Met Jean-Pierre Gibrat haalt Daedalus alweer een grote naam binnen. Eerste periode 1914-1915 is het eerste deel in een nieuw vierluik van de man. Hij besteedt daarin veelal aandacht aan zijn vaste thema’s.
Mooie, frêle vrouwen in een wereld verscheurd door oorlog. Gooi daar nog een bij voorkeur onbeantwoorde liefde van een poëtisch soldaat bij en je hebt de vaste ingrediënten van het meeste stripwerk van Jean-Pierre Gibrat. Ook in Mattéo toont hij zijn afkeer van de machtshonger van de mens, ten nadele van de ongeschonden natuur en onschuld.
Mattéo woont in een klein kustdorpje in het zuiden van Frankrijk, vlakbij de Spaanse grens. Zijn liefde voor Juliette is puur en wanneer in 1914 de oorlog uitbreekt, verzaakt Mattéo aan de oproep om de wapens op te nemen. Juliette voelt echter meer voor Guillaume die zonder dralen richting front vertrekt. Mattéo wordt verscheurd tussen de pacifistische ideeën van zijn vader en zijn liefde voor Juliette. Uiteindelijk neemt hij toch dienst en maakt hij kennis met de hel.
Met zijn prachtige teken- en schilderwerk brengt Gibrat opnieuw een roerige periode uit onze geschiedenis tot leven. Hij toont ons de gewone mensen in dit buitenmaatse conflict. Toch overtuigt deze Mattéo niet helemaal, omdat zijn personages soms erg vreemd en onverwacht reageren. Zo is de omslag die Mattéo doormaakt van oprechte pacifist naar enthousiaste soldaat wel erg plots en weegt de liefde van Juliette blijkbaar zwaarder dan het eerst leek in het begin van het album. Juliette kan ook op weinig sympathie rekenen, door haar bijna kindse fascinatie voor de koekebroodromantiek van de oorlog. Dit parodiërende contrasteert te sterk met het realisme van de rest van het verhaal.
Visueel staat Mattéo vanzelfsprekend wel als een huis. Na de tweeluiken Het Uitstel en Elke Raaf Pikt verhuisde Gibrat van Dupuis naar Futuropolis. Hij begint daar nu het vierluik Mattéo, een nieuwe stap in zijn evolutie als auteur. In de jaren ’80 en ’90 werkte hij ondermeer voor het tijdschrift Pilote en publiceerde hij verschillende losstaande albums, die echter weinig weerklank vonden. Uiteindelijk was het toch vooral Het Uitstel dat zijn faam vestigde, ook in het Nederlands.
De kleine uitgeverij Daedalus vertaalt nu het eerste deel van Mattéo dat op het afgelopen festival van Angoulême zelfs een nominatie in de wacht sleepte. Op deze uitgave valt naar goede gewoonte van Daedalus weinig aan te merken. Het is een toonbeeld van vakmanschap, waarbij alleen de iets te kille lettering voor de vitterige noot zorgt. Nu mag Gibrat voor het volgende deel in een nog wat hogere versnelling gaan voor zijn scenario en dan is er met Mattéo een nieuwe klassieker in de maak.