Best Of Belgium: De 50 Beste Belgische Platen Aller Tijden – 50 tot 41

Zeven jaar enola, is zeven jaar steun aan Belgische bands. Om onze nieuwe site plechtig in te wijden, gaan we op zoek naar de vijftig allerbeste platen die ooit op deze bodem zijn gemaakt. Van nu tot en met vrijdag: vijftig platen die samen the best of Belgium vormen.

  1. Mitsoobishy Jacson :: Boys Together Out Rageously (1999)

Ergens halfweg de jaren negentig slaan Peter Houben (Nemo) en Mauro Pawloswski (Evil Superstars) de handen in elkaar. Stiekem knutselen ze op vijf dagen tijd een cd in elkaar die de catchy titel Nougat In Koblenz meekrijgt. Een paar jaar later versterken Pascal Deweze (Metal Molly) en Guy Van Nueten (toen nog vooral bekend van The Sands en van Daan) de rangen en wordt het nóg plezanter. Deweze brengt mooie melodieën mee, Van Nueten leuke geluidjes. De titel Boys Together Out Rageously is een vlag die de lading volledig dekt: de plaat biedt dolle pret met dit alternatieve kwartet, en dat alles onder het motto “Niks moet, alles kan”. Lo-fi funk, indierock, zweverige soundscapes of Beatlesque pop… het staat er allemaal ergens op, maar dan wel in een of andere gemuteerde vorm. (mg)

Hoogtepunt: Aan de geschifte teksten en de reteaanstekelijke songs beleefden we een hele zomer – en lang daarna – tonnen plezier. Gek genoeg is het “Beer”, een grotendeels instrumentaal nummer dat op het moment zelf wat uit de toon viel, dat nu al twintig jaar lang onafgebroken in onze playlists staat.

  1. Nemo :: Nemo (1993)

Nemo was een mix van alles wat begin Jaren ’90 hip was: ongepolijste productie, niet zo immens perfect gestemde gitaren, popmelodietjes en silly songteksten. De band ontstond in de schaduw van de Houthalense schachtblok en deed zoals alle grote Vlaamse bands van de laatste decennia mee aan Humo’s Rock Rally zonder te winnen. Nemo biedt zestien puntgave snedes powerpop ergens tussen Pixies, Pavement, Sugar en Lemonheads. Of wat dacht u van titels als “She Loves Animals”, “This Girl Can Really Swallow” of toenmalige grote radiohit “Bicycle Called Love”. De songs zijn kort en zo catchy dat ze 25 jaren later nog spontaan meegefloten worden door menig nineties-kid. Een onterecht wat vergeten parel. (mvm)

Hoogtepunt: “Well, a day at the zoo is all I desire, but every motherfucker has a bed on fire”, op een bedje van kettingzaaggitaren. Ja, de Limburgse scene van de jaren ’90 ontwikkelde zich dicht in de buurt van de Maastrichtste coffee shops.

  1. Jan Swerts :: Schaduwland (2016)

Een zombieplaat, de soundtrack van Jan Swerts’ persoonlijke Apocalyps. Wie regelmatig naar ’s mans platen luistert, moet je er niet meer van overtuigen dat er schoonheid in melancholie zit. Schaduwland is een (voorlopig) hoogtepunt in zijn oeuvre. Over veertien nummers, waarvan de titels steeds korter worden en de invulling steeds kaler, neemt hij ons mee op een tocht vol wanhoop, ongeloof, frustratie, angst, escapisme en eenzaamheid.  Elke keer weer heb je bij dit album het gevoel dat je het nog een keer meer moet beluisteren om er alles uit te halen. De arrangementen met strijkers, dan weer soundscapes en soms alleen toetsen klinken persoonlijk en dringen ver binnen. Er zijn referenties aan Sigur Ros, Max Richter of Philip Glass, maar het is toch vooral Swerts die iets neerzet dat vrijwel uniek is. (jp)

Hoogtepunt: met een laatste, uitstervende noot die in ruis overgaat, bereikt Swerts zijn muzikale nulpunt. Stilte is niet de afwezigheid van alles, het is de aanwezigheid van niets.

  1. Das Pop :: I Love (2000)

Das Pop: meer programmaverklaring kon een groepsnaam niet zijn, perfecter dan I Love kon een debuut in dat kader niet zijn. Twee jaar nadat het okselfrisse vijftal de zegepalm in Humo’s Rock Rally had weggekaapt, was er eindelijk dat debuut. Drie singles waren toen al gepasseerd, ze haalden de plaat niet, tenzij als bonustrack; de lat lag hoger. Elf nummers lang scheerde Das Pop vervaarlijk langs popperfectie, soms door zelfs te perfect of te proper te zijn. Bent Van Looy had toen al het afgeborstelde Queens’ English-accent, de orgeltjes van Lalalover Tom Kestens ronkten en pompten zoals het moet, en op de rest viel ook al  niets aan te merken. Neen, op I Love zat werkelijk niets fout, en dat zou ook de tragiek van Das Pop blijken: beter kon het gewoon niet meer worden. Als het over pure popmuziek gaat is dit een zeldzaam volmaakt kleinnood. (mvs)

Hoogtepunt: Het van tederheid bol staande “A Naked Girl”. Als Bent Van Looy nog iets Beatlesesker klonk, Paul McCartney deed hem een proces aan. Al had Macca nooit zo’n overstuurde break durven bedenken.

