Je moet het Koen Renders aka Spencer The Rover nageven: wars van alle trends blijft hij gewoon zijn muzikale zin doen. Of beter gezegd: begint hij steeds méér zijn muzikale zin te doen. Woensdag stelde hij in Het Depot — versterkt door een uitgelezen keur klassemuzikanten — zijn nieuwe langspeler The Late Album voor. Voor wie er bij was een onvergetelijke ervaring; de afwezigen hadden daarentegen meer dan ooit ongelijk. Ze misten niet alleen een geweldig optreden, ze moeten in tegenstelling tot wie er wél bij was ook wachten tot de officiële release in september om kennis te kunnen maken met deze briljante plaat.
Het was weer druk in Leuven, woensdagavond tussen acht en negen. Op (en rond) het Martelarenplein zaten de terrassen bomvol, ijlden voetballiefhebbers naar een vrije caféstoel om de Europa Cup-finale te kunnen volgen en repten studenten en vakantiegangers zich richting station-annex-extra-lang-en-zomers-weekend. Op de stoep vóór Het Depot stonden intussen enkele tientallen muziekliefhebbers de laatste happen frisse lucht te inhaleren. Niet alleen omwille van de tropische temperaturen in de zaal, maar ook — vooral, eigenlijk — voor het adembenemende concert dat hen stond te wachten.
Het is onbegrijpelijk dat de naam Spencer The Rover nog steeds niet bij iedereen een bel doet rinkelen. Wie Renders en gitarist Herman Acke wél al jaren volgt, wist immers op voorhand dat dit meer ging worden dan zomaar een concert. De eerder deze maand verschenen single “Everyone Must Die” beloofde al het allerbeste, een week geleden werd via de sociale media ook de podiumopstelling ‘gelekt’. Spencer The Rover zou niet in de klassieke groepsbezetting aantreden met behalve Renders en Acke ook bassist Simon Casier en drummer Laurens Billiet. Er was volgens het plan ook een belangrijke rol weggelegd voor een dozijn strijkers, een blazerssectie en een zeskoppig mannenkoor.
De focus lag in Het Depot uiteraard op de songs, maar wie goed keek, merkte meteen op dat er heel wat bekend volk op het podium stond. Zo maakten onder meer Gianni Marzo (Isbells, Marble Sounds), Anton Walgrave, Pé Reynders (The Love Compartment, Massis) en Jasper Stockmans (DadaWaves) deel uit van het koor en stonden de strijkers onder leiding van Rudy Tambuyser (in een vorig leven nog toetsenman van de band). Een prominente plek op het podium was gereserveerd voor multi-instrumentalist en geluidenkunstenaar Gerrit Valckenaers.
Het grootste deel van de set bestond dus uit materiaal dat voor het eerst werd voorgesteld aan het publiek. Natuurlijk is het na zo’n eerste kennismaking niet evident om elk nummer apart op zijn merites te beoordelen, maar dat was ook niet echt de bedoeling. Wanneer je als luisteraar bereid bent je te laten verrassen door nieuwe muziek, dan zijn dit zelfs de leukste optredens. Het belette de band alleszins niet om de hele zaal van bij de eerste noten bij het nekvel te grijpen en mee te nemen op een betoverende trip door het klankenlandschap dat werd gecreëerd op het podium.
Meer nog dan op The Accident (And Other Love Stories) grossiert de band vandaag in tijdloze, melodieuze, uitgekiende en bij momenten zelfs speelse pop. In essentie zijn het nog altijd typische Spencer The Rover-songs. De rijkelijke arrangementen maken echter dat je meer dan eens moet denken aan de late Beatles en aan The Beach Boys (met een nog min of meer gezonde Brian Wilson in de rangen), maar ook aan de symfonische pop die in de jaren ’70 overwaaide vanuit het Verenigd Koninkrijk en aan meer hedendaagse artiesten als The Divine Comedy, Ben Folds en zelfs Spinvis.
“Al die strijkers en die toeters en bellen, ligt dat op den duur niet wat zwaar op de maag?”, vraagt u zich misschien af. Het antwoord is overduidelijk nee, want de arrangementen staan louter ten dienste van de songs en zijn geen doel op zich. Bovendien passeerden er met “Late March” en “Time Rag” ook twee uiterst aanstekelijke, lichtvoetige songs de revue die bulken van de hitpotentie (en perfect passen in de formats van àlle landelijke radiozenders, Klara even buiten beschouwing gelaten).
Een goed uur en een kwartier lang stond Spencer The Rover in Het Depot garant voor verrukkelijke, succulente pop, een krop in de keel en kippenvel per strekkende meter. Als toemaatje na de integrale uitvoering van The Late Album werden met “The Accident”, “Heather” (met een gastoptreden van neeka) en “Bye Bye Big Blue Eyes” immers ook nog eens de drie kernsongs van The Accident (And Other Love Stories) opgedist. De bisronde bestond dan weer uit “Jacqueline” (de non-albumsingle uit 2012) en een herneming van het bloedmooie “Everyone Must Die” dat, nu de plankenkoorts definitief bedwongen was, nóg beter klonk dan bij het begin van de set.
Met een dergelijke ambitieuze bezetting een plaat opnemen is een ding, er vervolgens een podium mee opkruipen om dat album ook nog eens nagenoeg vlekkeloos live te brengen een ander. Want hoe grootser je de zaken aanpakt, hoe groter de kans wordt dat er iets zal fout lopen. Maar dat gebeurde dus niét, integendeel. Laten we dan ook hopen dat deze show niet alleen bevrijdend werkt voor Renders (die doorgaans zo bescheiden is dat we ons afvragen of hij zelf wel beseft hoe goéd hij is), maar dat het ook andere artiesten inspireert om hun muzikale dromen te verwezenlijken.
Dat het dus maar gauw september wordt, zodat ook de rest van de mensheid kan kennismaken met deze wonderlijke collectie songs. Dit is een klasseplaat die moét gehoord worden. Als iedereen die er gisteren bij was de apostel in zichzelf aanspreekt en de blijde boodschap helpt verkondigen, dan zal Spencer The Rover hopelijk — eíndelijk — de aandacht en de bijval krijgen die hij al jaren verdient.