“Laten we niet zomaar (tijdelijk) afscheid nemen”, moet Wallace Vanborn gedacht hebben. Wallace Vanborn XL moest wel knallen en was de perfecte bekroning van twee succesvolle jaren voor de Gentse rockers.
Een dag op voorhand was de parterre, goed voor zeker 750 tickets, uitverkocht. En na de set van opwarmer De Staat lopen ook de balkons aardig vol. Akkoord, de reeks aangekondigde gastmuzikanten — van Raketkanon over School is Cool tot Paul Van Bruystegem van Triggerfinger — was indrukwekkend. Je moet het toch maar doen: de grote zaal van de Vooruit ei zo na uitverkopen, maar niet al te vaak op Studio Brussel gedraaid worden. Om nog maar te zwijgen van de ruim 100 concerten die Wallace Vanborn er heeft opzitten sinds de release van Lions, Liars, Guns & God.
Wallace Vanborn-frontman Ian Clement trok eerder dit najaar met zijn soloband op tournee doorheen Nederland met De Staat. Voor een avond maakt de Nederlandse rockband de omgekeerde beweging. “We zijn De Staat en we komen uit Nijmegen. Welkom op dit feestje, potverdomme!”, riep zanger Torre Florim voor het vijftal het publiek kwam opwarmen — al was het snikheet in de zaal.
De Staat behoort tot de nieuwe lichting originele rockbands die bewijst dat er boven de Moerdijk meer dan alleen Krezip, Anouk en Kane te vinden is. Net als Wallace Vanborn staan ze voor stoer gitaargeweld — en dat maakt “Sweatshop” meteen duidelijk –, al zijn er grote verschillen, en dan vooral de bizarre elektronische invloeden. Ook “Old MacDonald Don’t Have No Form”, waarbij hier en daar zelfs al de handen de lucht in gaan — en “Make Way For The Passenger”, een kleine hit in Nederland, kunnen bekoren, maar de saus blijft echter niet plakken. Daarvoor wil het vijftal iets te veel zijn eigen ding doen. De Staat werd ooit omschreven als het Nederlandse antwoord op de Queens Of The Stone Age, maar daar is vandaag nog maar weinig van te merken.
Was Wallace Vanborn een Amerikaanse band, dan zouden zanger Ian Clement, bassist Dries Hoof en drummer Sylvester Vanborm misschien al eens — zonder te overdrijven — met Josh Homme op tour geweest zijn. Nog voor hun debuutplaat uit was, trokken ze als jonge snaken door Obamaland en geef toe: bommetjes als “Marching Sideways” “Found In LA” zijn toch zo catchy en in-your-face tegelijk? Perfect voer voor een opgehitst publiek dat niets liever wil dan gebalde rocksongs. Niet voor niets kwam topproducer David Bottrill speciaal naar België voor hun tweede plaat Lions, Liars, Guns & God.
Over naar de show: die is de eerste minuten niet zo bruut zoals het moet — fuck die geluidsnormen! Het nodige schuim op de lippen, dat bij “We Are What We Are” en “Marching Sideways” nog niet verschijnt, komt wel wanneer Wolf Vanwymeersch (Waldorf, The Van Jets) op het podium mee het vuur aan de lont komt steken. Al flirt het geluid constant met de decibellimieten, in tegenstelling tot luidere studentenfeestjes in de zaal, volgen er knallende versies van “Atom Juggler” en “Cougars”. Ook zeer goed bevonden: het nieuwe nummer dat wordt uitgetest met Brent Vanneste (Steak Number Eight) en de cover van Black Mountain met Lara Chedraoui van Intergalactic Lovers, die volgend jaar ook met nieuw werk op de proppen komen.
Dé hoogtepunten? Zonder twijfel een explosief “Found In LA” — onze stem is nog altijd schor –, maar ook een mede dankzij Raketkanon verschroeiende cover van “I Wanna Be Your Dog” van Iggy Pop; vraag het maar aan de wild crowdsurfende Pieter-Paul Devos. De voorste rijen wanen zich in de pit als hyena’s die naar dezelfde prooi springen. En dan is er nog een specialleke: “Cancer” van het eveneens tijdelijk afscheidnemende Kapitan Korsakov. Een “Herman” van Raketkanon kan er wat ons betreft nog bij, zelfs al hebben we het nummer het voorbije jaar al duizend keer gehoord.
Er is nog andere oorsnoep! “Colours Fade” van de enige echte verrassingsact Blood Red Shoes — en dat voor een ticket van amper 13 neuro’s — was een leuk extraatje. Al even memorabel is de cover van Led Zeppelins “Immigrant Song” met Monsieur Paul van Triggerfinger, waarmee Clement bewijst wat we eigenlijk al langer wisten: de frontman kan véél songstijlen aan. En met Sylvester Vanborm hebben ze de Belgische Dave Grohl — misschien hebben we dat al eens gezegd –, maar dan grappiger: check maar eens de clip van “Cougars”
Voor de band is de cirkel bijna rond na Blood Red Shoes. De traditionele afsluiter “Cowboy Panda’s Revenge” moet nog volgen. En dat gebeurt op een verpletterende wijze. Eerst voorziet Brent Vanneste op sitar het nummer van een bijzonder intro, daarna mag Mathieu Vandekerckhove (Amenra, Syndrome) het geluid nog wat duisternis injecteren. De hoeveelste mokerslag van Wallace Vanborn is dit? We zijn de tel kwijt. Tot ergens na de zomer, jongens!