Meer dan een jaar na de release brengt Trixie haar ijzersterke Porta Bohemica naar de kleinere podia met een korte tour die in de staart een hele rist Belgische steden aandoet. Van een winterdip of speelmoeheid echter geen sprake. Integendeel zelfs, na een niet altijd even overtuigende festivalzomer lijkt het materiaal pas nu ook live in de plooi gevallen te zijn.
Ook al was de podiumopstelling verfraaid met een doek waarop subtiele visuals de songs complementeerden, toch leek het credo van deze tour less is more te zijn. Whitley koos voor spaarzame belichting, schroefde de bij momenten overdreven gezwollen festivalinstrumentaties terug en sprong spaarzamer om met hardere werk. Ze trapte haar set in het schemerdonker af met een uitgebeend “Faint Mystery”, dat tegenover een dijnende watervisual subtiel overvloeide in “A Thousand Thieves”. Middenin werden de eerste harde aanhalen uitgedeeld, waarbij niet de melodie maar de stem punch mocht pakken.
Trixie is gezegend met een gouden keelgat, maar toch liet ze er vanavond nog een grotere indruk mee na dan we gewend zijn. Niet alleen werd elke noot loepzuiver gebaard, ze beleefde live ook authentiek élke song. Zo kreeg ze haar publiek meermaals muisstil: tijdens de solo “Oh The Joy”, bij de laatste uitsmijter “Elisa’s Smile” en natuurlijk bij het immer pakkende maar vanavond nog ontroerendere “Closer”. Ze leek er zelf bij momenten ongemakkelijk van te worden en zocht respons bij haar publiek, waarvan ze niet steeds leek te beseffen hoe snel ze het al in haar handpalm had. In plaats van stuntelige bindteksten gebruikte ze deze keer echter de muziek zelf om daar iets aan te doen en tegen haar zaalwandeling tijdens “Breathe You In My Dreams” had ze het Circus van een respectvol luistertheater tot een bruisende arena omgetoverd. Het toont een indrukwekkende podiumgroei van een dame die zichzelf een paar jaar geleden nog vast durfde te rijden in overdreven perfectionisme en publiek ongemak.
Wanneer ze een versnelling harder schakelde, mocht het er best venijnig aan toe gaan. “Gradual Return”, op plaat de meest Anoukerige Trixie, nam een gedurfde funkduik waarbij vervaarlijk hoge noten doorheen de niet toevallig paarse podiumgloed dartelden. “Soft Spoken Words” kon ook eindelijk zijn livereputatie waarmaken: na een veel te logge festivalversie, vlamde die geweldige riff nu even scherp uit de boxen als in de studioversie. Ook een kolkend “The Shack” leek eindelijk zijn juiste draai gevonden te hebben.
Hier en daar werd er wat nieuwer materiaal uit de outtakes-collectie Sway geplukt, maar de grootste verrassing was de explicietere introductie van elektronica in enkele oude bekenden. Een fenomenaal zinderend “New Frontiers” flirtte met triphop; “Pieces” werd uitgekleed tot een lange bas-reverb en simpele drumtikjes en dan overgoten met donkere elektronica. In deze experimenten schuilt zeker een interessante richting voor een derde studioplaat. Vanavond vierden we echter de groei en bloei van het bestaande materiaal tijdens een topconcert, dat op het vlak van sequencing van de setlist nog ruimte voor verbetering liet, maar voorts verdomd dicht bij de perfectie zweefde.