Het is weer van dattum. Na James Blake omarmen de liefhebbers van de trendy-huiskamermuziek-met-een-toef-elektronica alweer een nieuwe wonderboy. Nicolas Jaar is de naam die u moet laten vallen als u tijdens de museumnacht dat hip strekenwijf / die wufte kerel met zijn te grote nerdbril wil scoren.
“Nicolas Jaar” klinkt even Duits als “Mecklenburg-Vorpommern”, maar niets is minder waar. Jaar is geboren en getogen in Chili, maar heeft sindsien zowat de hele wereld rondgereisd. Net als zijn collega’s — annex Chileense expats — Luciano, Ricardo Villalobos en Matias Aguayo, brouwt hij een eigen elektronische muziekvariant, die losstaat van de Westerse conventies. Jaar komt uit bij een behoorlijk betoverend resultaat dat minimaal en tijdloos aandoet. Na enkele twelve inches en een handvol remixen — onder meer voor Ellen Allien — stelt hij nu zijn debuut Space Is Only Noise voor. De Chileen kon zich geen beter moment wensen, net nu James Blake heel wat aandacht krijgt met een parallelle benadering. Al vallen er ook aardig wat verschillen tussen beide heren op te tekenen.
Akkoord, het spelen met de stiltes en het gebruik van de vocoder in “Colomb” leunt sterk aan bij de aanpak van James Blake. Maar naarmate de plaat vordert, merk je dat Jaar een ruimere muzikale achtergrond heeft en veel eclectischer tewerk gaat dan zijn Britse collega. Zo roepen de donkere synthesizers en dito zang van “Space is Only Noise if You Can See” herinneringen op aan de grauwe jaren tachtig van Depeche Mode en The Human League. “Too Many Kids Finding Rain In The Dust” is dan weer een vage vertelling die begeleid wordt door milde gipsyklanken zoals Oi Va Voi ze ooit bracht.
De referenties aan DJ Shadow en Eric Satie die overal opduiken, zijn nogal gratuit. Ze komen van weinig geïnspireerde schrijvers die zich beperken tot een oefening in copy/ paste van de bijgevoegde perstekst. Akkoord, er doolt al eens een verdwaalde piano door een nummer en hier en daar komt er een sample voorbij. Maar waar DJ Shadow zijn collages louter uit samples optrekt en er iets compleet nieuw mee creëert, gaat Jaar subtieler te werk door doeltreffend korte stukjes te integreren. Zoals de stemflard van Ray Charles in het knappe “I Got A Woman”, dat doet denken aan Moby ten tijde van Play. En wij vinden dat nog steeds een compliment, ja!
Space Is Only Noise geeft zijn rijkdom pas na enkele luisterbeurten te kennen. Het album dient in zijn geheel te worden beluisterd om het unieke verhaal over tijd, ruimte, hoop en vervreemding in al zijn schoonheid te vatten. Het is echter nog te vroeg om te stellen dat Jaar de nieuwe Messias is die de grenzen van de elektronica grondig zal hertekenen, waar pers en publiek popelend op zitten te wachten.
Met dit debuut kan Nicolas Jaar wel uitgroeien tot de voortrekker van een nieuwe school jonge minimalisten — Jamie xx, Mount Kimbie, James Blake, … — met talent in overvloed, waar wij ons nu al van afvragen waar zij nog toe in staat zijn als dat groen van achter de oren is.