Na de draak volgt de bijsturing: het was zo met Viva La Vida na X&Y, het is zo met Ghost Stories na het onbegrijpelijke Mylo Xyloto. Maar ook nu weer mocht die ruk aan het stuur forser.
Daar sta je dan als meest gehate én geliefde band ter wereld, het gevolg van een onverholen behaagzucht om de grootste te willen zijn. Een queeste in gang gezet door X&Y, een plaat die op onovertroffen wijze het geluid van de band uitholde en opblies, en tegelijk de geloofwaardigheid van de band kelderde dat het geen naam meer had. Sindsdien lijkt het alsof er niet meer geluisterd wordt naar Coldplay, maar erop gekakt des te meer – vaak toogpraat, vaak terecht. Dat krijg je dan, Chris. Maar luister voorbij hymne “Viva La Vida” en je hoort op de gelijknamige vierde plaat een verdomd avontuurlijke sound en durf, die de stadionvlucht van de band evenzeer had kunnen kelderen.
Er werd dus niet meer geluisterd. En zelfs voor Chris Martin was dat niet zomaar de bluts met de buil. Laat hem kiezen tussen herinnerd worden als songschrijver en volksmenner, en hij gaat resoluut voor het eerste. (Wat houdt je dan tegen, Chris.) Misschien was dat de reden van Mylo Xyloto: als we dan toch niets meer goed kunnen doen, laten we dan gewoon heel fout gaan. Het mondde uit in een onbeluisterbare draak, waarop de ironie niet werkte wegens véél te matige songs — grote voorbeeld U2 had ook z’n Pop, al is die plaat in haar falen een pak interessanter. Live werkte de plaat echter wel, maar waterpokken als “Paradise” en “Every Teardrop Is A Waterfall” blijven onverklaarbare uitschuivers voor een band die Parachutes en (ook, ja) A Rush Of Blood To The Head schreef. Behaagzucht is een geil beestje.
Keerde U2 na Pop terug naar z’n vintage geluid, dan keert Coldplay op Ghost Stories grotendeels terug naar de intimistische mood van z’n debuutplaat – “Oceans” had er zomaar op kunnen staan. Maar de sound wordt door onder meer Jon Hopkins (niet toevallig ook verantwoordelijk voor het kruiden van Viva La Vida) en Paul Epworth door elektronische soundscapes in het nu geplant. Het zorgt voor een onderkoelde sfeer waarin het weemoedig wentelen is. Ghost Stories is immers een conceptalbum rond een liefdesbreuk – de scheiding tussen Martin en Gwyneth Paltrow werd na twee jaar sluimeren keurig in aanloop naar deze release openbaar gemaakt. De songs verhalen over de verschillende emotionele stappen die men zet bij het verwerken van een breuk. Zie ook Beck, Elbow en Lykke Li eerder dit jaar. Maar op deze plaat loopt het niet goed af met die verwerking: “A Sky Full Of Stars” zou volgens dat concept hoop moeten uitstralen, maar verraadt vooral een vlaag van door hallucinogenen uitgelokte zinsverbijstering. Zo’n dubbele bodem, daar hebben we niet van terug, Chris. Of méén je die wortelkanaalbehandeling van je eigen plaat echt zoals het is?
Maar goed, het was even schrikken bij het vooruitgestuurde “Midnight”, dat net als “Life In Technicolor” van op Viva La Vida vertrok van een onafgewerkte song van Hopkins. Martin had de afgelopen twee jaar blijkbaar veel troost geput uit Bon Iver, maar het werkt wel – alvast een betere inspiratie en durf dan leentjebuur spelen bij Roxette drie jaar geleden. “Midnight” is het hart van de plaat. Single “Magic” legde vervolgens de brug aan met het meer vertrouwde geluid van de band: een baslijn die Colin Greenwood rechtop doet zitten leidt een knap opgebouwde song in, die bij de release de verstokte fans weer in hun mand deed kruipen met een sussend “Ooh ooh ooh” van Martin aan het einde. Oef, zeg.
Maar toch zal die fan, het fluo polsbandje van die laatste tour nog op het dressoir thuis en de selfies van het concert nog op de smartphone, een paar keer slikken (of knikkebollen) tijdens het eerste half uur van Ghost Stories. Hun probleem. Openingsnummer “Always In My Head” is verdomd meeslepend, met Bucklands gitaar als een sirene in een mist van sfeervolle elektronica en een angeliek koor. “I think of you / I haven’t slept” zingt Martin, breekbaar als in ver vervlogen tijden toen New York nog een paar torens meer telde. Maar even tussendoor: een poëzieprijs zal Martin ook deze keer niet winnen, met teksten waarin geen millimeter witruimte voor interpretatie wordt gelaten. Check de schoolkaften van uw dochter de komende maanden.
Nog een hoogtepuntje? Nog een hoogtepuntje: het prachtige “Another’s Arms”, waarin een vrouwenstem het maanlicht op de plaat laat binnen schijnen, een bedachtzame opbouw laat de lichten ternauwernood gedimd. Martin mijmert alleen thuis en ziet de zetel naast hem louter gevuld met vervlogen herinneringen. “Ink” flirt met een te melige melodie, maar blinkt ook weer uit in spaarzaamheid en de wil om een song te schrijven die ertoe doet. In “True Love” vergaloppeert de band zich dan weer met een melodie en stroperige aankleding die “Paradise” echoën. De falsetto van Martin doet ondertussen alleen Free Willy een vreugdesprong maken – ook omdat alleen hij met z’n soortgenoten bepaalde noten kan horen, vermoedelijk.
Voor bijna twee derde een zeer goeie en gewoon mooie plaat, drie songs die nog steeds beter zijn dan al wat op de twee X-platen stond én een single die de fanbase sust dat Coldplay een band voor het hele gezin blijft, inclusief de allerkleinsten. Niet min en best gewaagd wat Coldplay hier doet. Benieuwd hoe Ghost Stories de komende stadiontour overleeft. En welke richting de band hierna uitgaat, want dit voelt aan als een overgangsplaat. Al klinkt dat alles door “A Sky Full Of Stars” ironischer dan de bedoeling was. Dat krijg je dan, Chris.