Na de stadionstofzuigersound, de terugkeer naar meer normale proporties. Op Days Of Abandon grijpt The Pains Of Being Pure At Heart opnieuw naar het meer menselijke geluid van zijn debuut, en dat ligt Kip Berman duidelijk beter. De melodieën zijn sterker, de songs pakkender. Precies zoals het hoort.
Dat Kip Berman achteraf gezien niet echt gelukkig was met het reusachtige geluid dat producer Flood voorganger Belong had aangemeten, druipt van elke uitspraak over deze nieuwe. “Het mocht opnieuw iets meer persoonlijk”, leest de perstekst bijvoorbeeld, “dichter bij mijn oorspronkelijke idealen.” Weg dus met die grote versterkers en Billy Corgan-achtige riffs; van “Welcome to the Jungle” naar “Welcome To The Jangle”, een albumtitel die in alle ernst werd overwogen maar gelukkig op tijd werd geschrapt als het slechte idee dat het was.
Days Of Abandon past de groep én deze plaat ook veel beter. Zoals steeds overheerst een licht lentegevoel in deze popsongs; dagen waarin verveling licht kan voelen, en zelfs duisternis een gouden randje krijgt. Dat gevoel is toch weer wat een prachtsong als “Masokissed” ademt; “Sweet masokissed in the morning mist / Why would you ever leave this place / When all I need is your chip-toothed smile to know that life’s more than ok?”, zingt Berman, en hij doet dat over een dot van een melodie, waar een native speaker het prachtwoord “sunkissed” voor over zou hebben. Nieuwbakken toetsenist Drew Citron giet er hetzelfde Cure-achtige synthsausje over als haar voorganger Peggy Wang had gedaan, en dat is ok; we hadden het niet anders gewild.
Er zijn dan ook wat personeelswissels gebeurd. Meer dan ooit beschouwt Berman de groep als zijn ding, en dus is het idee van vaste bandleden wat losgelaten. En wat ook meteen kon; Jen Goma van A Sunny Day In Glasgow al eens de microfoon geven als in het uitstekende “Kelly” dat een eind weghuppelt over dezelfde beat die “A Teenager In Love” van op hun debuut zo onweerstaanbaar maakte.
“Eurydice” is dan weer het festivalmomentje van de plaat, met een refrein dat niet bang is van mainstageproporties. Goma mag in de finale nog eens terugkomen om Berman wat dramatisch weerwerk te bieden. Het zijn momenten als deze die laten horen dat The Pains Of Being Pure At Heart almaar minder distortion nodig heeft om zijn songs in te verbergen, zelfs al brengt “Until The Sun Explodes” het meest toegankelijke werk van Dinosaur Jr. in herinnering.
Kan al dat goeds blijven duren? Neen. Tussen de parels zit ook wat minder blinkends dat eerder routineus aanvoelt. Opener “Art Schmock” is ingetogen en charmant, maar ook vooral dat: een intro. “Beautiful You” is My Bloody Valentine met te kleine versterkers en een zanglijn die niet beklijft, “Coral And Gold” is daar een al even slaapwandelende bijgedachte na; mooie gitaarlijn, maar dat is nooit genoeg.
Als geheel volstaat Days Of Abandon echter ruimschoots. Kip Berman heeft ten derden male een fijn plaatje afgeleverd; dat is meer dan u en ik kunnen zeggen.
The Pains Of Being Pure At Heart speelt op 27 juni op DOK in Gent.