  1. Dead Man Ray :: Berchem (1998)

Misschien heeft de recente terugkeer met Over de doorslag gegeven, maar het is onmogelijk om in termen van muziek de jaren negentig zonder Dead Man Ray voor te stellen. Vandaar krijgt Dead Man Ray een oververdiende stek in deze lijst. Want wordt dit vijftal enigszins overschaduwd door grotere broertje dEUS, dan heeft dat weinig met kunde en durf te maken. Berchem is het absolute begin en telt nog steeds als een van de meest verfrissende en spraakmakende albums uit de lange carrières van Daan Stuyen en Rudy Trouvé. Puike singles als “Chemical” en “Beegees” geven de toon aan maar zijn vergezeld door minder toegankelijke parels als “Inc.” en “Moid”. Een bezwerende mengeling van elektronica en indie rock. (qc)

Hoogtepunt: Diep in het album komt Dead Man Ray op topsnelheid met het ontluikende (meerdelige) “Copy of 78”. Een flinke dosis nostalgie, samples en gitaargeweld die het hoofd doet tollen.

  1. Machtelinckx, Jensson, Badenhorst, Wouters :: Faerge (El Negocito Records, 2012)

Impressionisme zonder mist. Gemijmer zonder stroperigheid. Dromerigheid zonder flauw gedoe. Het was altijd al duidelijk dat gitarist Ruben Machtelinckx niet de man van het Grote Gebaar, laat staan het oorverdovende volume zou worden, en toch kwam Faerge als een verrassing. Machtelinckx’ invloeden zijn duidelijk en situeren zich vooral dikke duizend kilometer ten noorden van hier as the crow flies, maar de acht composities spreken met een eigen accent en nestelen zich onder de huid met de omzichtigheid van alle klassiekers van het hart. De komst van extra gitarist Hilmar Jensson was een meesterzet, maar minstens evenveel krediet mag gaan naar de toen nog piepjonge bassist Nathan Wouters en vooral ook rietblazer Joachim Badenhorst, groots in al zijn bescheidenheid. De muzikanten zaten sindsdien niet stil – Machtelinckx zet de geest van deze release intussen eigenzinnig verder met het label Aspen Edities en Badenhorst speelde ook een paar albums bij elkaar die thuishoren in deze lijst – maar dit blijft intussen een parel waar de verzamelde New Wave Of Belgian Jazz nog altijd de tanden op stukbijt. (gp)

Hoogtepunt: de lichtjes gehavende, waanzinnig mooie klarinetvlucht van Badenhorst in opener “Ladakh”.

  1. Jan De Wilde :: Hè Hè (1990)

In de jaren ‘70 was Jan De Wilde een van de speerpunten van de Vlaamse kleinkunst. Toch zou het pas eind jaren ‘80 zijn dat hij zijn artistiek hoogtepunt bereikte. Met De Bende Van Jan De Wilde maar toch vooral deze Hè Hè  zorgde hij voor een reeks prachtige, maar in wezen eenvoudige en doorleefde folksongs, waarbij zijn warme stem een gloedvol deken over de nummers lag. Songs die variëren van intriest (“Walter, Ballade Van Een Goudvis”) tot niet van zelfspot gespeend escapisme (het enkel uit scheldwoorden bestaande titelnummer). Tel daarbij nog een paar klassiekers van Vlaanderens beste songsmid Lieven Tavernier en een uitstekend gekozen vertaalde cover van John Prine en het resultaat is een van de beste folkalbums die dit kleine land aan de Noordzee ooit voortbracht. (bw)

Hoogtepunt: “De Fanfare Van Honger en Dorst”. Een nummer waar werkelijk alles in klopt. Als Dylan een Gentenaar was had hij dit uitgebracht.   

  1. The Machines :: A World Of Machines (1982)

Dingen die we ons weleens afvragen op troosteloze, regenachtige dagen, deel 371: hoe zou ons nationale muzieklandschap eruitzien als Paul Despiegelaere zich nog onder de levenden bevond? Oké, de laatste jaren was hij vooral actief als producer, maar begin jaren tachtig was zijn band een geoliede machine die enkele dotten van radiohits scoorde. Dat Despiegelaere een groot bewonderaar was van The Beatles was daar niet vreemd aan, natuurlijk. De bekendste nummers van de groep belandden in ’82 op A World Of Machines, het langspeeldebuut dat werd opgenomen op de plaats waar alle klassiekers van zijn favoriete band werden ingeblikt, de fameuze Abbey Road-studio’s in Londen. (mg)

Hoogtepunt: “Don’t Be Cruel”. Internationale klasse; was The Machines een Britse groep met een machtige promomachine achter hun gat, dan was hun bedje geheid gespreid geweest en hoefden Despiegelaere en co voor de rest van hun dagen niet meer te gaan werken.

