Het begin van het Vlaamse rockjaar zou, dat wisten we al langer, gedomineerd worden door o.m. The Germans en Reiziger, die met nieuw werk op de proppen komen. Kan wel zijn, maar dan moeten ze wel het gezelschap dulden van Echo Beatty, een duo dat spookachtige folk combineert met filmische ongedurigheid en een resem attributen uit moeders keukenkast, die samen voor een verrassend inventief en coherent album zorgen.
Annelies Van Dinter (zang, gitaar) en Jochem Baelus (gitaar, vibrafoon, drums, loops, attributen) verzorgden onlangs het voorprogramma van Flying Horseman. Wie een duo verwachtte dat doorsnee indiefolk zou brengen, die werd snel op z’n plaats gezet, want hoewel je misschien kan zeggen dat de essentie van Echo Beatty de folksong is, gebeurde er veel meer. Een zootje uitgestalde prullaria, gaande van keukenkloppers, breinaalden, schaaltjes, strijkstok en een houten kist, werd immers zo creatief benut — niet enkel als arty attribuut, maar ook om de songs mee vorm te geven –, dat er zich al snel iets afspeelde dat de grenzen van de singer-songwriterfolk oversteeg of gewoonweg buitenspel zette.
Het met producer Jeff McMurrich (Constantines, Bruce Cockburn, Tindersticks) opgenomen Tidal Motions maakt z’n naam volledig waar: hier geen eenheidsworst van verluchte melancholie en fragiele schattigheid, maar een komen en gaan van soms wrange schetsen, droney inkleuring en gecracqueleerde roots. Net als bij het vaag verwante Flying Horseman zijn de grijstinten dominant, maar Tidal Motions blijft met al z’n contrasten en stemmingen vooral een veelzijdige plaat, waarin zowel plaats is voor ingetogenheid met getokkelde folkgitaar, als gelooide taaiheid met nu en dan kervende uithalen.
Hoewel Baelus’ uitbreiding van het klankenpalet imposant is, is dit toch ook de plaat van Van Dinter, die in een galerie van gedaanten te horen is, soms intiem en in vertrouwen, maar dan weer met een verbetenheid, een nijdigheid bijna, die eerder aan Beth Gibbons doet denken. Met z’n subsonische beats lijkt prachtsingle “Tidal Motions” trouwens ook een kleine ode aan de sound van de latere Portishead en misschien zelfs Massive Attack. Het is een song met meerdere lagen, auditieve cinema met sinistere galm die slingert van de ene sfeer naar de andere en voortdurend een nieuw perspectief aanneemt.
De lat wordt meteen hoog gelegd en krijgt nog een paar sterke vervolgen: het iets traditionelere “Montana” is een en al vergezichten en gure, snijdende wind, met flitsen van voorbijschietende beelden, hypnotische geluidsgolven en, aan het einde, een stemmenstapeling die onweerstaanbaar is als een sireneroep. Pieken gebeurt pas écht daarna, met “Guests”. Live deed het vaag wat denken aan de onheilspellende donderpreken van David Eugene Edwards, maar ook deze studioversie getuigt van een amper onderdrukte intensiteit. Geen idee wat de precieze achtergrond is, maar die moeilijk te definiëren gasten die zichzelf uitnodigen, en maar blijven rondhangen met hun grappen en gezaag, die worden hier geportretteerd met een nauwelijks verholen afkeer. De kervende gitaarpartijen voorzien spookachtige roots.
Een al even intense opstoot vindt plaats in “Eye To Eye”, één en al zinderende twang, strompelritmes en galmende stem. En dan komt die emotionele oplawaai, als de stem zich losrukt van de benauwende ketens, het drama op de voorgrond komt en de song omslaat in gehuild exorcisme, een gemene brok gothic blues met misleidend zwoele orgelpartij. Het is in deze songs dat Echo Beatty zichzelf overstijgt en de lat hoog legt voor de concurrentie. Minder opvallend, maar al even eigenzinnig, gaat het eraan toe in “The Soft Side”, waarin de yin & yang van Van Dinter en Baelus mooi wordt uitgewerkt met dreinerige klankgolven, geklap en dromerige vibrafoon.
“All That Is Not” en “Sparks” zijn zowat de enige songs die je je snel kan voorstellen zonder de extraatjes, maar het effect is er amper minder om en ze zorgen bovendien voor de afwisseling die een constante is tot de van een lange aanloop voorziene afsluiter “Pretending”. De cryptische teksten zorgen eerder voor vragen dan antwoorden (eindelijk nog eens wat mysterie!), maar muzikaal gezien is Tidal Motions een plaat van zoeken naar een stem en die ook vinden, van een voortdurend uitproberen van nieuwe invalshoeken om een verhaal te vertellen, en van het verenigen van schijnbare tegenstellingen.
Tidal Motions is niks voor gulzige consumenten die meermaals per dag op zoek zijn naar een nieuwe instant kick, maar wie er wat tijd voor neemt, die krijgt een pareltje gepresenteerd dat met zorg en inventiviteit in elkaar gestoken is en zelfs na een resem beluisteringen blijft fascineren. Een doorbraak bij een publiek van fijnproevers lijkt dan ook evident.
Echo Beatty stelt zijn debuut voor op 18/1 (Salle Jeanne Simons, Deurne) en 19/1 (Minard Gent). Het album verschijnt in een vinyloplage van 300 stuks (+ download) en kan intussen ook online beluisterd en besteld worden. Snel zijn is de boodschap.