Bij uitgeverij Sherpa start een ambitieuze uitgave van het volledige oeuvre van Yves Chaland. Meer dan dertig jaar na diens dood zal zijn werk eindelijk volledig beschikbaar zijn in het Nederlands. De twee eerste delen verschenen recent, en tonen meteen het enorme talent van Chaland.
In de stripwereld zijn er maar weinig auteurs die zo’n bliksemcarrière hadden als Yves Chaland in de jaren ’80 van de vorige eeuw. Zijn eerste strips verschenen onder de noemer van Captivant aan het einde van de jaren ’70 en al in 1990 kwam hij om het leven bij een auto-ongeval. In niet iets meer dan een decennium drukte hij een onuitwisbare stempel op het Europese beeldverhaal en beïnvloedde hij de manier van stripmaken door het vermengen van de klassieke klare lijn met het retro-gevoel van de atoomstijl uit de jaren ’60. Uitgeverij Sherpa heeft nu het plan opgevat om het werk van Chaland volledig te gaan vertalen naar het Nederlands. Tot nu toe werden hier en daar door verschillende uitgeverijen albums vertaald, maar nu wil Sherpa alles in één collectie thuis brengen, met één stijlvolle en luxueuze vormgeving.
Captivant maakte Chaland aan het einde van de jaren ’70 met Luc Cornillon en geldt als Chalands officiële eerste albumuitgave (1979). In dit album werden de korte verhalen gebundeld die Chaland en Cornillon de jaren voordien in het beroemde striptijdschrift Métal Hurlant publiceerden. Ze combineerden hierin meteen al hommage en pastiche en maakten er zo een wat bevreemdende groep van verhalen van. Net die scherpe toon en ongewoon harde humor in de populaire strips van die tijd, lieten Captivant meteen opvallen. Wat ook meteen opviel, was ongewone tekentalent van Yves Chaland. Doorheen Captivant wisselde hij een meer realistische stijl schijnbaar ongedwongen af met de atoomstijl waarmee hij enkele jaren later echt beroemd zou worden. In beide gevallen stond hij al stevig zijn mannetje en verraadde niets dat hier om een debutant ging. Hommages aan oude avonturenstrips vermengde hij daar al met scherpe humor en een hoog vertelritme. Hierdoor doen zijn strips nergens verouderd aan, hoewel de verhalen in Captivant ondertussen al meer dan 40 jaar oud zijn.
Kort na Captivant bracht Sherpa ook al een bundeling op de markt van de albums Bob Fish en De Jonge Albert, twee albums uit de eerste jaren van Chalands carrière, waarin hij wel al gekozen had voor zijn typerende tekenstijl. Prachtige, afwisselende pagina’s vol zwierigheid, spitse dialogen en vaak onverwachte wendingen. Chaland koos voor onconventionele verhalen, zelfs in zijn enige reeks die hij schiep met Freddy Lombard. Bob Fish is een onvervalste klassieke private eye. Visueel maakte Chaland er een prototype van, die in zijn onderzoeken echter de ene na de andere absurde plotwending moet verwerken. Veel meer dan in de korte verhalen uit Captivant kwam Chaland in Bob Fish los van het bronnenmateriaal dat hij eerde en pariodieerde. Hij ontwikkelde een eigen vertelstem, die ook in De Jonge Albert vol zelfvertrouwen terugkeert. Hoewel het album van die laatste pas later verscheen, doken de losse gags van Albert al vele jaren eerder op in Métal Hurlant. Albert, die in Bob Fish opdook als een soort alternatieve sidekick voor de detective, excelleert in zijn eigen gags als een vileine en compleet onuitstaanbare etter met een voorliefde voor zinloos geweld. Opnieuw gaat Chaland voor absurditeiten, maar grafisch kiest hij meer dan in Bob Fish voor de provocatie.
Verderop in 2021 zal Sherpa ook starten met het vertalen van de complete reeks Freddy Lombard. Er staan de lezers dus heel wat nieuwe en hernieuwde kennismakingen te wachten. Uit de twee eerste delen blijkt al duidelijk dat Chaland met zijn compacte oeuvre toch een blijvende indruk op het stripverhaal nagelaten heeft en nog verder zal nalaten. Tijdloze klasse komt sowieso boven drijven.