  1. Amatorski :: TBC (2011)

Ja, ze hadden een goede beurt gemaakt in de Rock Rally van 2010, met hun fluisterliedjes. Maar toen  Inne Eysermans en co. met hun debuut TBC op de proppen kwamen, wist niemand of ze daar nog het ticket “rock” op konden – of wilden – kleven. Portishead werd dan maar de referentie, maar bovenal was Amatorski zichzelf, en blies de groep met haar eerste plaat een frisse wind doorheen het Belgische muzieklandschap. Een wind die tegelijk warm en kil was, met veel vernuft in elkaar gehaakt maar die toch niet te slimmig werd. Emotie primeerde boven de ratio, sfeer was essentieel maar de pakkende songs nog meer. Nog steeds heeft TBC niet echt geestgenoten in de Belgische muziekwereld. Een uniek kleinood om zachtjes te koesteren. (ml)

Hoogtepunt: Eerst snijdt een e-bow door merg en been, dan haakt Eysermans in en breekt je hart met “Try to stay in all the ways/ praying god to draw a trace/ tell me baby where to go/ I am stranded on my own”.

  1. Luc Van Acker :: The Ship (1984)

Natuurlijk is dit de plaat van “Zanna”, het enige moment dat Luc Van Acker aan de hand van Anna Domino de mainstream streelde, maar The Ship is zoveel meer. Een new waveplaat die gretig putte uit elke eigentijdse bron, maar vijfendertig jaar later nog geen sikkepit gedateerd klinkt. The Ship is een plaat die leeft, barst van de vinnigheid. Talking Headsfunk, exotische ritmiek, duistere basgeluiden, dansen rond elkaar heen in een dolle polonaise die wel moet leiden naar uitbarstingen als “Wild And Angry”. Zo’n brok jeugdige energie was The Ship wel, toen maar ook nu. (mvs)

Hoogtepunt: De zotte drive van “Wild Life”, “Hadja, hadja” nog aan toe.

De Keuze Van Stijn Meuris: Red Zebra :: Bastogne (1981)

Ik was zestien en me voor het eerst bewust van – in willekeurige volgorde – HUMO, Gust De Coster, De Brassers, Nick Cave en Joy Division. En van “Can’t Live In A Livingroom”, de zeer aanstekelijke debuutsingle van Red Zebra, een song die al classic was voor ik het eerste refrein  had gehoord. Hun eerste mini-album bevestigde een paar maanden later wat ik al durfde vermoeden: hier zat iets heel strafs aan te komen. Bastogne telt slechts vijf songs en “Livingroom” is daar niet eens bij. Een bewijs van de koppige eigenzinnigheid van de groep rond de uit latex opgetrokken frontman Peter Slabbynck. Bovendien trapt de plaat af met de instrumentale titeltrack “Bastogne”, een indrukwekkend onweer van een song. Verder gaat het crescendo, met een urgentie in zowel sound als inhoud. Sturm und Drang in Belgisch vinyl gestanst. De B-kant is zowel kort (2 tracks) als verpletterend, met het zowel catchy als verontrustende “Art Of Conversation” (die Italiaanse stemmetjes aan het begin, die hoge bas die bijt en niet meer loslaat, en dat machtig moment waarop het nummer écht aftrapt!) als het bezwerende meesterwerk “Man Comes From Ape”. Een nummer dat geen nummer meer is maar een hele soundtrack. Tip: speel het nummer af terwijl je naar de woeste apen-scene uit 2001 A Space Odessey kijkt. Past perfect.

Nummers over Weltschmerz en maatschappijkritiek, die typische jarentachtig-mix die ook bij pakweg Joy Division, Bauhaus of The Sound voor grootse albums zorgde. Bastogne vormt voor mij de ideale spiegel van dat decennium.

Jawel beste smartphone-kinderen, the eighties, dat was me nogal wat.

Klik hier voor de nummers 40-31!

Beeld:
Collage Peter Duyts

recent

Einstürzende Neubauten :: Rampen (apm: alien pop music)

Vijftien probeersels. Vijftien live-improvisaties die in de studio opnieuw...

Masters Of The Air

Toen begin deze eeuw Band Of Brothers verscheen, sloeg...

Fontaines D.C. :: Starburster

Fontaines D.C. for the bigger and bolder: vierde album...

Manu Chao

16 april 2024Het Bau-Huis, Sint-Niklaas

Morrissey wilde op de Lokerse Feesten geen paardenworst, Manu...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...

verwant

Daan

4 mei 2023De Roma, Borgerhout

Is Daan rijp voor het nostalgiecircuit? Aan het publiek...

Daan :: The Ride

Full circle; Daan is terug waar hij begon. Op...

Jan Swerts :: Oud Zeer

Muzikale perfectie voor de eeuwigheid met slechts één dissonante...

Jan Swerts :: Dezen Killen Grond

1 November komt eraan. De minzame herinneringen aan dierbare...

Hilke :: Silent Violent

Ooit, in een ver verleden, was Hilke Ros de...

1 REACTIE

  1. Long-distance callers are warning the nation: Berchem moest veel hoger in de lijst. En zij wisten het toen al: 10 keer sneller met de fiets!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in