Jeanette Winterson :: Waarom gelukkig zijn als je normaal kunt zijn?

Waarom leest een mens? Er zijn er die zeggen: als vlucht, om het ongeluk inherent verbonden met het mens-zijn te ontvluchten. Een titel als Waarom gelukkig zijn als je normaal kunt zijn? zou voor minder de aandacht trekken. Betekent normaal-zijn immers moeilijk omkunnen met een gegeven als de existentiële leegte? En wat heeft Jeanette Winterson daarover te vertellen?

De schrijverswereld is er tot op vandaag een die grotendeels bevolkt wordt door mannen. Voor vrouwen, maar niet allen voor hen, is het een verademing iemand als Jeanette Winterson te kunnen ontdekken: ze schrijft niet zozeer structureel of intellectueel (cliché-mannelijk), hoewel haar romans ook allesbehalve een aaneenschakeling zijn van sentimentaliteit (cliché-vrouwelijk), hetgeen haar tot koningin van de stationsromance zouden kunnen maken. Wintersons pen is er een met een fascinatie voor de psychologie van personages, maar ze houdt ook van sterke beelden, van verdwalen in de wereld van een roman waarin nu eenmaal alles mogelijk is. Het magisch realisme dat in het fenomenale The passion (vertaald: De passie) kwam bovendrijven, grift zich als vanzelf in het geheugen. Een hart dat letterlijk “gestolen” wordt en dat iemand moet terugvorderen na gekweld te zijn door liefdesverdriet, of de straten van Venetië die constant aan wijzigingen onderhevig zijn…het zijn maar enkele elementen die de lezer uit de roman jaren later nog altijd ziet terugkeren in droomsequenties. Ondertussen is Winterson overigens een gevierd auteur, waarvan het bewijs in 2006 werd geleverd toen haar de hoge Britse onderscheiding Officer of the British Empire werd toegekend. Na bijna tien romans en minstens evenveel andere publicaties met verhalen, essays of zelfs jeugdnovelles, leek dat niet minder dan terecht.

Wintersons levenswandel wachtte al langer op een literaire uitwerking. Hoewel ze biografische elementen al veel vaker verwerkte in haar romans, is Why be happy when you could be normal? een expliciet teruggrijpen naar haar eigen jeugdjaren. In het boek beschrijft de auteur dat ze werd grootgebracht door adoptie-ouders die haar bijna op het onmenselijke af in een bepaalde richting duwden. Ze hoopten namelijk dat hun dochter een zendelinge zou worden voor de oerconservatieve Christelijke beweging waar ze zelf deel van uitmaakten. Toen bekend werd dat hun dochter lesbische aspiraties koesterde, ontstond een onhoudbare spanning met haar adoptiefamilie, waarna Winterson, om het verhaal te vereenvoudigen, naar Londen vertrok om daar aan haar schrijverscarrière te werken. Achteraf bezien bleek dat de juiste beslissing, maar het betreft hier een stap die men niet zomaar zet. Haar bekommernissen en de aanloop naar dit beslissende moment, staat in dit boek prachtig beschreven. Winterson kenmerkt zich echter niet door het goed kunnen voorstellen van reële situaties, maar bovenal door de filosofische vragen die onder het oppervlak door priemen. “Wat is tijd?”, vraagt de auteur zich ineens af. Een openbaring om dan plots, in een paar zinnen, een essayistische gedachte toe te laten! En zoals altijd heeft de schrijfster ook nu weer de allermooiste woorden in petto om dergelijke gegevens te beschrijven. Hoe Winterson de werkelijkheid bekijkt, getuigt van een inzicht dat de lezer met haar zou willen delen. Toch werken haar meer algemene uitspraken beter in de grotere romans die Winterson tot nog toe schreef. In een biografie laten uitschijnen dat je als auteur de waarheid in pacht hebt, voelt altijd enigszins dubbel aan. Anderzijds blijft deze tekst uitblinken in pretentieloosheid: niets hoeft en Wintersons pen kan overal heen. Meer dan in de fictie is dit hier een bevrijding: geen kunstgrepen om het verhaal verteld te krijgen, maar een zo natuurlijk mogelijke weerslag van feiten en sedertdien onopgeloste vragen.

Zijn mensen die nog nooit iets van Winterson gelezen hebben geschikte kandidaten voor dit boek, dat sterk biografisch is? Eigenlijk wel, want zoals gezegd leest Waarom gelukkig zijn als je normaal kunt zijn? als de beste fictie en voeling met Winterson heeft men vooraf niet nodig. Daarnaast is dit een titel die wijsneuzen met veel interesse uit eenieders boekenkast zullen vissen om te vragen of het interessante materie betreft. En alleen al voor zinnen als “Fictie en poëzie zijn doseringen medicijn. Wat ze helen, is de inbreuk die de werkelijkheid op de verbeelding maakt.” zou je dit boek willen lezen. Zeker niet Wintersons beste, want er zit minder magie in deze titel dan in haar ander werk, maar nog altijd heerlijke literatuur.

7.5
http://www.uitgeverijcontact.nl
Uitgeverij Contact

recent

¥$ :: Vultures 1

Doorheen zijn hele carrière zijn twee elementen altijd dominant...

Talk Show

27 maart 2024Botanique, Brussel

Eind jaren tachtig sloegen alle rockers plots aan het...

Arthur The King

Uitgerekend in de week dat Joe Camp – de...

Hors-saison

Met zijn sociaal bewogen films past Stéphane Brizé binnen...

Froukje

24 maart 2024Ancienne Belgique, Brussel

Van een blitzcarrière gesproken: een krappe drie jaar geleden...

aanraders

Maxim Osipov :: Kilometer 101

Dat zelfs op al onschadelijk gemaakte dissidentie nog steeds...

Olga Tokarczuk :: Empusion

Weg met de achterflap! Hoewel het iedereen vrij staat...

Miek Zwamborn :: Onderling – Langs de kustlijn van Mull

Hoe maak je als auteur het landschap tot hoofdpersonage...

verwant

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in