In december praat de enola-redactie met de artiesten die dit jaar kruidden, of net onterecht onder de radar bleven.
Hij doet het een beetje in de schaduw van het groter Nederlandstalig geweld, maar Buurman Geert Verdickt timmert al jaren naarstig aan een eigen oeuvre. Vierde boreling Dans & dwaal leek begin september een nieuw hoofdstuk aan te kondigen, en dat moet in 2018 zijn beslag krijgen. “Als ik moet kiezen tussen bang zijn of een vuist maken, geef mij dan maar de vuist.”
“De zomer van 2018 is begonnen”: die boodschap postte Buurman na een repetitie in september op zijn Facebookpagina. Er mocht dan nog een lange winter aankomen, op Dans & dwaal, zijn vierde plaat, zag Geert Verdickt toen al opnieuw de zon, ook muzikaal. Op het scharnierpunt tussen 2017, dat een nieuwe plaat bracht, en 2018, dat dat langverwachte festivalseizoen belooft, blikt de frontman terug en vooruit. ’t Is the time of the season, zeg maar, en we knallen er een openingsvraag in.
enola: Had je het gevoel dat het roer om moest na het heel intimistische De kus in ruil voor een koninkrijk? De yin van de festivals na het yang van de schouwburgen?
Geert Verdickt: “Zwart is nog zwarter als het naast wit staat, en dus was het tijd voor iets steviger, want ik heb beide nodig. Dans én dwaal, festivals én theater. Ik zie het niet als actie-reactie, want De kus in ruil voor een koninkrijk is een plaat die ik drie jaar geleden heel oprecht wilde maken, net als ik nu dit voelde. Ik zie het dus meer als een nieuwe beweging in één lang lied: het ene vloeit uit het andere voort, het is niet meer dan een andere kleur.”
“Die schouwburgfeel, iets meer poëtisch, zit er overigens ook nog altijd in, maar laat het duidelijk zijn: we willen meer buiten spelen. Niet dat ik niet blij ben met wat we de laatste jaren in de culturele centra opgebouwd hebben, maar die festivalpodia moeten we ook hebben. Ik hou van contrast. Ook als ik een set in elkaar steek, let ik erop dat ik mezelf af en toe tegenspreek.”
enola: “Alles wat je niet kapot maakt”: zo gaat de opener van “Dans & dwaal”, “Het maakt je sterker” luidt het net voor het einde. Is dat de kerngedachte?
Verdickt: “Ja. Ik merk immers dat het soms moeilijk is om de mooie dingen in de wereld nog te zien. Probeer maar naar (de aanslagen in, mvs) Barcelona, Manchester, of Amerika te kijken en niet bang te worden. Maar als we daar een vuist tegen kunnen maken, kunnen rechtstaan, worden we sterker. En ik weet dat dat misschien een naïeve gedachte is, maar het is volgens mij de enige piste die steek houdt. Als je moet kiezen tussen angst of een gebalde vuist, doe me dan maar de vuist. En dus is het onbewust een hoopgevende plaat geworden. Er zit iets lichtgevend en krachtig in, zowel in de teksten als de muziek. Vandaar trouwens ook de kleur van de hoes: turquoise en goud, fel en priemend. Dat geeft een heel andere sfeer dan het rood fluweel van De kus in ruil voor een koninkrijk.”
enola: “Dans en dwaal”, preek je. Om het met Peter Verhelst samen te vatten: “Niet de uitgang is het doel, maar het verdwalen”?
Verdickt: “Daar geloof ik heel hard in. De beste ideeën komen als je ze niet krampachtig zoekt. Ik dwaal vaak als ik ergens ben, dan kan ik ’s nachts die andere stad gaan verkennen en zien waar ik uitkom. Heel inspirerend vind ik dat, en ik denk dat iedereen dat elk op zijn manier vaak mist. Alles moet immers vaak efficiënter en moet garantie op succes hebben. Het moet YouTube-hits of weet ik veel wat opleveren voor je iets doet, en zo schiet het dwalen er aan in.”
enola: Een verleiding waar je zelf ook voor bezweken bent?
Verdickt: “Natuurlijk. Ik heb als freelance-documentairemaker ook films gemaakt die ik vooral zag als opstap naar iets groter of breder en niet om zichzelf. Terwijl mijn strafste documentaires toch altijd die zijn geweest die er plots waren. Voor nummers gaat dat ook op. Stef Bos, met wie ik vorig jaar tourde, zegt dat ook vaak: “De beste nummers schrijf je niet, die schrijven jou”. Het overkomt je als je je er voor openstelt. Zinnen die van een plek komen die je niet kunt traceren, dat zijn de strafste. De verleiding is groot om knoestig te wringen en te wroeten tot er toch maar een nummer is, en dat is ook schoon, maar wat je overkomt, is nog mooier. Maar dan moet je dat durven laten gebeuren, en dat is niet evident.”
enola: Welk nummer van Dans & dwaal is zo uit de lucht komen vallen?
Verdickt: “Het refrein van “Intuïtiviteit” was er plots, en ik vond dat meteen een heerlijk woord. ’t Is een vorm van het woord intuïtie die we tegenwoordig niet meer gebruiken, maar ik vind het geweldig klinken. Het is een religie die we kwijt zijn, gewoon je buikgevoel volgen. Veel mensen slagen daar niet meer in en boeten zo in aan verbeelding.”
enola: Kun jij dat beter dan vroeger?
Verdickt: “Ik heb het gevoel dat ik dat beter kan tegenwoordig. En ik heb geen idee of dat komt omdat ik het resultaat nu beter kan relativeren, of omdat ik het genot van te dwalen nu ken. Beide, waarschijnlijk, en het feit dat dit mijn vierde plaat is. Ik weet nu beter waar ik mee bezig ben, heb mijn verhaal opgebouwd. Ik ervaar een rust die nieuw is. Als ik een vrije dag heb, ga ik niet meer hard op zoek naar een nummer. Ik ga rondhangen, rij naar Oostende om naar de zee te kijken en daar komt dan wel een idee uit. En dán wordt het werken om dat gestalte te geven, maar er is veel meer rust aan op die manier.”