Fans inroepen om je nieuwste muzikale project te laten financieren is niet enkel een publiciteitsstunt van Tom Dice. Ook Amanda Palmer waagde zich via Kickstarter aan geldschieten 2.0 en baarde zo het kuiken uit het ei waar ze samen met haar mini-orkest al vier jaar lang zat op te broeden.
Meer dan haar vorige solowerk is Theatre Is Evil een afscheuring van het oeuvre waar ze als lid van de Dresden Dolls aan werkte. Ook al baadt de intro nog languit in de Weimarr-invloed die haar vorige project zo rijkelijk spijsde, nadien zoekt Palmer grotendeels recentere invloeden op. De aanspreektitel van haar nieuwe begeleidingsband doet wel symfonisch aan, maar niets is minder waar wat het geluid ervan betreft. Palmer neemt haar triumviraat mee op een reis doorheen de popgescheidenis van de voorbije decennia, met stops in verschillende tijdskaders. “The Killing Type” arriveert in de simple sixties: luchtige poprock opgetrokken rond één gitaarriff, overgoten met een moderner laagje punk. Even verder komt de Palmer Express tot een halte in de tachtiger jaren met “Grown Man Cry”, een geniale vette knipoog naar de typische eighties ballade. Eén en al nostalgie, die handel: brede stroken synths, spaarzaam gitaargetokkel, onderkoelde — bijna spoken word — strofes en een overdreven doorleefd refrein. Het kind uit de jaren tachtig wordt hevig verwend; niet alleen hier, maar ook in opgezwollen rocktracks als “Lost” en “Massachusetts Avenue”, psychedelische updates van Kim Wilde en The Bangles.
Meer dan ooit tevoren trekt Amanda Palmer op deze plaat expliciet de rock star-kaart, onder meer nog in het bontgekleurde “Do It With A Rock Star”, een soort sequel op haar eigen “Guitar Hero” met opgedreven waanzin, een slag in het gezicht van het aanstekelijke type. Aanstekelijk betekent voor Palmer gelukkiglijk niet meteen gemakkelijk, want op deze nieuwe langspeler lijkt ze doelbewuster dan tevoren met de opbouw van haar nummers bezig. Een song als “Bottom Feeder” kronkelt doorheen tig stijlen — vanuit een laidback luau over soulvolle biecht tot barokke pop — naar een overdonderend resultaat.
Laat het popformat dus niet bedriegen, hapklare brokken kan je dit niet noemen. Een nummer als “Smile (Pictures Or It Didn’t Happen)” blaakt nog steeds van de bombast die een rode draad doorheen Palmers werk loopt en waarin haar volle, maar ook hoekige stem het best past. Ditmaal uit de dramatiek zich niet alleen in een zwaar aangehaald pianoklavier, maar ook in een bruisende draaikolk van synths die een constant gevecht met de onderliggende melodie levert. Voor velen zal dit een zware brok om weg te slikken zijn, vooral wanneer het salvo meer dan zes minuten aanhoudt. De lange speelduur is nochtans niet altijd een vijand van Palmer. Zo getuigen het betraande strijkersfestijn “Tout Heart Replica” en het theatrale “Berlin”. De epische laatsgenoemde is de duidelijkste erfgenaam van de Dresden Dolls, maar daarom horen we hem niet minder graag passeren — een prachtige evolutie van zacht naar hard die in een medley van gevoelsstaten nog steeds een dozijn gevoelige snaren raakt. Palmer zal altijd wel met één teen in de rokerige cabaretpoel blijven trappelen, maar op Theatre Is Evil plonst ze meer dan ooit in de omliggende vijvers. De theatraliteit waarmee ze dat doet, blijft voor velen te in your face, maar voor de liefhebbers zijn dit uppercuts die met graagte geïncasseerd worden.
Amanda Palmer speelt op 1 november in Trix.