Maria Chiara Argirò :: Forest City

Smijt die GPS overboord: op haar derde album, Forest City, geeft Maria Chiara Argirò ons een lesje in verdwalen. De tocht gaat van de grijze grootstad naar het donkere bos. En als je je achteraf afvraagt waar je nu precies geweest bent, luidt het antwoord: tussen je oren.

Maria Chiara Argirò, haar naam klinkt als een keizerin uit het oude Rome. En dat is niet toevallig; haar roots liggen inderdaad tussen de eeuwenoude ruïnes van het machtige Romeinse Rijk, zoals we dat kennen van de geschiedenisboeken, de Hollywoodfilms, de busreizen op het einde van de middelbare school. Zoals het een meisje te midden van al deze klassieke overdaad betaamt, ging ze in haar jeugd niet turnen of voetballen. Neen, liever schoof ze reeds op haar negende aan de piano.

Al bleef ze zelf niet erg lang met haar neus hangen tussen de notenbalken op oud vergeeld papier en muffe concertzalen. De stroom van modern klassiek en jazz slorpte haar op, weg van het schijnend marmer in de Italiaanse hoofdstad naar de asgrauwe jungle genaamd Londen. Daar zag een eerste release het levenslicht in 2016, The Fall Dance. Daarop was de stelregel: begin met je instrument te leren beheersen, en laat vervolgens los zodat je voeten gaan zweven en het hoofd gaat tollen. Zo ging het ook op de opvolgers Hidden Seas en Flow uit 2019 en 2020 respectievelijk.

Op haar nieuwste release, Forest City, een plaat die eigenlijk al afgerond werd in 2020 maar door lockdownperikelen nog even moest nagisten op fles, grijpt de Italiaanse naar de elektronica. Naar eigen zeggen componeert ze nog steeds op de haar vertrouwde klassieke instrumenten, om vervolgens hierover de elektronica te laten vloeien. Deze dringt diep door in elke gespeelde noot van de compositie, als een plots wellende bergrivier.

De plaat beschrijft een tocht, soms eens diep in de natuur, dan plots in de grootstad met zijn verdoken hoekjes en verlaten speelplaatsen. Als in een droom houdt de exacte route geen steek. Dat doet er uiteraard niet toe; het gaat erom mee te verdwalen in plaats van zo snel mogelijk de weg terug te vinden achteraf. Geen Hans en Grietje.

Al van bij de openers “Home” en “Forest City”, alsook later op “Skyr”, is het duidelijk dat de elektronica hier een heel ander soort Argirò laat horen. De op- en neerwaaiende melodie, gesmolten dissonante klanken, de onrustige beat: Thom Yorke is nooit veraf. Nieuw voor de artiest is ook de meer prominente rol van haar zangstem op dit album. Deze zucht, kreunt en steunt. Het is het geprevel van iemand die praat in haar slaap. De daaropvolgende “Greenarp” en “Clouds” stralen dan weer meer rust uit. Een nacht diep in het bos hoeft niet afschrikwekkend te zijn: we voelen ons een met de zwartgroene bladeren en de helwitte maan. Pure berusting. Andere tracks, zoals “Bonsai” of “Treehouse” zijn daar weer iets meer dansbaar, waardoor we wel eens Jon Hopkins of James Holden in de verte horen.

Wat zeker is, is dat de Italiaanse hier een erg intrigerende plaat aflevert. Het resultaat klinkt anders dan op eerder werk, maar dit mist zijn effect ook nu weer niet: de aardse geesten die de Italiaans-Londense oproept dringen binnen tot diep in onze ziel. En zo eindigt deze doordeweekse maandag met de ontdekking van een ware neoklassieke parel. Ontwaak uit je diepe slaap, Maria, we willen meer van je horen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in