaarzaam dat het naar de keel grijpt. Ach, als het slechtst denkbare straks dan toch gebeurt, levert O’Neill er misschien wel een geweldige soundtrack bij. Houden de Ieren er toch iets aan over.
Het was pas te elfder ure, toen headliner Beirut verstek gaf, dat Kate Tempest aan de line-up werd toegevoegd, maar het is voor End Of The Road dan ook hét moment om de dichteres eindelijk op dit festival te verwelkomen. Niemand heeft dit jaar meer open zenuwen geraakt, dan Tempest met “People’s Faces”, een pleidooi voor begrip, liefde en mededogen met elkaar. Het is het sluitstuk van haar nieuwste, monumentale plaat The Book Of Traps And Lessons, en ook van deze set. Zoals ze deze festivalzomer al even gewoon is, begint ze nog even met ouder werk, dat zwaarder en sneller is, en rust op beats en razende raps. Ook toen al had Tempest veel te zeggen over de staat van de wereld, zoals opener “Europe Is Lost” laat horen, maar het is pas wanneer de muziek zwijgt, dat ze alle lucht uit de longen zuigt.
“But what is to be done?”, vraagt ze, en ze praat over racisten op de trein. Over hoe we van elkaar vervreemden. Over het bizarre van Instagram. De wind steekt ijzig op, zij plooit mee. Dit is: Kate Tempest en haar microfoon, tegen de elementen, tegen deze tijden, tegen de kletsen die het leven kan geven. Want die kent ze. En al kan ze preken als de beste hogepriesteres, zoals in “Hold Your Own”, ze weet ook wel dat niemand de waarheid in pacht heeft. En dat we allemaal zoeken. Het is dan ook iemand anders die ze in “Holy Elixir” laat prediken: “this is the garden. And you better start sowing, or there won’t be a harvest.” Waarna een woeste geluidsstorm het dan toch héél even overneemt, aanzwelt en overrompelt, om weer uit elkaar te spatten in druppels van pianoklanken en dat “People’s Faces”. Huilende mensen gezien nadien, en vijfentwintig minuten voor de haar toebemeten tijd verlaat ze het podium. De consternatie moet ze zelf even komen sussen, maar ze begrijpt het niet, vertelt ze, die conventie van het bisnummer: “Ik heb het gevoel dat ik alles gezegd heb dat ik wilde komen zeggen.” En zo voelde het ook. Als deze tijd een wonde is, dan heeft Tempest de vinger zo nabij dat we haar moeten smeken die vooral niet rond te draaien.
Een rockband met viool en sax, de ongebreidelde moeilijkdoenerij van het jonge dEUS. Yup, Black Country, New Road meurt nadien naar conservatoria. En toch werkt het, zeker op de schaarse momenten dat frontman Isaac Wood samen met saxofonist Lewis Evans de geest van Morphine oproept. Bang van improvisatie is de groep overigens ook niet, in één nummer gaat het plots van: “Have you seen Black Midi this afternoon / what are your sexual preferences?” Euh ja, 1) we begrepen het weer niet, en 2) dat gaat u niet aan. Soit, we weten wel wat er zal volgen: de volgende release van de band is een obscure cassette waarop elk bandlid zijn eigen ding mag doen, daarna wordt de band een draaideur, en ergens binnen twintig jaar zal deze band een gerodeerde machine zijn die de Lokerse Feesten headlinet. Of zoiets.
Is het verder vreemd dat wij de volledige set van Courtney Barnett vooral aan Nirvana hebben staan denken? De Australische is hier vandaag een ietwat geflatteerde headliner dankzij het afzeggen van Zach Condon, en bedankt met een rockset die zowel haar sterktes als zwaktes flink in de verf zet. Als rocktrio, met enkel een drummer en een bassist links en rechts, brengt ze haar songs potig, maar net daardoor valt op hoe eenvormig die zijn in vergelijking met Kurt Cobains oeuvre; de zang is immer lijzig, de ritmes ploegen door, de refreinen zijn bultjes in de weg in plaats van heuvels. God, wat zouden we er geld voor geven om die legendarische show van Nirvana op Reading 1992 live te kunnen meemaken.
We willen maar zeggen: Barnett is een charmante songschrijfster die soms heerlijk scherp uit de hoek kan komen, maar vanavond heeft ze te weinig in de rugzak zitten om echt te boeien. Natuurlijk is “Nameless, Faceless” een heerlijk moment, maar we zijn bijna blij dat “Depreston” eindelijk een rustiger nummer is. Maar gaan we klagen over die versie van “Pedestrian At Best”? Dat natuurlijk ook niet. Ooit is Courtney Barnett wel degelijk de headliner die ze vanavond al even mocht zijn.
Gaan wij nu snel slapen? Weet u wat Nederlands is voor “A bit nippy”? “Onze ballen vriezen er af.” Voor we klinken als Barry Gibb: de slaapzak in en tabee!