Op album nummer tien blijft het duo Left Lane Cruiser bij de formule die ze altijd al toegepast hebben. Ook dit keer schotelen ze de luisteraar weer rudimentaire, gruizige blues voor. U gaat niets horen wat al niet op eerdere albums stond, maar moet dat?
Voorganger Claw Machine Wizard, waarop de band na een kort intermezzo als trio weer als duo verderging, was een hoogtepunt in de discografie van de band uit Fort Wayne, Indiana. Na al die jaren heeft het duo van zanger/gitarist Freddy J IV en drummer Pete Dio — die laatste verving in 2014 oorspronkelijke drummer Brent Beck — een duidelijk herkenbare sound. Hun mix van hill country blues en uitgerafelde garagerock staat garant voor menig opwindend bluesfeestje. Op Shake and Bake krijgt het duo het gezelschap van producer Jason Davis op orgel, al mag er meteen de bedenking bij gemaakt worden dat ’s mans orgel maar zelden echt hoorbaar is.
Het album opent meteen met een kort, hevig “Two Dollar Blues”, een nummer dat de band al enige tijd op de live setlist heeft staan. Het is Left Lane Cruiser grand cru, energieke blues die herinneringen oproept aan pakweg R.L. Burnside of Hound Dog Taylor. Maar ook nummers als het gruizige “Shake And Bake” of “Roll Me”, waar Freddy J’s hortende gitaarspel de song aan flarden trekt, zijn zonder meer top. Op zijn best heeft Left Lane Cruiser de energie van een bluesy Motörhead. Zo ook op “Sweat Love To Shine”, dat in weerwil van de titel, toch vooral een heerlijk vuile lap bluesrock is.
Maar jammer genoeg weet de band dat niveau niet het hele album lang aan te houden. Net iets te vaak lijken ze de nummers wat op automatische piloot af te werken. De sound is er nog, maar de bezieling blijft hier en daar wat achterwege. Traditional “Mule Plow Line” heeft wel puntig gitaarspel, maar de song zelf is weinig memorabel; “The Waltz” is zelfs gewoon doordeweeks te noemen. “Smoke Keeps Rising” drijft op een snedige groove, maar duurt te lang in z’n repetitiviteit. De passie die de band in zijn optredens legt, komt hier te weinig naar voor. “Smooth Commander” is het soort nummer dat de band al slaapwandelend zou kunnen schrijven. Het zou ons niet verbazen dat slotnummer “Detroit House Party” live het vuur aan de lont kan steken, maar op plaat is het maar een smeulend vuurtje.
Shake And Bake had een geweldige EP kunnen opleveren, maar uiteindelijk is het een te wisselvallig album geworden. Wat niet wegneemt dat Left Lane Cruiser zelfs op de wat mindere momenten nog altijd blues brengt die vuiler is en gemeender overkomt dan wat pakweg The Black Keys tegenwoordig op de mensheid loslaten. Het zou ons overigens niet verbazen dat de band deze songs live wel helemaal tot leven weet te wekken.