Wiels richt de schijnwerpers op het rijke oeuvre van de Belgische kunstenares Edith Dekyndt. Bijna drie maanden lang biedt het een thuis aan een ensemble van teken- en schilderingen, installaties en audiovisuele projecten. Dekyndt bouwt verder op het verhaal van de voormalige brouwerij. Ze creëert een setting waarbij een associatieve wisselwerking tussen het werk en de omgeving bereikt wordt. De herbestemming van de ruimte en de niet-aflatende processen die zich binnen de kunstwerken afspelen, transformeren de twee verdiepingen van het kunstencentrum tot een levend laboratorium.
De uitnodiging van Wiels vormde de aanleiding voor een nieuwe reeks werken. De huidige context van de Brusselse site en de geschiedenis van de activiteiten van de familie Wielemans, die van bakkers-patissiers over linnenfabrikanten tot bierbrouwers evolueerden, golden als voornaamste inspiratiebronnen. Dekyndt focust, trouw aan haar werkwijze, op de specificiteit van de plek en incorporeert lokale substanties, organismen en fenomenen zoals koper, aarde, gist en de bacterie waarmee geuze gebrouwen wordt. Intuïtief brengt ze twee of meerdere van deze elementen samen en laat ze interageren, zonder een vooropgesteld resultaat na te streven. De natuurlijke processen die op deze manier tot stand gebracht worden, bepalen de uitwerking en het verdere verloop van het project.
Op de tweede verdieping trekt het recente werkje “The Deodants 02” de aandacht. Op een gespannen doek zijn calciumchloride en koper aangebracht. De vochtigheid van de lucht wordt opgeslorpt door het calciumchloride en kleurt de witte muur wanneer het in aanraking met het koper komt. Ombre Indigène uit zich als een tentoonstelling ‘in wording’. Verscheidene werken ondergaan een onafgebroken transformatie. Hetzelfde geldt voor de “Slow Object”- en de “Biography of Objects”-serie, waarbij etnisch-geïnspireerde tapijten met wilde gisten, vuur, bladzilver, suiker en zout behandeld werden. De processen, die door de uitzonderlijke samenstellingen binnen de kunstwerken geactiveerd worden, maken de goedkope tapijtmotieven bijna onzichtbaar en brengen eigenzinnige patronen en structuren voort.
Voor “Slow Object 02” bewerkte Edith Dekyndt op raam gespannen katoen met brooddeeg. Het doek ondergaat de verschillende fases van fermentatie en wordt bedekt met een geglaceerd suikerlaagje. De kruising tussen wetenschap en huiselijkheid is nooit veraf. De opmerkzame bezoeker ziet de verwijzingen naar het metier van broodbakken meermaals terugkeren. In het video-uittreksel “Le Chasseur et le Pêcheur” uit 1992 wordt scherp gesteld op een paar vlijtige vrouwenhanden die plakken deeg tot één stuk kneden. In een ander videowerk scheurt een hongerige hond deze homp brood wild aan stukken. Het is de verbeelding van accumulatie, reductie en destructie in zijn puurste vorm.
De onderzoekende houding die de kunstenares aanneemt, loopt als een constante door de expositie. Dekyndt raakt aan, observeert en experimenteert. De focus op het specifieke van zaken die ons omringen, laat de toeschouwer stilstaan bij de mechanische serialiteit die de wegwerpmaatschappij voorbrengt. Daarnaast legt de kunstenares via minimalistische ingrepen de intelligentie van de dingen bloot en maakt ze intrinsieke en abstracte verschijnselen waarneembaar. Zo opent elk werk met een reeks interpretaties, wat de weg effent voor diepgaande inzichten: van het kolonialisme en hedendaagse conflicten tot de ethiek van de wetenschap. Door de onderlinge interdependentie van mens en omgeving subtiel zichtbaar te maken, zet Edith Dekyndt het publiek aan om de impact en overheersing van de mens op de natuur te herzien.
Een opmerkelijk werk is “Thousand and One Night”, een rechthoekig tapijt van huisstof dat een jaar lang in Wiels vergaard werd en dat voornamelijk uit huidschilfers en haar bestaat. De spot, die de vorm van het werk verlicht, draait elke dag om zijn as, waardoor een toezichter verondersteld wordt het stof terug binnen de contouren van het licht te keren. De fascinatie voor haar zien we ook terugkeren in het videowerk “Ombre Indigène”. Dekyndt nagelde lange zwarte haarstrengen samen tot een vlag, die ze tussen de rotsen op het eiland Martinique neerplantte. De wapperende vlag wijst op de symboliek van haar en refereert aan het ambachtelijk samenstellen van haarstukken door de Afrikaanse bevolking. Als hommage aan de schrijver Édouard Glissant, geboren en gestorven op Martinique, wordt het werk een extra dimensie toegekend en doen termen als ‘métissage’ en ‘créolisation’ hun intrede. Daarenboven plaatste Dekyndt de vlag vlakbij een monument voor de slachtoffers van een gezonken slavenschip uit 1830. Deze positie herinnert aan de drama’s die zich op de Middellandse Zee afspelen.
Vertrekkend van de fascinatie voor de materie overmeestert Edith Dekyndt de aandacht van de toeschouwer. Ze confronteert hem, op een gelaagde manier en met een enorme poëtische kracht, met universele thema’s en spreekt diens verbeelding aan. De coherentie en consequente vraagstellingen die zowel de praktijk van de artieste als de bescheiden opstelling van de kunstwerken typeren, brengen zo een beklijvende tentoonstelling voort waarbij de stiltes van meer getuigen dan het gesprokene.
Ombre Indigène loopt nog tot 24 april 2016 in het Wiels, Brussel.