Alles aan de nieuwe plaat van de ervaren Canadese punkrotten Fucked Up schreeuwt ambitie uit. Van artwork tot songteksten tot productie, Fucked Up mikt duidelijk hoger dan de groezelige kelders van de punkwereld. Maar ambitie is een ding, ze waarmaken is een heel andere zaak.
Het groots opgezette liefdesepos David Comes To Life uit 2011 kon op goede kritieken rekenen en zette meteen ook de poorten definitief open voor een avontuur op grotere podiums. Weinig punkbands kunnen dan ook beweren dat ze het voorprogramma van een gigantische band als Foo Fighters mochten verzorgen. Maar het gevaar van een identiteitscrisis is niet onbestaande, wanneer ondergrondse en rebelse punkers ineens geconfronteerd worden met een publiek dat liever gezellig met zijn allen leuke stadiumrock meezingt met ome Grohl dan het risico loopt een oog te verliezen in een moshpit.
Toeval of niet, het lijkt wel of Glass Boys een beetje ongemakkelijk tussen die twee werelden, die van de hardcore en die van de stadiumrock, in blijft hangen. De cleane productie is mijlenver verwijderd van de rauwe rammelende punk van de beginjaren op albums als Hidden World. De gitaren zijn dan wel overstuurd, maar ze klinken toch verdacht proper en opgekuist. De rauwe agressie, hetgeen toch de basis is van alles wat zich hardcore noemt, lijkt jammer genoeg verdwenen op Glass Boys.
Muzikaal doet Fucked Up zowaar zelfs wat denken aan diezelfde Foo Fighters. Vervang de raspende brul van zanger Damian Abraham op opener ‘Echo Boomer’ of het makke ‘Paper the House’ door de propere radiostem van een Dave Grohl, en je hebt een (zij het middelmatige) Foo Fighters-song. Abraham voelt dan ook vaak aan als de vreemde eend in de bijt op dit album. Met zijn constante teisteren van de stembanden staat hij de muziek eerder in de weg dan dat hij ze complementeert. Hij zorgt er voor dat an sich lekkere maar weinig agressieve punknummers als ‘Sun Glass’ en ‘Warm Change’ een eerder vermoeiende bedoening worden om te beluisteren.
En zo is Glass Boys een beetje vlees noch vis. Het mist de energie en agressie van hardcore, en langs de andere kant mist het de songs en ook de zanger van echte meebrulrock. De ambitie van Fucked Up is lovenswaardig, het resultaat is jammer genoeg een pak minder.