Krap een jaar na De allerlaatste caracara ter wereld is er alweer een nieuwe Verhelst. Geen wonder dat het een klein boekje is. Maar wat voor één toch alweer. Geschiedenis van een berg is een intrigerende fabel waarin de schrijver zijn stijl verder uitpuurt: nog minder krullen, nog meer verhaal.
Waarschijnlijk heeft Verhelst zelfs nog nooit zo’n rechtdoorzee verhaal geschreven als deze novelle. Natuurlijk hangt in de eerste bladzijden nog mysterie, maar al snel wordt duidelijk dat Geschiedenis van een berg niets meer is dan een allegorie over slavenhandel, de depersonificatie van het managementsdenken en vooral: zelfbehoud.
Verhelst vertelt van bij de eerste bladzijden zonder veel omwegen — geen lagen, geen krullen; enkel de feiten — hoe dieren beschaafd worden; gedrild tot echte mensen, met alle gevolgen van dien. Een gorilla wordt mens: met een beetje aandacht en militaire discipline lukt het zo in Verhelsts wereld. Beloning? Een smartphone die stukje bij beetje meer prijsgeeft naarmate het volgende level wordt bereikt.
Hij kan het goed, ons hoofdpersonage. Klimt op, en ziet langzamerhand de ontsporingen in het Droomland dat zijn thuis is geworden: een pretpark dat meer dieren verteert dan je zou denken. Plots wordt hij geconfronteerd met emoties als schuld, verraad, liefde en verdriet, en wanneer alles compleet fout is gelopen volgt de loutering: de ontdekking van de literatuur.
Nog meer dan in De allerlaatste caracara ter wereld — waarmee dit boek een vaag tweeluik vormt — laat Verhelst zijn bekende bloemrijke stijl achterwege. Heb je bij een zin als “Zo groots was de zonsondergang, zo veelkleurig en bedwelmend dat we elke avond in een boom samenkwamen om te kijken, om dat rood en dat oranje en dat lila met onze ogen op te drinken, terwijl we, verzadigd van scheuten en boommerg, onze armen om elkaars schouder sloeg” nog een verschrikkelijk groot déja-vu, dan laat de schrijver al snel de actie primeren. Er gebeurt te veel, en hij noteert het in soms secce zinnen.
In nog geen 120 bladzijden schetst Verhelst een beeld van onze maatschappij, onze geschiedenis; een wereld die ondanks zijn beschaving vooral ontmenselijkt. Je racet er doorheen, als ware het een kleine avonturenroman, maar tegelijk plant het ook kleine zaadjes in je hoofd; stelt het vragen over onszelf. Als een spiegel met een niet zo aangename weerkaatsing.