Goh. Ja. Misschien. Pff. Ik weet het niet. Jij? Mja. Pas. Ofja nog één keer. Zucht.
Om niet te zeggen dat wij het ook niet helemaal weten met de nieuwe single van Panda Bear, aka Noah Lennox. Eerder dit jaar bracht de grootste knuffelbeer van Animal Collective nog soloplaat Buoys uit, waarop hij al de uiterste spectra van het geluid exploreerde. Professioneel ruimtevaarder Lennox diept het minimalisme van die plaat, en het contrast tussen hoge zangtonen en zweverige synths enerzijds en diepe bassen anderzijds, verder uit op deze stand-alone single. De reacties lopen nogal uiteen: van omhooggestoken duimpjes tot luisteraars die vinden dat Lennox hier vooral indruk wil maken op de puberale vriendjes van zijn kinderen met platte trap. Of is dit gewoon seksmuziek voor rare mensen?
Wat wij van “playing the long game” vinden? Na een halve dag luisteren zijn we er nog niet uit. De parlando-achtige zang van Lennox brengt je in een staat van verdoving, en de synths doen warmte doorheen heel je lichaam stromen (drug intake onbekend). Op een vreemde manier doet het zelfs allemaal wat aan Currents van Tame Impala denken. De bassen scheren inderdaad wel rakelings langs platte soundcloudrap, maar zorgen er ook wel voor dat het nummer niet verzandt in psychedelica voor yogaliefhebbers. Tegelijk kan je “playing the long game” muzikaal niet meteen het meest subtiele en ingenieuze noemen wat Panda Bear al ooit uitgebracht heeft. Of het nummer eeuwigheidswaarde heeft, valt sterk te betwijfelen.
Maar wie weet. Toch. Misschien. Ofja, Goh.
Oh ja, wat u ook van het nummer vindt, één ding staat wel vast: de clip is weer trippen op het meest wazige niveau.